img 6133Munnekezijl – Vierhuizen

De volgende morgen wordt een prima ontbijt geserveerd in kerkruimte. Op droge warme schoenen vervolgen we onze tocht. Het weer is een stuk beter dan gisteren. We moeten een stukje terug langs het oude bruggetje en dan over asfalt, langs het Lauwersmeer,  doorsteken naar Zoutkamp.

De jongens lieten zich vlakbij de boerderij van Teenstra met een schuitje overzetten.

Van den oever plaatsten wij ons in eene boot die door twee mannen uit het slijk in 't water geduwd werd, en lieten ons toen naar de Zoltkamp roeien, 't geen niettegenstaande dezelver 10 minuten gaans van de hoeve afligt, een groot uur duurde wegens den sterken tegenstroom en het lage water. Een zeehond volgde onze schuit zeer lang: ook zag ik tallooze watervogels. Het was zeer koud en woei hard: terwijl de golven gedurig over de boot sloegen en ons nat maakten. Bibberend van koude en druipnat kwamen wij aan de herberg aan de Zoltkamp aan.

Voordat wij in Zoutkamp aan kunnen komen, moeten we kilometers tussen de saaie grote weilanden en akkers over kaarsrecht asfalt lopen. Het is het land dat werd gewonnen toen de Lauwerszee werd afgesloten. Saai en doelmatig land, zonder enige opsmuk. Voor de wandelaar voelt dat als een soort woestijn. Helemaal niet bedoeld om doorheen te lopen. Er is niets te beleven.  

img 6114

Dit soort efficiënt ingericht boerenland in combinatie met de horecaschaarste maakt dat wandelaars en waarschijnlijk ook de toeristische fietsers wegblijven. Het land wordt alleen nog maar overgestoken. Je ziet geen levende ziel, je hoort geen vogel, er ritselt nauwelijks een blaadje. Het land wordt er in al haar leegte ontoegankelijk van. En we hebben al zo weinig Nederland om ons in op te houden. Met een paar bochten, wat bomen en houtsingels, een berm waar wat mag bloeien, en een bankje hier en daar, zou het al zoveel beter zijn.

Lauwersmeer

Gelukkig is daar de dijk waarachter het Lauwersmeer ligt. Er is een wrakkig spekglad houten trappetje waarmee me op de kruin komen. Een bordje vertelt dat het voor koningin Juliana is aangelegd zodat zij in 1969 kon zien hoe de laatste caissons werden afgezonken en de Lauwerszee defintief werd afgesloten. De vissers van Zoutkamp vonden het allemaal niet zo feestelijk. Zij bezagen de afsluiting met de vlaggen halfstok op hun vissersschepen. Het was het einde van Zoutkamp als bedrijvig havenstadje. De vissershaven werd verplaatst naar Lauwersoog en het vissen naar de Waddenzee.

blz. 2 afsluiting

afsluting Lauwerszee 1969

Aan gene zijde van de dijk is er nu voor ons weer natuur. Hier zelfs aangewezen als Nationaal Park.  Op een graspaadje door de ritselende rietlanden zien we weer kleine bruine vogeltjes wegschieten. We betreden Zoutkamp via een brug. Het dorp maakt geen bruisende indruk, maar er is nog een haven met horeca en een winkelstraat met een bakker die ook koffie schenkt. Daar leggen wij aan en gaan er eens goed voor zitten met latte en diverse soorten gebak.

Zoutkamp

Deze plaats is dicht bebouwd en volkrijk; de inwooners bestaan er meest van den vischvangst. Men telt er 19 a 20 vischschuiten: aan den zeekant ligt eene ongebruikte batterij: de haven is goed, doch moeilijk te genaken en een gedeelte des daags geheel droog. Uit ons raam zagen wij een bruinvisch zwemmen, die wel 12 a 15 voet lengte had. Na vrij goed gegeten te hebben, begaven wij ons te 9 ure naar bed en rusteden voortreflijk uit van de slapelooze nacht en vermoeienis des daags.

Vervolgens lopen we een rondje door het oudste stukje Zoutkamp. Veel is het niet. Een oude man op een fiets ziet ons kijken, stapt af, en spreekt ons aan. We zeggen dat we een beetje rondkijken in oud Zoutkamp. Vervolgens steekt hij van wal met verhalen van vroeger. Hij is wat moeilijk te verstaan. Aanvankelijk knikken we nog bemoedigend, maar naar mate het langer duurt, worden we wat wanhopig. Hij is niet te stoppen en steeds slechter te verstaan. We proberen ons zo aardig mogelijk van hem los te weken, want het is natuurlijk allemaal heel aardig. Maar het is echte zender. In luisteren is hij niet zo goed. Al onze pogingen tot afronden stranden. Dus moeten we wel met een resoluut afscheid hem de rug toekeren. Om hem niet nogmaals tegen te komen verlaten we Zoutkamp via enorme werkzaamheden aan bruggen en sluizen.

Vierhuizen

Via een overpad bij een boerderij komen we op het kerkepad naar Vierhuizen. Zoutkamp kreeg pas in 1836 een kerk, dus tot die tijd liep men over dit pad naar de kerk in Vierhuizen. Vierhuizen is een stuk kleiner dan Zoutkamp, dus je zou het eerder andersom verwachten. Maar wellicht had het met de grond te maken en was die lang te slap rond Zoutkamp.

img 6117

Kerkepad

Een fijn smal paadje tussen de weilanden brengt ons in het oude dorpje. We slapen in de heerlijke B&B de Olle pastorie. Hier waren wij ook al eens en we bewaren er goede herinneringen aan. Hartelijk welkom geheten worden we naar hetzelfde fijne kamertje gebracht als indertijd. Pal naast de kerk, we zitten immers in de oude pastorie.

Vorige keer aten we in een eenvoudig, doch gezellig eetcafé, maar dat kan niet meer. Ook in Vierhuizen is de verroompottisering toegeslagen. De herberg is nu de receptie van een (gesloten) vakantieparkje, vertelt onze gastvrouw. Nog een keer Thuisgebezorgd, nee toch?

De oplossing komt van onze genereuze gastgevers. We worden heel luxe, door de ondertussen neerplenzende regen, naar het dichtstbijzijnde restaurant gereden. In Zoutkamp! Niet zo leuk om te backtracken, maar wij zijn natuurlijk allang blij. We komen in een goed bezocht  visrestaurant en eten gezellig terwijl de regen op het serredak klettert. Wanneer we klaar zijn, worden we na een belletje snel weer opgehaald. Wat een service.

img 5920

Vierhuizen

Vierhuizen – Pieterburen

Te half vijf waren wij reeds op marsch en wandelden over een kleiachtigen grond, even als in het Westerkwartier over Ulrum, een groot en bloeiend dorp naar Leens, dat nog fraaier en volkrijke is, hebbende een' kruiskerk met een heerlijk orgel.

Wanneer wij vertrekken is het weer wat opgeknapt. We kijken even bij de kerk omringd door een mooi kerkhofje en lopen dan over rustige weggetjes naar Ulrum. Het eens zo bloeiende dorp maakt een leeggelopen indruk. Een tractorbedrijf lijkt de boel te hebben overgenomen. Overal zien we garages en erven vol zeer groot uitgevallen landbouwvoertuigen. De huizen steken er klein en kwetsbaar bij af. De kerk ligt er nog mooi bij tussen de herfstkleuren.

img 5927

Leens

We gaan buitenom naar Leens, langs een vaart. Even lekker van het asfalt af. Jacob en Dirk maken nog een omweg naar Zuurdijk, waar ze een weduwe met ‘een schoone boerderij’ bezoeken. Dwalend daarnaartoe worden ze aangevallen door ‘eene groote hond’ en moeten ze ontzet worden door een boer. Daarna zat de schrik er goed in:

De hoeve genaderd, bleven wij aan de plank staan uit vrees voor dergelijke ontmoetingen en dorsten dezelve niet over, te meer daar wij van achteren op de werf kwamen, doch riepen uit al onze macht. Daar dit niet hielp, waagde ik het al rondziende eerst een' voet, voorts den anderen, en eindelijk het geheele lijf in den appelboomgaard te wagen; en nu des te minder gerucht makende naderde ik eindelijk de wooning en klopte aan. Men deed mij open, waarop ik Van Hogendorp riep.

Het bezoekje verloopt verder goed en de heren worden om half tien door de weduwe zelf naar het voetpad naar Wehe gebracht. Blijkbaar lag er indertijd een wirwar aan paadjes waarover het makkelijk verdwalen was. Dat is nu niet meer zo, en de boerderij van de weduwe is zo ingrijpend verbouwd, dat we het links laten liggen. We trekken door naar Leens, waar duidelijk meer te beleven valt, en bezoeken de bakker met koffieschenkerij. Het is er heerlijk toeven. De Groninger poffert, een tulband met rozijnen die au bain-marie wordt gegaard, is duidelijk de specialiteit. Er worden net rekken vol uit de bakkerij de winkel in gereden.

img 6130

Leens

Tusschen Wehe en Leens zijn de befaamde hooge wierden waar men zegt dat zich de Romeinen onder Vitellius tegen den springvloed borgen.

Borg Verhildersum

Gesterkt verlaten we Leens en brengt het pad ons over een resterend deel van de befaamde Tuinsterwierde bij de borg Verhildersum. Een heel mooi gelegen stokoud gebouw omringd door fraaie tuinen. De borg, inclusief het landgoed is nu een museum met diverse locaties waar tentoonstellingen zijn ingericht. We meanderen door de tuin en over het paradijselijke landgoed. Het contrast met de leeglopende dorpen en de grote rechte dooie kavels is groot.

img 6131

Verhildersum

De troost en geborgenheid die uitgaat van een dikke oude boom die z’n gele blaadjes kalm kan laten vallen het stille water is toch zo evident. Waarom merken zoveel mensen dat toch niet op. Waarom moet de boom worden verwijderd wanneer iemand er met zijn dronken kop  met 130 tegenaan rijdt? Waarom hebben mensen zo’n hekel aan herfstblad en gaat ze er met een bladblazer op af alsof ze ten strijde trekken?

Op het landgoed staat een arbeidershuisje, ingericht alsof het 1900 is. Door de raampjes is er nog zicht op het oude wierdelandschap en kun je wegdromen naar een tijd dat de bladblazer nog niet bestond. Maddy zou er zo in willen trekken. Ik vrees dan weer heel eigentijds de waterkou die ongetwijfeld in je botten gaat zitten.

Wehe den Hoorn

We lopen naar Wehe den Hoorn, vol voorname huizen. Maar desondanks lijkt de klad in het dorp te zitten. Leegstaande horecapanden, een schoolgebouw waar niemand meer naar school gaat en stille straten.

Over Saaksumhuizen kwamen wij te Pieterburen, een aanzienlijk dorp, waar het fraai buitenverblijf van den heer Alberda is.

img 6135

We slaan links af en maken ons op voor het laatste stuk naar Pieterburen. We lossen weer op tussen de eindeloze, boomloze uien- en aardappelakkers en hoeken over het asfalt naar het tracé van het Pieterpad, waar we over leukere eenmanspaadjes kunnen vervolgen. We komen in Pieterburen aan bij het Zeehondencentrum. Die gaat verhuizen naar Lauwersoog lezen we op banieren. Wat zou dat betekenen voor dit ‘toeristische eiland’ in het noorden van Groningen? Zijn het begin/eindpunt van het Pieterpad en het wadlopen genoeg? Waarschijnlijk wel. Het Pieterpad is zo populair tegenwoordig. Helemaal sinds corona, toen half Nederland de wandelschoenen aantrok.

img 6151

Pieterburen

Pieterburen is in wezen niet meer dan een toeristische straat waar de rugzaktoerist alles van zijn gading kan vinden. Half Pieterburen wordt uitgebaat door de firma ‘Waddengenot’. Hotel, vakantiehuizen, horeca, wadlooparrangementen en wat dies meer zij. We checken in bij Hotel Waddengenot. Een beetje vieze naam vinden we, maar de kamer is, hoewel basic, prima. We eten aan de overkant bij restaurant Waddengenot. We halen herinneringen op aan de tijd dat wij het Pieterpad liepen en genieten van eerlijk grofstoffelijk eetcafé eten met patat en alles. De volgende dag kijken we nog even aan de Waddenkust voordat we het hoge en lege land weer verruilen voor de overbevolkte Randstad.

Volgende deel Van Lennep

Bekijk alle delen op de Overzichtspagina Van Lennep. 

Praktische informatie

schermafbeelding 2023 12 2Munnikezijl – Vierhuizen
14 km

Vierhuizen – Pieterburen
21 km

 

 

 

 

 

schermafbeelding 2023 12 27 3

 

 

 

 

 

 

 

 

schermafbeelding 2023 gr2