Winschoten – Nieuwe Pekela
Maddy en ik zijn met de trein in Winschoten aangekomen en lopen het centrum in. Het is heerlijk weer. De voorspellingen reppen zelfs van een zomerse week. Opmerkelijk, want we beleven een kletsnat voorjaar, vergelijkbaar met de kletsnatte zomer van 1823.
We lopen even langs het hotel der Nederlanden waar Jacob en Dirk overnachtten, drinken koffie begeleid door een schrikbarend slechte punt appeltaart (ijskoud én smakeloos) op de markt tegenover de kerk en gorden de rugzakken aan voor vier etappes in het spoor van Van Lennep.
Met heerlijk weder verlieten wij Winschoten toen de klok vijf ure sloeg, en wandelden langs eene bekoorlijke, eenigzins heuvelachtige landsdouw door korenvelden en bosschaadjen vol eglantiers en wilde roozen bij de twee uren voort, tot dat wij aan den naakten veengrond, en zoo aan de oude Pekel A. kwamen, waar alom de welvaart ons tegenlachte. De Pekel is een lange streek van ongeveer drie uren gaans en is in Oude en Nieuwe onderscheiden.
De korenvelden en de naakte veengrond zijn veranderd in grasland, maar de Pekel A, de vaart van Winschoten naar Stadskanaal ligt er nog en we kunnen er ook heerlijk langs wandelen. Jacob en Dirk lopen hier wanneer de veenafgravingen nog gaande zijn. De turf, de belangrijkste brandstof in die dagen wordt door een netwerk van vaarten getransporteerd. Veel wordt vervolgens via de Zuiderzee naar Holland vervoerd. Ook is de scheepsbouw nog heel omvangrijk omdat de turfschippers steeds verder voeren in steeds zeewaardiger schepen. Toen de turf opraakte ging de zogenaamde veenkoloniale vaart door. Er werd handelgedreven van Ierland tot de Baltische staten. De sporen van de zeevaart zijn langs het kanaal zo goed als verdwenen. Wel komen we langs de overblijfselen van de strokartonindustrie, maar die lag in 1823 nog ver in de toekomst.
We wandelen eerst een stuk door het groen in het buitengebied van Winschoten en komen dan aan bij de lintbebouwing van Oude Pekela. We worden verrast door de prettige sfeer die aan weerzijden van de vaart hangt en die wordt verbonden met vele kleine witte bruggetjes. Er staan nog veel oude huizen, boerderijen en bedrijfsgebouwen en meer dan eens trekken enorme rode beuken de aandacht. In die zin doet het ons denken aan de weg tussen Hoorn en Enkhuizen. Maar omdat hier een vaart ligt is het een stuk pastoraler. De lintbebouwing houdt aan, ook buiten de kern van Oude-Pekela, en wij vermaken ons prima. Wel valt op dat er beste veel dichtgesmeerde scheuren in de muren zitten en dat meer dan eens een verlaten huis staat te verkruimelen.
Ook opmerkelijk is, dat we heel aardig bejegend worden door de mensen onderweg. Meer dan anders. We vermoeden dat dit het Arnout Hauben-effect is. Een nieuw seizoen van Dwars door de lage landen is zojuist van start gegaan en we denken mee te liften op zijn ontwapenende persoonlijkheid. We waren zelf ook al erg gecharmeerd van de eerste aflevering met een stugge Friese boer en een oude pastoor in een traplift in Dokkum.
We nemen zijn tactiek van laagdrempelig praatjes aanknopen zelf ter hand wanneer we een deur open zien staan bij een voormalige strokartonfabriek. Een man is aan het sleutelen aan een enorm motorblok in de machinekamer. Hij blijkt een van de vrijwilligers die hier het industriële erfgoed restaureert en vertelt er graag iets over. Na een kort rondje vervolgen we onze tocht. Op een kerkhof in Oude Pekela pauzeren we in de schaduw van een prachtige treurbeuk. Op dit oudste stuk met graven uit de 19e eeuw zijn de grafstenen, vol met korstmossen, troostrijk scheefgezakt.
In Nieuwe Pekela doen we wat boodschappen. Onze B&B voor de nacht is niet ver weg meer, en in de voorbereiding bleek er geen restaurant in de buurt te zijn. Met een sober maaltje komen we aan bij de Parel van Pekel. Een fijn kamertje in een groot huis dat verder nog volop in de verbouwing zit. De gastgevers zitten in hun vierde klusjaar. Hij blijft er opgeruimd onder, zij lijkt het soms al behoorlijk zat te zijn. Die scheuren die we eerder vandaag in de huizen zagen, weten zij, komen door de zoutwinning (sinds de jaren '80) in dit gebied. Die is medeverantwoordelijk voor de bodemdalingen in Groningen en ook daar is veel gesteggel met de overheid over de schadevergoedingen.
Nieuwe Pekala – Veendam
In heerlijk zonnig weer vervolgen we de tocht langs de vaart Pekel A. Duidelijk een wat minder voornaam stukje. Relatief veel sterk verwaarloosde huizen. Je kunt eigenlijk niet goed inschatten of er nog een hoogbejaarde man woont die het allemaal niet meer aankan, of er een lijk ligt te ontbinden, of dat het gewoon leeg staat en aan de natuur wordt teruggegeven. Is dit het aanzicht van het leeglopende platteland?
Een vrouw, rommelend in haar tuintje voor een mooi huis, ziet ons passeren en zegt: ‘Dat ziet er goed uit!’ Ze wil graag weten waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Ze vindt dat we goed bezig zijn. ‘Arnout Hauben-effect’, fluistert Maddy wanneer we weer verder lopen.
Na Boven Pekela houden de huizen even op. Langs uitgestrekte akkers met niks erop komen we aan het Stadskanaal en tegelijkertijd aan de grens met Drenthe. Aan de overkant is het veel lommerrijker. De grens tussen Groningen en Drenthe is scherp.
Na drie uren gaans trokken wij anderhalf uur door woeste heide, waar het veen nog opsnee stond als men zegt, en kwamen aan het Stadskanaal langs de scheiding van Drenthe loopende: hetzelve rechts omlangs gaande, kwamen wij tusschen lage popels door na een uur gaans aan het begin der Wildervank.
Ook wij gaan hetzelve rechts omlangs. Het Stadkanaal is breder dan de Pekel A en er loopt ook een wat bredere weg langs. Het lint van huizen en bedrijven aan weerszijden biedt weer veel om even naar te kijken. Pauze op een bankje bij een van de vele bruggen. Een jonge moeder met kind komt net thuis en knikt instemmend naar het tafereeltje met thermoskannen dat wij bieden.
Een stukje verder houden de huizen op en doorkruisen we een woestijn aan saaie nikserigheid. Gelukkig is Wildervank niet ver weg. Vlak voor dit lintdorp staat een monument voor Wijlen K.J. de Vrieze (gestorven 1915), den ijverigen propangandist voor het gebruik van kunstmeststoffen in de veenkolonien, afkomstig van de dankbare veenkoloniale landbouwers. Andere tijden.
Wildervank ligt schilderachtig aan de vaart te blikkeren in de zon. Het is ondertussen vrij warm geworden. Het dorp oogt welvarender dan de Pekela’s. De bloeiperiode kwam met de veenkoloniale vaart. Later kwamen de directeuren van de strokartonfabrieken hier wonen. Strobaronnen, grappen we. Aan de andere kant van de vaart liggen hele mooi oude boerderijen, met oude rode beuken en andere monumentale bomen die het zonlicht filteren.
Deze buurt is weder een uur lang en even dicht als de Pekel bebouwd. - Hier traden wij eene herberg in waar men ons bij een heet vuur in een klein, opgepropt vertrekje bracht. Dadelijk verlangde Van Hogendorp een ander vertrek, en kreeg het (…).
De herberg is afgebroken en vervangen door een ander horecapand. Dat is nog dicht en wij prefereren toch al de schaduw op het mooie kerkhof van de aanpalende 17e eeuwse hervormde kerk (nu cultuurcentrum). Dus daar zoeken we een lekker plekje uit.
De overgang tussen Wildervank en Veendam is naadloos. Alleen het bordje bebouwde kom Veendam verraadt dat we het volgende en laatste dorp van vandaag betreden.
(…) er staan fraaie en groote huizen, welke door hunne nieuwheid vooral uitschitteren. Dan, wijl wij voortwandelden, overviel ons op eens een geweldige orkaan, zoodat wij uit alle macht voortliepen en eene herberg zochten.
Veel van die grote huizen zijn nog te bewonderen. En aan de vele villa’s te zien heeft die welvaart lang aangehouden. Helaas hebben gedempte vaarten en een vrij lelijk overdekt winkelcentrum het aangezicht van het centrum behoorlijk geschonden. Het winkelcentrum staat ook op de plek waar de herberg van Jacob en Dirk ooit stond. Toch zijn er nog sporen van grandeur. Bijvoorbeeld het gebouw van de voormalige HBS waar nu het streekmuseum onderdak in heeft gevonden. Of de fonteinen en decoratieve waterloopjes die het dorp sieren. Dat zien we allemaal tijdens een avondwandelingetje vanuit ons centraal gelegen hotel. De zomeravond valt zachtjes bij terrasgeluiden onder ons raam. Het was de eerste echt zomerse dag van het jaar.
Praktische informatie
Winschoten - Nieuwe Pekela
15 km
Nieuw Pekela - Veendam
19 km