In de augustus 2024 liep ik met Gea van Veen (Via Gaia) een pelgrimsroute in het spoor van de Heilige Birgitta van Zweden. We liepen van Jönkoping naar Vadstena. Kijk voor een praktisch overzicht op de pagina Andere Olavspaden.
Vadstena
We staan bij de bushalte in Vadstena om naar Jönkoping te reizen. Er zitten ook twee oudere zusters van de orde van de Birgitta in vol nonnenornaat. Ze hebben schone, ongeschonden gezichten. Ze kijken op hun smartpone, net als iedere moderne sterveling. Toch een raar beeld. Maar waar bij de oudere burger een betaalpasje in het hoesje steekt, zijn hier bidprentjes zichtbaar.
Ik ben met Gea van Veen onderweg. Gea maakt de fietsgidsen van de pelgrimsroutes in Scandinavië. We gaan nu samen de route van Jönkoping naar Vadstena lopen. Voor Gea haar eerste meerdaagse wandeling, en ze weet niet zeker of dat haar zal bevallen.
Gea heeft er al weken fietsresearch in Noorwegen opzitten. Ik ben een paar dagen geleden op Linköping geland. Een vliegveld als een bushalte. Je staat na 5 minuten buiten met je ruimbagage. Gea heeft me opgehaald en we zijn naar Vadstena gereden. Daar konden we overnachten in het pelgrimscentrum en Gea's auto en fiets veilig achterlaten. Het pelgrimscentrum ligt prachtig bij de kerk, een stokoude boomgaard en een kloosterruïne. Vadstena is het belangrijkste pelgrimsoord van Zweden. Het is het Trondheim van Zweden, bij wijze van spreken. In Vadstena draait het om de Heilige Birgitta en de orde die ze in de 14e eeuw stichtte. (Lees hier meer over Birgitta).
Vadstena is een prachtig stadje aan het grote meer Vättern. Met kerken, kloosters, een ruïne, museum en een burcht. Allemaal gelegen in een parkachtige omgeving waar je ook een eeuwenoude boomgaard kunt vinden. Het stadje zelf heeft nog veel pittoreske historische hoekjes en in het centrum is het prettig toeven.
Maar nu reizen we naar het beginpunt Jönkoping om na een dag of acht echt aan te komen in Vadstena. Het is een vrij ommelandse reis met 3 x overstappen, maar na een uur of drie zijn we er. We hebben na enkele intensieve belrondes een slaapplek kunnen bemachtigen. Heel hotelhoudend Jönkoping had nl zijn prijzen torenhoog opgeschroefd vanwege meerdere festivals, waaronder iets met trucks. Via onze contacten in Vadstena konden we in een parochiehuis terecht. De sympathieke priester leidt ons rond. Er is een fijne keuken en een kamer met een paar matrassen voor ons. En nee, we hoefden echt niets te betalen.
We lopen nog even naar de Sophiakerk waar de route begint en treffen een koster die een stempel in ons paspoort kan zetten. Daarna bezoeken we het lucifermuseum. Want de lucifers in dat beroemde doosje met de zwaluw komen oorspronkelijk hier vandaan. Jönkoping is een aardige stad met een lang industrieel verleden.
Ook altijd gedacht dat säkerhets tändstickor veilige tandenstokers betekende?
Niet dus. Het zijn veilige aansteekstokjes (tänd = aanmaken, stickor = stokjes. Het veilige zit in het feit dat de lucifer alleen ontbrandt wanneer die tegen het speciaal bewerkte vlak van het doosje wordt afgestreken (en niet langs een muur of de zool van een cowboylaars).
Jönkoping - Kaxholmen 17, 5 km
Onze eerste wandeldag was landschappelijk niet heel interessant. We liepen binnen gehoorafstand van de snelweg en onze route volgde vooral asfaltwegen. Het begin was nog wel aardig, in de groenstrook langs het meer met verre uitzichten over het water, een bloempad langs het festivalterrein met trucks, en door het dorp Huskvarna (iedereen boven de 50 hoort nu ‘Uit Zwee-den' in zijn hoofd, vanwege de naaimachinereclames uit de jaren '70.).
Later werd het wat saaier, mede door het weer. Het werd erg grijs en af en toe viel er ook wat regen. De smalle wegen waren wel groen, maar veel viel er niet te zien. Kaxholmen bleek een weinig enerverend dorp. Maar we werden hartelijk (en gratis) ontvangen in het parochiehuis en Gea had haar persoonlijk record gevestigd. Niet eerder liep zij 17 km aan een stukje. Ze had wel last van haar teen en een klein blaartje, dus liep ik naar de supermarkt 1 km verderop. Ook in dit parochiehuis kon wij vorstelijk koken en een goed bed improviseren.
Kaxholmen – Olmstad 19 km
Het is wederom een grauwe dag, maar gelukkig lopen we snel van het asfalt af en komen we op zachte bospaden. De markering laat ons behoorlijk in de steek, maar de gps houdt ons op het juiste pad, hoewel het woord pad na enige tijd wel een groot woord is voor de route die ons dwars door een stuk drassige kaalslag leidt.
Wanneer we weer vaste grond onder de voeten hebben komen we bij een kampeerplekje met een nogal morsig stokoud hutje, waar zojuist een Tsjechisch gezin aan het opbreken is. Ze lijken het hier naar hun zin te hebben gehad. Wij pauzeren hier even in gras en genieten van het uitzicht over de weilanden. We vervolgen door een bos waar nieuwe windturbines in worden gebouwd. De aanblik daarvan stemt ons niet vrolijk. Wanneer we het bos weer verlaten opent het landschap en lopen we langs een akkerrand naar een kerk.
Er wordt net iemand ten grave gedragen. Een kist met bloemen en daarachter een groepje rouwenden, keurig gekleed in donkere tinten. We lopen de kerk binnen waar we in de koffiehoek een kopje koffie kunnen improviseren. Een vrouw (die de organiste blijkt te zijn), spreekt ons aan. Ze had via de tamtam al gehoord dat er pelgrims onderweg waren en ze herkent ons als zodanig. We voelen ons gezien. De organiste klimt naar het orgel en gaat 'The Circle of life’ instuderen voor een doopsel. We herkennen de Disneyhit in het orgelarrangement, al mag van ons het tempo wat opgevoerd worden.
Het laatste stuk is een mooie landweg met rode huizen en oude eiken. Gea heeft blaren en is moe. Daarom gaat zij kwartier maken in het parochiehuis en loop ik en tegenovergestelde richting naar de supermarkt. Wanneer ik wat later arriveer vind ik Gea in een geelhouten en weer een heerlijk ruim parochiehuis tegenover een pittoreske oude kerk. Omdat er geen dekens zijn en Gea alleen een lakenzak heeft meegenomen, moet ze haar toevlucht nemen tot dikke tafellakens als beddengoed. 's Nachts steekt er een storm op en striemt de regen tegen de ruiten.
Olmstad - Gränna 17 km
We beginnen vandaag in onversneden mooi weer. We lopen over heerlijke landwegen tussen de houten huizen en nemen de eerste pauze in een stukje grasland vol margrieten en boterbloemen. Dan lopen we door een bos naar de oever van Vättern. De oever bestaat uit groene kliffen. Het pad gaat op en neer over rotsen en stukjes eenmanspad. Het is er prachtig, met zicht op het meer en mooie begroeiing. De voortgang is wel langzaam en Gea heeft last van haar voeten, maar het weerhoudt haar niet van het genieten.
Daarna meer landwegen met mooie houten huizen. Zonder uitzondering hebben ze een of meerdere appelbomen in de voortuin. Het fruit ligt voor het oprapen. Af en toe proberen we een appeltje, maar ze zijn over het algemeen toch te zuur.
Na een oude watermolen bij een schilderachtige waterval lopen we Gränna in.
Een plaatje van hoofdstraat. Eentje die zo in een aflevering van Pipi Langkous zou passen. Houten winkels in alle kleuren met vrolijke zonweringen en gezellige etalages.
Gränna blijkt bekend te staan om de Polkargris, een rood-witte zuurstok met muntsmaak. De Polkargris werd hier ‘uitgevonden’. Veel toeristische winkeltjes zijn aan de zuurstok en aanpalend snoepgoed gewijd.
We overnachten wederom in het parochiehuis. Pal naast de kerk in de hoofdstraat. Heel gezellig. Ondertussen weten we dat er maar enkele tientallen pelgrims per jaar dit pad lopen. We hebben het hele pand voor onszelf. Het gaat weer iets minder goed met Gea's voeten maar ze wil van geen ophouden weten.
Volgende deel: St. Birgitta Way II