Terloops, Buiten schot en Gaandeweg
Wie de Voskuiltjes een beetje kent, weet dat het niet gauw goed is in de wereld. De mensen deugen niet, het landschap wordt vernield, dierbare hotelletjes verdwijnen en zelfs in Frankrijk wordt geregeld verschrikkelijk slecht eten geserveerd. Aan de andere kant zijn Han en Lousje ongelooflijke doorzetters: ze lopen lange tochten, laten zich door slecht weer niet weerhouden en wanneer ze de weg kwijtraken wordt er niet geklaagd over de extra kilometers. Alleen als het te warm wordt raakt Lousje snel uit haar humeur want warmte is haar ‘ergste vijand’.
J.J. Voskuil maakte vanaf de jaren ’50 met zijn vrouw Lousje wandeltochten in heel Europa maar vooral in Frankrijk en het liefst in de Auvergne. Hij hield iedere vakantie een dagboek bij. Deze zijn gebundeld in drie delen: Terloops, Buiten schot en Gaandeweg. In chronologische volgorde gelezen is de naoorlogse ontwikkeling en de daarmee teloorgaande schoonheid van het boerenland (verdwijnende dorpjes, meer asfalt, minder eenvoudige hotels) goed te volgen. De op het eerste gezicht vluchtige en feitelijke beschrijvingen staan bol van scherpe en droogkomische observaties.
Uit een boekenblog dat Leo Willemse (OBA) er aan wijdde:
In drie boeken, Terloops, Buiten schot en Gaandeweg, staan in totaal 34 voettochten en dus 1 fietstocht. Vaak ware overlevingstochten. Niets, zo lijkt het, blijft het onverstoorbaar doorwandelende echtpaar bespaard: regen, onweer, hagel en kou in de zomer, verschroeiende hitte in oktober. Besproken hotels die niet meer bestaan, bedden die uit elkaar vallen voor ze er in liggen, het oprukken van televisie in de restaurants, en, eigenlijk het ergst: mensen die contact met hun zoeken. Gelukkig is er dan vaak een heuveltje om achter weg te duiken. Het eten is meestal goed genoeg, al lees ik geregeld dat het diner ongelooflijk slecht was Voskuil stelt trouwens helemaal geen hoge eisen: een eenvoudige kamer zonder bad, uitzicht liefst op een pleintje en een zelfgemaakte, uit plaatselijke producten samengestelde, maaltijd. Een dronken hotelier is eigenlijk een pré. De wijn, dat is iets anders: Voskuil laat tussen alle regels door blijken een wijnkenner te zijn, al neemt hij graag genoegen met een eerlijke vin ordinaire. Serveren ze hem iets dat voor veel beter moet doorgaan, dan is hij diep teleurgesteld in de mensheid. (Maar dat was hij toch al.) Ze zijn eigenlijk zeer moderne toeristen: uit op een echte, diepe beleving, zonder de weerzinwekkende nadruk daarop. Zij gaan het liefst in stilte hun eigen eenzame landweggetje.”
Terloops
Voettochten 1957 – 1973
J.J. Voskuil
Van Oorschot, 274 p. - 2004
ISBN 978902824102-7
Buiten Schot
Voettochten 1974 – 1982
J.J. Voskuil
Van Oorschot, 349 p. - 2005
ISBN 978902824104-3
Gaandeweg
Voettochten 1983 – 1992
J.J. Voskuil
Van Oorschot, 331 p. – 2006
ISBN 9789028241060