Natuur en cultuur, rust en ruimte, bergen en hoogvlaktes. Pelgrimeren door een land vol zuivere lucht...
Het Olavspad in Noorwegen gaat van Oslo naar Trondheim. Officieel 643 km lang, maar in de werkelijkheid ca. 650 km. Vanuit Oslo zijn er twee routes, een westelijke en een oostelijke. Bij Lillehammer komen die samen. De oostelijke route is de historische route, de westelijke route is een landelijker alternatief.
- Officiële naam: Gudbrandsdalsleden
- Beginpunt: Ruïne Hallvard-kathedraal in Oslo
- Eindpunt: Nidaros-kathedraal in Trondheim
- Lengte 650 km
- Benodigde tijd ca. 5 weken
- Aantal wandeldagen: 30-33
- Zwaarte 3-4 op een schaal van 5
- Markering (afbeelding)
- Mooiste stuk: Dovrefjell
- Beste seizoen: half juni-augustus
- Officiële website www.pilegrimsleden.no
- GPS-bestanden via westelijke route
- GPS-bestanden via oostelijke route
Waarom het Olavspad?
Het Olavspad is uitstekend alternatief voor de pelgrimsroutes naar Santiago die ieder jaar drukker worden. De populariteit van de route tussen Oslo en Trondheim neemt toe, maar het aantal pelgrims dat per jaar de tocht onderneemt schommelt nog steeds rond de 1000. Vergelijk dat eens met Santiago waar in 2016 ruim 270.000 pelgrims arriveerden. De route is uitstekend gemarkeerd en als pelgrim wordt je hartelijk tegemoet getreden. De zomers mogen kort zijn, het is een misverstand om te denken dat ze koel zijn. Warme zomers zijn geen uitzondering in Scandinavië. Wel zijn zomers wispelturiger dan in Zuid-Europa. Maar misschien is de belangrijkste reden om het pad te gaan lopen wel dat Noorwegen landschappelijk onwaarschijnlijk prachtig is.
Het Olavspad via de oostelijke route in vogelvlucht
Op de route van Oslo naar Trondheim loop je van de dichtbevolkte regio Oslo via het dal waar de E6, de verkeersslagader van Noorwegen ligt, over een hoogvlakte naar de eindbestemming, de Nidaros-kathedraal in Trondheim, de derde stad van Noorwegen.
Toch is de tocht in de eerste plaats een natuurwandeling vol bergen, bossen, meren en boerenland. Hoewel de E6 nooit ver weg is, merk je er in de praktijk maar weinig van. Wanneer na een dag lopen de stad Oslo achter je ligt, begint het open landschap met voornamelijk boerderijen, akkers, bossen en weilanden.
Tot Hamar worden de boerderijen steeds groter, met als hoogtepunt de regio rond Stange. Na Hamar wordt het pad langs het grote meer Mjøsa heuveliger en landelijker tot aan Lillehammer. Daar begint het dal Gudbrandsdalen, waar de rivier Lågen stroomt, dat steeds steiler en nauwer wordt. Je loopt dan wat hoger boven de E6 en krijgt om de haverklap de meest fantastische uitzichten.
Na Gudbrandsdalen klim je naar de hoogvlaktes van Dovrefjell. Een aantal dagen trek je over ruig en weids bergachtig terrein dat boven de boomgrens ligt. Voor velen het mooiste deel van de route.
Je daalt af naar de bewoonde wereld van Trøndelag, weer in boerenland, maar met een heel ander karakter. De boerderijen zijn in een andere stijl gebouwd, de dalen zijn lieflijker en de invloed van het zeeklimaat wordt merkbaar. Trondheim laat zich pas zien in de laatste acht van de ruim 640 kilometer. De afdaling naar de stad aan het fjord met de groene spits van de kathedraal als baken is een spectaculair besluit.
Onderweg logeren
Er is voldoende accommodatie onderweg om de tocht zonder tent te lopen. Je kunt kiezen uit zo’n 130 adressen. Het comfortniveau varieert van zeer basaal tot zeer luxe. Van trekkershutten op een camping, B&B’s, eenvoudige onderkomens bij particulieren, tot hostels, pensions en grote hotels. Ook al neem je geen tent mee, een slaapzak of lakenzak is wel nodig. Op veel adressen ben je goedkoper uit als geen beddengoed huurt. Een aantal plekken draagt de titel Pilegrimsherberge. Dit betekent dat de adressen zijn ingesteld op de passerende pelgrims. Meestal worden er schappelijke prijzen gehanteerd.
Onderweg kamperen
Het wandelen met tent heeft in Scandinavië zo z’n specifieke oordelen. Vrij kamperen is bijna overal in de natuur toegestaan wanneer je 150 m afstand houdt tot huizen en hekken. Op boerenland dien je toestemming te vragen aan de eigenaar. Ook zijn er een heel aantal campings langs de route.
Horeca en winkels
Je komt voldoende horeca en winkels tegen onderweg, maar niet iedere dag en soms moet je er een omweg voor maken. Een aandachtige dagplanning is nodig om niet zonder eten te komen zitten.
Pelgrimscentra
Er zijn vijf pelgrimscentra op de route: Oslo, Hamar, Dale-Gudbrands Gard, Dovre en Trondheim (en een op westelijke tak: Granavollen). Je kunt er terecht voor actuele route-informatie en activiteiten in de regio’s die zij bedienen. Je kunt er ook een pelgrimspaspoort bestellen. De centra in Hamar, Dale-Gudbrands Gard, Dovre en Trondheim bieden overnachtingsmogelijkheden.
Pelgrimspaspoort en stempels
Met een pelgrimspaspoort (of credencial) waarin je onderweg stempels verzamelt bij accommodaties en kerken kun je in het pelgrimscentrum van Trondheim een (gratis) Olavsbrev (Olavsbrief) halen. Een diploma voor het voltooien van de tocht. Je hebt recht op de Olavsbrev als je tenminste de laatste 100 km hebt gelopen. Het pelgrimspaspoort met de gedateerde stempels biedt daarvoor het bewijs. Het paspoort is ook handig om te overleggen bij accommodaties die een korting voor pelgrims hanteren. Het dragen van een pelgrimspaspoort is echter niet zo onmisbaar als bijvoorbeeld op de route naar Santiago waar je het echt nodig hebt om toegang te krijgen tot de refugio’s. De pas kost NOK 50 en is te bestellen bij de pelgrimscentra.
Alleen gaan
Met het oog op veiligheid is het Olavspad geschikt om alleen te lopen. Officieel wordt alleen lopen (in de bergen) afgeraden omdat een verstuikte enkel al genoeg is om in problemen te komen, maar de praktijk is nu eenmaal dat een deel van de pelgrims graag alleen op pad gaat. Het Olavspad loopt veel over stille wegen en door stukken natuur, maar de ‘beschaving’ in de vorm van verkeer, huizen en boerderijen is meestal niet ver weg. Zelfs in de meer afgelegen gebieden, zijn meestal andere mensen onderweg. Voor vrouwen alleen gelden geen andere voorzorgsmaatregelen dan elders in het leven. Sterker nog, Zweden en Noorwegen zijn relatief veilige landen. Dit gezegd hebbende, alleen gaan blijft natuurlijk altijd risicovoller dan samen gaan en sommige stukken door het bos en over de hoogvlakte kunnen zeer verlaten zijn. De veiligheid van de groep zoals die bijvoorbeeld op de route naar Santiago bijna vanzelfsprekend is (altijd andere pelgrims in de buurt), is op het Olavspad niet aanwezig.