april 6799Veendam – Zuid-Laren

Jacob en Dirk namen nog diezelfde dag “een rijtuig om ons verder te brengen, terwijl de regen al gedurig aanhield.” Nu kwamen wij na anderhalf uur rijdens te Sapmeer (...).

Een half uur later, te zeven ure kwamen wij in de groote herberg het Posthuis aan 't Hoogezand, de hoofdplaats van het Gerecht. Ook hier zijn aan weerskanten van het diep sierlijke huizen, tuintjens, plaatsen, timmerwerven en allerlei soorten van molens.

Wij overbruggen het stukje van Veendam naar Hoogezand heel comfortabel met een treintje van Arriva. Waar Jacob en Dirk 2 uur nodig hebben, zijn wij in een goed kwartier klaar.

april 6715 1

Herberg 't Posthuis staat er nog, al is de naam veranderd in Hotel Faber. Ook in Hoogezand nog sporen van een 'gouden eeuw'. Sterker nog, er hangen oude foto's aan een muur met een suggestie voor een wandeling langs de historische gebouwen. Die liggen precies op onze route en daar vermaken we ons een half uurtje mee.

april 6718

Ook Hoogezand is groot geworden met de vervening en scheepvaart. Toen die tijd afliep en de scheepsbouw zich naar plekken met meer ruimte verplaatste, werden er op het zand huizen voor de welgestelden gebouwd. Het Winschoterdiep werd gedempt. En juist uit die tijd is er nog best veel te zien.

april 5 8f08ce8d954d

We gaan zuidwaarts, op weg naar Kropswolde, langs een lommerrijke weg met prachtige bomen, een molen en mooie oude boerderijen. Fijn, want de temperatuur loopt alweer flink op.

's Morgens te vijf ure vertrokken wij van 't Hooge Zand en togen een land door, hetwelk ons op een welbeplantten weg naar Kropswolde voerde. (...). Het dorp bestaat uit verspreidde boerewooningen en is 1¼ uur lang. Aan onze rechterzijde hadden wij een fraai uitzicht over het Zuidlaerder meer, wiens golven somtijds zeer onstuimig zijn, en aan weerszijden staken fraaie eiken en beuken hunne toppen uit het kreupelhout der hofstede Leinwijck op. Na twee uren gaans bevonden wij ons aan een molen op de heide, en waren in Drenthe.

april 0 a82a 64b4808c7475

Tegen de tijd dat wij bij het Zuidlaardermeer zijn is het ronduit zweten geblazen. We kunnen over een zacht pad langs de oever lopen. Prachtig tussen de rietkragen en wat struweel. Maddy, die dit jaar haar vogelhobby naar een hoger niveau heeft getild, komt oren en ogen tekort en trekt haar verrekijker. Ze spot rietzangers, rietgors, snor, gele kwikstaart fitis en tuinfluiter. We komen door het gebiedje dat Leinwijk heet, maar van een hofstede is geen spoor meer te zien.  Het zachte pad gaat over in een oude zomerdijk waar we over het gras in de volle zon lopen. Erg warm, maar heerlijk stil. Onder een solitaire boom is het fijn pauzeren.

april 6725

Uiteindelijk staan we weer op de weg en tegelijkertijd op de grens van Groningen en Drenthe. Over een graspad langs een molen (de heide is hier verdwenen) en een boomloze vaart lopen we recht op Zuid-Laren af. Tegen de tijd dat we langs nog een molen het centrum bereiken zijn we compleet doorgestoofd. Dus halen we eerst een hoorntje met een bolletje malaga die we op een bankje op de Brink soldaat maken, voor we in het hotel inchecken.

 april 6727

Het dorp deed zich uit een bekoorlijk bosch van hooge eiken zeer aangenaam voor en bedroog onze verwachting niet. Midden in hetzelve is een open plein van 2 à 300 roeden omtrek, omplant met eiken, en van goede fraaie huizen omringd, die echter alle verspreid staan; hetgeen een allerteekenachtigst uitzicht oplevert.

Zuid-Laren, een van de leukere Drentse brinkdorpen, kennen we van het Pieterpad en we verheugden ons er al op. Maar vandaag is het er wel ontzettend druk. Door de smalle hoofdstraatjes kruipen de auto’s voort en hier en daar zien we wat schermutselingen tussen de diverse verkeersdeelnemers. Maar 's avonds, wanneer de dagjesmensen opgezouten zijn keert de rust weer.

Maddy heeft zich ondertussen vastgebeten in het googelen naar de open plek naast ons hotel. Daar stond vroeger iets, maar we weten niet meer wat. Na tijdje krijg ik een foto op haar mobiel te zien: de prins Bernhardhoeve, een groot expo-gebouw uit de jaren ’50, afgebroken in 2016. Van de plannen om er woningen te bouwen is nog niets zichtbaar. Alleen de Albert Heijn doet al goede zaken in de hoek van het terrein. We pikken een ouderwetse Chin-Ind voor het avondeten en lopen nog een rondje door het dorp.

april 6777

Rond de havezate Laarwoud huist een kolonie roeken in het oude parkbos. Er zitten honderden nesten in de hoge bomen en het gekras dat ze samen produceren is zowel indrukwekkend als onheilspellend.

Maar de Apocalyps blijft ook deze nacht uit.

Zuid-Laren – Assen 

In de zonnige ochtendstond lopen we Zuid-Laren uit. Eerst langs diverse brinken, dan over het terrein van een psychiatrische instelling. Een ruim en groen terrein zoals die vroeger op veel meer plekken aanwezig was. Het afschaffen van deze heerlijk rustige enclaves is weer zo'n beslissing waarvan je toendertijd al vermoedde dat dat geen goed idee was. Toen dacht men dat het beter zou zijn om mensen met psychiatrische klachten in ‘de maatschappij te houden'. Terwijl zo'n prikkelarme omgeving in het groen toch juist kan bijdragen tot herstel.

april 6683

We lopen nu over het Pieterpad en dat is te merken. We komen de ene na de andere wandelaar tegen. Veel solo-wandelaars valt ons op. Het is een prachtig traject in het beekdal van de Drentse Aa. Heerlijke onverharde eikenlanen met doorkijkjes over het stroomdal. Soms zien we een watertje stromen, meestal blijft dat verborgen tussen de rijke weides van het beschermde dal. Het ideale natuurlandschap voor de wandelaar en omdat het gulle kilometers lang aanhoudt extra speciaal.

april 6732

Op een smal voetgangersbruggetje is een jongen aan het sporten. Hij gebruikt de leuningen als de gelijke leggers van een turnbrug. Hij maakt geen enkele aanstalten om ons te laten passeren. Wanneer we vriendelijk maar beslist vragen of we er even langs mogen, onderbreekt hij zwijgend en met tegenzin zijn oefeningen. We wurmen ons langs zijn zweetgeuren, omdat hij geen stap opzij zet.

De enige verklaring voor zijn gedrag vinden we in de theorie dat hij of autistisch, of dwangneurotisch is en dat hij nu zijn hele oefening opnieuw moet doen omdat hij werd onderbroken bij het tellen van zijn push-ups.

Niet veel later zijn we zelf nogal dwangneurotisch bezig wanneer er achter ons een jong gezin loopt waarvan de ouders hun zoontje nogal luidruchtig aan het opvoeden zijn en hem proberen te motiveren tot een bepaalde schoolkeuze. We vinden tijdens het wandelen weinig meer hinderlijk dan hard pratende mensen in je nek. We laten ze passeren en even later slaan ze een ander pad in tot onze opluchting. Maar een paar kilometer later lopen ze weer vlak achter ons. Er lijkt nog steeds geen school gekozen te zijn. We laten ze wederom voor gaan, maar alsof de duvel er mee speelt komen we na nog een paar kilometer weer in hun vaarwater. Dit keer moeten wij gelukkig snel een ander kant op.

april 6789

Nu opende zich voor ons een stuifzandzee, geweldig door de wind in ons aangezicht gedreven. Niet lang echter hield dezelve aan: eene heide doorgetrokken zijnde, rusteden wij een oogenblik op de overblijfselen van een ingevallen Hunnebed, en kwamen daarna in de essen (zoo noemt men hier de korenvelden).

We komen aan het Balloërveld, nog een restje van de stuifzandzee en lopen daar een mooi stukje over. Niet veel later staan we in Loon.

april 6739

Zeer lief en bevallig was het gehucht Loon, twee uren van Zuidlaren gelegen. Daar traden wij in een kroegje dat als de andere huisingen uit allerlei materialen gebouwd was. Eene oude toverheks wachtte ons bij een blakend vuur op; hare taal was onverstaanbaar, en zij het levend zinnebeeld der morsigheid: de melk diende zij ons toe in glazen, welke zij met hare vuile handen had afgespoeld; terwijl boven ons hoofd eene menigte kippen op den zolder de granen pikten en zooveel leven maakten dat de vrouw zich genoodzaakt zag gedurig met een' stok tegen den zolder te slaan om ze te doen stil zijn.

Loon is klein boerderijendorp. De boerderijen behoren intussen aan de rijken. Ze liggen strakgerestaureerd achter hun bijbehorende auto’s. De herberg op het centrale kruispunt, heeft het morsige verleden uit de tijd van Jacob en Dirk al decennia geleden van zich afgeschud en is nu met de zoveelste verbouwing bezig. Ze zijn gesloten.

Het is erg warm geworden en we besluiten de bus naar Assen te nemen. Geen zin om de laatste kilometers door Vinex en langs bedrijventerreinen te lopen in stovende zon. En zo staan we 20 minuten later in hartje Assen.

Te half een waren wij in de boschjens rondom Assen gelegen, en genaakten, langs een vrolijken met haagjens en bosschen omgeven weg, niet De herberg, zoo als Van Hogendorp dacht, maar een Fransch Instituut waarin dezelve veranderd was. Daar wij ons goed verzonden hadden aan het adres van de Nieuwe Herberg en deze in Assen niet bestond, liepen wij het vlek rond, en kwamen eindelijk bij Donker aan de Smildervaart, die ook van ons goed niets afwist, maar ons overal rond leidde om het te zoeken. Na een uur van den schipper naar den besteller en van den besteller naar den veerman geloopen te hebben, vonden wij eindelijk ons goed in eene andere herberg, waar van daan wij het weder bij Donker, in het wapen van Drenthe, brengen lieten.

Onderweg naar ons hotel lopen we langs de terrassen van Assen. Het is stampvol. Voor de ijssalon staat een lange rij. Kleine kinderen vermaken zich met de bedriegertjes op het plein. Het is plotseling hoogzomer in de hoofden van de mensen.

april 6811

Nadat we ons hebben opgefrist verkennen we de stad. En die valt helemaal niet tegen. Het voormalige klooster waar nu het Drents museum in huist, de mooie oude straten en de kop van de Smildervaart waar Het Wapen van Drenthe nog fier staat uit te kijken over het water. We vinden een aardig restaurant en besluiten de dag met een hoorntje uit de ijssalon waar de rij nu tot een aanvaardbare lengte is geslonken.

Te zes ure begaven wij ons in het Asser bosch, dat eene uitgestrektheid van 2 a 300 morgen heeft. Een lange laan, aan den beginne met zware beuken en verder met dennen beplant loopt midden door hetzelve en scheidt de starrebosschen en lanen, welke ter wederszijden dezelfde figuren maken, zoodat men het bosch als een boek toeslaande, de beide helften juist op elkander' zoude doen passen. Zeer kwelden ons de muggen die onder de dennen in menigte rondzwarlen. Na twee uren dwalens keerden wij, schreven brieven en gingen te elf ure bedwaarts.

De volgende ochtend is de zomer weer geweken en lopen we onder grauwe natte hemel een stukje langs de Smildervaart. Jacob en Dirk maakten nog een hele inspectiewandeling van een kilometer of tien de vaart af, waarbij ze de vervening, de nieuwe plaggenhutten en veel heide zagen, maar wij houden het bij een korte kennismaking. Nog niet zo heel lang geleden was de vaart zodanig afgezet met dammen dat het centrum van Assen niet meer met de boot bereikbaar was, maar ondertussen is de doorvaart met behulp van bruggen hersteld wat de haven weer wat allure geeft. Ook geven de oude huizen die nog langs de vaart staan een prettige vibe.

april 6748

Daarna gaan we naar het Asserbos, een van de oudste bossen in Nederland en daar terecht beroemd om. Het grootste deel stamt uit de periode 1765-1784. Het werd aangelegd als een sterrenbos met veel rechte lanen, die op verschillende punten in een ster bij elkaar komen. 

april 6753

Het is een heerlijke groene oase met veel oude eiken, begraafplaatsen, vijvers en vooral veel monumentale lanen. Maddy spits onmiddellijk de oren en hoort diverse bosvogeltjes. Ze wordt daarbij net als Jacob door muggen gekweld. We doorkruisen het hele bos en lopen dan naar het Drents museum voor koffie en gebak. Het museum zit vol in de verbouwing maar er zijn nog wat zalen te bekijken. We dwalen er een uurtje rond voor we op de trein naar Amsterdam stappen.