Over wandelen in het noorden gesproken: wat dacht je van de Arctic Circle Trail (ACT)op Groenland? Karijn Dillmann en Lodewijk Muns liepen deze route van ca. 160 km in de zomer van 2017. Ik sprak met Karijn over haar ervaringen.
Karijn en Lodewijk houden van trektochten in volstrekt verlaten noordelijke streken. Vorig jaar deden ze de van God en alleman verlaten Cape Wrath Trail in het uiterste noorden van Schotland. Een ruige ongemarkeerde tocht met nauwelijks bevoorradingspunten. Ondanks de bijna permanente regen en regelmatige sneeuwstormen voltooiden ze de 370 km lange tocht blijmoedig en tevreden.
Exotisch Groenland
Dit jaar kozen ze voor het nog schaarser bewoonde Groenland. Ik had zelf de naïeve gedachte dat Groenland het hele jaar door wit was. Omdat het onder een enorme ijskap ligt. Een land waar hier en daar een paar dappere Groenlanders woonden op een dieet van vis, zeehond en een paar uit Denemarken geïmporteerde diepvriesgroentepakketjes.
Naast de oorspronkelijke bevolking stelde ik me een handjevol permanent bibberende expat-Denen voor die er allerlei onderzoeken deden naar het smelten van het ijs en het bewaken van zaadbanken in de vrieskou.
Groene kuststrook
Maar het ligt dus genuanceerder. In de zomer zijn de kuststreken van Groenland groen en daar zijn enkele routes gemarkeerd. ‘Het toendralandschap lijkt best op verlaten streken van Schotland’, vindt Karijn. Ongerepte groene heuvels, weinig bomen, veel water. ‘Er zijn heel veel meertjes’, vervolgt ze, ‘maar die worden bedreigd door de klimaatverandering. Omdat de permafrost afneemt kan het water wegsijpelen in de bodem tot de meertjes uiteindelijk geen meertjes meer zijn.’
Ik zie op de foto’s dat het landschap ook erg aan de hoogvlaktes van Noorwegen doet denken. De heuvels zijn bekleed met dwergberkjes, kruipwilgen, mossen, veenpluis en kraaihei. Een uitzondering vormt de nationale bloem van Groenland: het dwergwilgenroosje.
IJskap
Het bijzondere aan Groenland is de ongereptheid en het indrukwekkende ijslandschap. Hier net boven de poolcirkel kun je de ijskap al op de eerste dag bezoeken. De ACT loopt vanaf Kellyville, naar het kustplaatsje Sisimiut. Je bevindt je hier op gelijke hoogte met Moermansk en nog een tikkie hoger dan het noordelijkste randje van IJsland. Het pad begint 17 km van het internationale vliegveld Kangerlussuaq. Het vliegveld is niet meer dan een eenvoudige landingsbaan met een terminaltje midden in de natuur. ‘Maar voordat je aan de tocht begint, moet je zeker de ijskap bezoeken’, zegt Karijn. Die ligt in oostelijke richting. Karijn en Lodewijk zetten hun tent op vlakbij Point 660, een plek aan het einde van een dirtroad, waar je de ijskap zonder problemen kunt betreden, wat ze ook gedaan heeft. Ze sliepen op een soundtrack van krakend en zuchtend ijs. Een sprookjesachtige overnachting in een indrukwekkende omgeving.
Volle bepakking
Daarna beginnen ze aan de eigenlijke tocht. Daarvoor worden eerst de rugzakken heringericht. Want voor de ACT ben je volledig op jezelf aan gewezen. Al het eten moet bij vertrek in de rugzak zitten. Er zijn schuilhutten onderweg, eenvoudige rode houten huisjes met vier tot zes slaapplekken, soms met een kachel, maar die liggen op relatief grote afstand van elkaar. Het is aan te raden om je eigen tent mee te nemen, zodat je niet van de hutten afhankelijk bent. Ze kunnen druk bevolkt zijn, zeker als het weer tegenzit. En in slechte weersomstandigheden kunnen ze onbereikbaar ver weg zijn.
Karijn en Lodwijk startten met 25 kilogram op hun rug. Karijn heeft in Nederland al het droge eten ingeslagen en per portie verpakt. In de supermarkt van Kangerlussuaq doen ze nog wat laatste inkopen. Er worden naast geïmporteerde Deense waren ook jachtgeweren verkocht. Een jachtgeweer is een basisbehoefte van de Groenlanders, vertelt Karijn. Er wordt veel op rendieren gejaagd, die voorzien in de vleesconsumptie van de bevolking.
Karijn en Lodwijk wapenen zich echter met kaart en kompas en trekken door de toendra. De route is gemarkeerd met steenmannetjes. Dat vindt Karijn eigenlijk jammer. Het liefst loopt het stel door ongemarkeerd terrein, volledig aangewezen op zichzelf. Veel mensen komen ze niet tegen, maar het zijn er toch meer dan ze gedacht hadden. Later bleek dat jaarlijks ongeveer 1000 mensen de ACT doen, het pad groeit in populariteit. Aangezien de herfst (eind augustus, begin september) de beste tijd is omdat je dan niet zoveel last hebt van de muggen, zul je dan ook de meeste wandelaars tegenkomen.
Toendra
Het is een prachtig en afwisselend traject met veel herfstkleuren. Onderweg zien ze poolhazen, rendieren en muskusossen. Ze lopen zo’n 15 km per dag, dat wil zeggen 15 km op de kaart. In de praktijk zullen het een paar km extra zijn, vanwege het slalommen door het drassige terrein. Aan het eind van de middag kijken ze uit naar een plekje voor de tent. Een vlakke enigszins droge ondergrond in het natte terrein is nog best moeilijk te vinden.
De kaart geeft wel aanbevolen kampeerplekken aan, maar daar ligt vaak afval. ‘ Dat viel me wel tegen’, zegt Karijn. ‘Je zou toch verwachten dat de wandelaars die hier naar toe kwamen zich wel zouden houden aan de regel dat je al je afval met je meedraagt’. Dus op die officiële kampeerplekjes staan ze niet vaak.
Bij het kanocentrum op ongeveer een derde van de route liggen een paar kano’s die je vrij kunt gebruiken. Ze maken die middag een tochtje over het meer, een leuke afwisseling met het lopen door het zompige vaak zware terrein.
In het waterrijke gebied moeten af en toe riviertjes overgestoken worden. Bruggen zijn er niet, dus je moet ze zelf doorwaden. Halverwege de tocht stroomt Ole’s Lakseelv, de grootste rivier. Daar is wel een brug, maar 3 km van de route af. Karijn en Lodewijk kiezen voor het doorwaden.
Voor de kleinere stroompjes deden ze dat op crocs, maar bij diepere rivieren houden ze de wandelschoenen aan. Voor grip en stabiliteit. Een spannend momentje is wel, het doorwaden van het ijskoude water tot boven de knie, vooral in de laatste dagen toen het vreselijk was gaan regenen, maar het ging steeds gesmeerd. Karijn maakte zich wel zorgen over een oude man, zeker ruim in de 70, die ze onderweg tegenkwamen en die een breekbare indruk maakte. Ze hoopt nog steeds dat hij goed is overgekomen.
Karijn en Lodewijk zijn onder de indruk van het landschap. De afwisseling in het landschap is groot. Bergen, dalen, meertjes bieden steeds een nieuw uitzicht en de herfsttinten in het landschap zijn verrassend kleurrijk. Het was bijzonder om een Groenlandse vrouw tegen te komen die net een rendier had geschoten, ze vervoerde het karkas op haar hoofd en schouders. Je bent echt in een exotisch deel van de wereld, waar de weersomstandigheden alles bepalend zijn.
Schuilhut
Op een avond kozen ze vanwege de harde wind, die de tent tegen de grond drukt, voor een overnachting in een schuilhut. Ze waren de eersten die aankwamen. Later kwamen er nog drie mensen bij en werd het al inschikken, maar het was een gezellig clubje. Behalve de mensen moest er een plaatsje gezocht worden voor druipende regenpakken.
Toen later op de avond nog een paar hikers aankwamen werd de druk op de beschikbare ruimte wel erg groot. Niet in het minst omdat de drie prestatielopers nogal ongelikte beren waren, die met hun dikke ikkes het huisje overbevolkten en bovendien hun gastankjes zomaar achterlieten. ‘Maar dat is natuurlijk altijd het risico bij het delen van de beschikbare ruimte’, zegt Karijn berustend. ‘Je hebt je gezelschap niet voor het uitkiezen’.
Na elf dagen komen ze aan in het kustplaatsje Sisimut, een verzameling kleurrijke huisjes op een rotsige kust. Maar hun tocht beeindigden ze in Ilulissat met zicht op de Disko Bugt. Daar in de baai stromen meerdere gletsjers de zee in, met de vorming van ijsbergen tot gevolg . Het is bitter koud op hun laatste kampeerplekje. De sokken zijn ’s nachts bevroren, maar het uitzicht op als die arctische schoonheid bij het ontbijt is alle ontbering waard.
Artic circle trail praktisch
Afstand: 160 km met varianten tot 200 km
Benodigde tijd: 9 tot 12 dagen
Beste tijd: in de herfst heb je de ideale combinatie van voldoende daglicht en weinig muggen. In de zomer (juli/begin augustus) liggen de temperaturen hoger maar zijn de muggen een echte stoorzender.
Onderdak: eenvoudige shelters aanwezig, maar eigen tent mee is aan te bevelen
Eten en drinken: Al het eten moet je zelf meenemen. Er is geen enkele nederzetting onderweg. Het water uit de rivieren en meren kun je drinken.
Zwaarte: middelzware tocht. De hoogteverschillen zijn niet groot, maar het terrein is door moerasachtige omgeving vaak zwaar.
Er naar toe: Vliegen via Kopenhagen