Amersfoort – Soestdijk
De jongens komen met een diligence (opgestapt in Huis ter Heyde) Amersfoort binnen ratelen, omdat ze die middag te veel last hadden van de zon. Dat tenminste is de verklaring.
Veel vaker al duiken ze een trekschuit of een diligence in als de kans zich voordoet. Er is metaalmoeheid ontstaan, van het lopen, maar zeker ook van elkaars gezelschap.
Te 5 ure verlieten wij deze plaats met de diligence waarin zich zeker heer Pijnappel uit Amsterdam bevond. Aan den Doelen te Amersfoort stapten wij af en togen vandaar naar neef J. Van de Poll, wien wij te huis vonden. Hij bracht ons naar de societeit Randenbroeck waar Mevr Van de Poll met eenige andere dames thee dronk. Hier spraken wij ook de Heer Schluyter Directeur van het Werk Instituut te dezer plaatse.
Deel van de nagelopen wandeltocht die Jakob van Lennep en Dirk van Hogendorp maakten in de zomer van 1823. Kijk hier voor deel 1.
Coupé
Op een warme julidag trein ik naar Amersfoort. In mijn diligence, de stiltecoupé, wordt de rust bruut verstoord door een snerpende ringtone. Vervolgens wordt Happy Birthday in de hoorn gezongen, gevolgd door een uitgebreide reeks ‘prayers and blessings en een lang gesprek. Ik en de mede coupegenoten dulden het knarsetandend. Maar wanneer een tweede telefoontje direct daarna opgenomen wordt en het gekakel op volle sterkte vervolgd wordt, grijpt een dappere reizigster in en wijst op de tekst ‘stiltcoupe’. De belster ontsteekt in agressieve defensieve tirade en roept dat ‘this call important is’. Ik sta de dappere laf bij door mijn hoofd boven de stoelen uit te steken en haar bemoedigende blikken toe te werpen. De belster is dan al in haar telefoongespek gedoken, maar bindt wel in. Ze spreekt zachtjes en houdt het kort. In gewapende stilte wordt de reis vervolgd.
Amersfoort
Het station van Amersfoort ligt een stukje naast de oude stad. Ik loop door het Bergkwartier, een lommerrijke villawijk, naar de oude singel. Het oude centrum is nog voor een groot deel in takt. Langs de singel is het makkelijk om je in 1823 te wanen. Sterker nog, je kunt je nog veel verder terug in de tijd wanen wanneer je langs de muurhuizen loopt die op de eerste stadsmuur zijn gebouwd. Mogelijk sliepen Jacob en Dirk in de ’Nieuwe Doelen’, nu de Instee aan de Zuidsingel 45. Het ligt vlak bij de oude muur. Ik neem een kijkje en loop dan de oude stad uit, op weg naar huis Randenbroek.
Randenbroek
Even de grommende ringweg oversteken en een weg banen langs treurigstemmende kantoren. Maar al snel kom in bij Randenbroek, nu een park waar de Heiligerleebeek doorheen stroomt. Er staat een hek bij de ingang. In Jakobs dagen stond op deze plek een tolhek, waar belastingen werden geheven op goederen die via de Utrechtse poort de stad binnen kwamen. Het park is mooi. Luchtig met veel grasvelden, bankjes een opmerkelijke bomen, als een soort van arboretum. Het huis staat er nog, maar wacht op een nieuwe bestemming. Veel ramen zijn dichtgemaakt met spaanplaten en er staat een hek omheen. Een krantenbericht uit 2019 meldt dat het bruiloftslocatie zal worden, ondanks de 169 bezwaren die door omwonenden daartegen waren ingediend. Zij vreesden parkeer- en geluidsoverlast. Vooralsnog zit er geen schot in de verbouwing. Misschien komt er van coronauitstel wel afstel.
Randenbroek
Ik keer weer om, loop de oude stad weer binnen en steek recht door het oude centrum naar de ‘oude’ Doelen. Daar was in 1818 een werkinstituut voor paupers opgericht waar Jakob en Dirk een bezoek aan brachten.
Vierhonderd menschen hebben hier werk of krijgen het aan huis, bestaande in het spinnen van wollen- saaietten- linnen- katoenen- en koeharengarens; het breien en strikken van koussen, sokken, handschoenen, mutsen enz. het pluizen van oud touwwerks, het winden van zijde, het weeven van lakens, baaien, kassaaien, boezelaars, hilversums everlast, feilen, emballage, varkensharen vloermatten, paarden en koedekken, vloerkleeden, karpetten enz. - De kinderen hier werkende genieten ook onderwijs als te Zutphen. Dit instituut is in een zeer goed lokaal: het kan echter niet blijven bestaan omdat het nimmer met handen arbeid tegen machines aan kan werken en de toelagen van de stad- en landgenooten zeer gering zijn
De oude doelen
Dan via die romantische koppelpoort de oude stad weer uit en terug naar het station.
Te 11 ure verlieten wij de stad en wandelden langs een zonnigen met hakhout beplantten weg over Soest naar Soestdijk waar wij bij Schimmel te 1 ure aankwamen. Hier vonden wij den heer en Mevr Retemeyer. Te 3 ure aten wij zeer lekker en hadden een zeer goed nagerecht. Vervolgens bezichtigden wij het paleis dat ons wel gemeubileerd maar elendig verbouwd en verknoeid toescheen: ook het park beviel ons niets, veel minder de bespottelijke naald of zuil met hare afgodische inscriptie in vier talen.
Soesterweg
Aan de achterkant van het station vind ik de oude Soesterweg. Aan weerszijden mooie volgroeide bomen. De straat bestaat uit gegentrificeerde delen met ruime voortuinen, stukken met verwaarloosde stoeptegeltuintjes waar verroeste scooters wachten op de dood, en leegstaande horeca van het kaliber Havanabar, kebabzaak en iets dat Barbarella heette. Wanneer de oude weg overgaat in een drukke N-weg, sla ik even rechtsaf. Ik volg nu een stukje Westerborkpad met straks een pad langs de spoorlijn. Op papier had me dat een smal eenmanspaadje tussen het groen geleken, maar ik kom bedrogen uit. Het is een doorgaande asfaltweg met weinig schaduw langs akkers en weilanden. Op deze warme dag geen plezier. Aan de andere kant van het spoor zie ik de torens van Soest. Had ik nu maar voor de route door het dorp gekozen (paarse lijntje op de kaart), dan had ik nog wat te zien gehad. Veel toeristisch fietsverkeer op deze weg. Geen wandelaars, begrijpelijk.
Spoor
Ter hoogte van Soestdijk besluit ik het Westerborkpad te verlaten en via een sluiproute naar de ‘bespottelijke naald’ te lopen. Op de kaart lijkt er een weggetje langs een waterzuivering te zijn. Het bordje doodlopende weg dat ik even later passeer, negeer ik. Het weggetje langs volkstuintje wordt smaller en smalller, gaat over in een karrespoor en loopt tenslotte dood op een het enkelspoortje van de sprinter uit Baarn. Een hek van Prorail met een bordje ‘verboden toegang voor onbevoegden’ bevestigt de mislukking nog eens. Geen zin om de anderhalve km terug te steken. Ik zie dat ik me door wat bramenstruiken langs het hek kan werken. En dan maar kijken of ik er aan de ander kant ook weer uit kan. Du moment dat ik langs het talud naar boven klim komt er een sprinter aanrijden. Met heel mijn lichaamstaal probeer ik de machinist te laten zien dat ik hier alleen maar wederrechtelijk probeer over te steken en niets kwader in de zin heb. Ik schiet zo ver mogelijk naar de kant, kijk de andere kant op en neem een afwachtende houding aan. Ik vind het een nare ontwikkeling dat de NS het spoor zodanig dichttimmert dat je nergens meer even kunt oversteken. Het zijn van die harde blokkades in het wandellandschap. Vroeger gingen we met hele gezin nog bramen plukken langs de rails, als een zondagmiddaguitje! Als de rails dan begonnen te zingen, dirigeerde Pa en Ma je naar een veilig plekje onder de waarschuwing dat meegezogen kon worden als je niet oppaste. Hun toon duldde geen tegenspraak. Iets in mij vindt dan ook, dat ik heus geen domme dingen zal doen en dat ik gewoonterecht hebt om me langs de rails te begeven. Maar ondertussen begrijp ik ook wel hoe een machinist het moet ervaren, dus ik schaam me wel, daar met mijn afgewende hoofd.
De 'bespottelijke naald'
Soestdijk
Aan de ander kant van het spoor vind ik een stukje verderop olifantenpaadje het talud af naar een ander doodlopend weggetje en zo komt alles weer goed. Over de Stadhouderslaan loop ik naar de naald. Bespottelijk is niet de eerste associatie, maar mooi is anders. De naald, ter herinnering aan prins Willem van Oranje en Quatre-Bras (Waterloo), is het eindpunt van de zichtlijn vanaf Paleis Soestdijk (sinds 1765 van de Oranjes). De herberg van Schimmel waar de jongens verbleven op de hoek van de huidige Vredenhofstraat is al lang geleden afgebroken.
Ik wandel door het Baarnse bos, waar vroeger koninklijke ommetjes werden gemaakt. Vooral Emma schijnt daar veel vertoeft te hebben. Misschien liep ze toen ook al door de berceau, het slingerende paadje onder de naar elkaar toe gesnoeide bomen, zodat haar bleke huid, het schoonheidsideaal uit die dagen, niet door de zon beroerd zou worden. Het park werd nog niet zo lang geleden gerenoveerd waardoor de grote vijver en de berceau weer een royale allure kregen. Ik stiefel door naar het nabijgelegen station van Baarn omdat ik graag voor vier uur wil inchecken. Ook het afstaan van het gewoonterecht van de kortingskaart valt mij zwaar. Sinds 1 januari 2021 geldt ook voor mij, NS- daluren/kortingskaarthouder sinds 1984 (!), dat er in de avondspits een vol tarief geldt. Ik voel nog steeds weerstand tegen deze maatregel. Wie schetst mijn verbazing wanneer ik de stiltecoupé tussen Hilversum en Amsterdam weer de belster van de heenweg ontwaar. Ze herkent mij ook, zoveel is duidelijk. Dit keer houdt ze het op intensief appen in stilte. Wel kauwt ze daarbij een papieren zak gefrituurde hapjes luid krakend leeg. Maar dat kan ik hebben.
Volgende deel
Bekijk alle delen op de Overzichtspagina Van Lennep.
Praktische informatie
Startpunt station Amersfoort
Eindpunt Station Baarn