Van Grotle, via Selja naar Herøy
Een grijze ochtend, de wolken kunnen de regen bijna niet meer ophouden. Af en toe motregent het wat. We rijden naar Grotle (in Bremanger) dat zich voorstaat op het hebben van een heerlijk zandstrand. Dat strand is er, heerlijk dramatisch onder deze luchten, maar we komen voor het kerkhof. Het kerkhof ligt pal aan de zee heel pittoresk te wezen.
Grotle
Het is ommuurd met natuursteen. De kerk is al lang geleden afgebroken, toen er elders een grotere kerk gereedkwam. Dat verplaatsen van kerklocaties is veel gebeurd in Noorwegen, jammer genoeg. In 1851 kwam er een wet die het verplicht stelde dat een kerk minimaal 30% van de bevolking moest kunnen plaatsen en daardoor waren veel kerkjes opeens te klein waren en werden ze afgebroken, ook de staafkerkjes!
Maar in Grotle ligt het kerkhof er sinds de middeleeuwen onaangeroerd bij. Dat wil zeggen sinds men de verwaarlozing in 1970 een halt toe heeft geroepen en de boel is gerestaureerd. Het is een heel romantisch plekje geworden, waar iedere grafsteen een verhaal te vertellen heeft. Onze plaatselijke rondleiders vertellen enkele aangrijpende overlijdensverhalen van jonge kinderen en wijzen ons op de alleroudste grafstenen. Een van rondleiders, die het voorkomen heeft van een oude Viking zingt een lokale ballade en laat ons van zijn heerlijke zelf gedroogde haring proeven (die is volgens mij een beetje rins is, maar ik slik het hapje instemmend knikkend door).
Selje
We keren terug naar de haven en nemen opnieuw een ferry. We varen langs de altijd spectaculaire fjordenkust naar Selje. Langs hoge rotsformaties, maar die zijn helaas door laaghangende bewolking deels aan het zicht onttrokken.
Selje
In de mooi oude withouten pastorie van Selje is het pelgrimscentrum gevestigd. Hier kun je informatie over de route krijgen (en een stempel voor je paspoort halen natuurlijk). We krijgen daar een heerlijke smörgåsbord als lunch en kunnen even benen strekken op het heerlijke strandje bij de kerk. Weer een plekje waar je zo een ansichtkaart kan van drukken. En dan moet het hoogtepunt van de dag nog komen.
Selja
We stappen in een klein bootje met een schipper/gids die ons naar het eilandje Selja vaart. Ook weer zo'n ruig eilandje dat wel een beetje op Kinn lijkt. We worden aan de ene kant afgezet en mogen over het gemarkeerde pad naar de andere kant lopen, een heel fijn graspad met wederom prachtige uitzichten over de zee en de naburige eilandjes. Een paar kilometer verder zie we de machtige ruïne van het middeleeuwse klooster verschijnen.
Selja
De zon is inmiddels doorgebroken en de ruïne staat prachtig in het licht. De toren staat nog overeind, verder een plattegrond van lage muurtjes. De schipper, inmiddels over zee naar de andere kant van het eiland gekomen, wisselt van functie en vertelt op meeslepende wijze de legende over de heilige Sunniva die aan dit klooster verbonden is.
Sunniva
De christelijke Sunniva was volgens de overlevering een Ierse prinses die in de 10e eeuw haar land ontvluchtte toen Ierland werd veroverd door een heidense koning. Die koning wilde met haar trouwen, maar daar had Sunniva geen enkele behoefte aan. Zij en haar volgelingen verlieten Ierland op drie schepen zonder zeil, roer of riemen. Ze dreven noordoostwaarts naar de westkust van Noorwegen, dat nog niet christelijk was. De vluchtelingen verstopten zich op de onbewoonde eilandjes Selja en Kinn.
De plaatselijke bevolking was bang voor de vreemdelingen. Ze werden verdacht van het stelen van schapen. Viking-koning Håkon Jarl stuurde daarom een aantal soldaten om ze te doden. Sunniva en haar volgelingen gingen in gebed om God te smeken de grot waarin ze verbleven in te laten storten, zodat ze niet in handen van de heidenen zouden vallen. En zo geschiedde.
Zoals dat gaat in de levensverhalen van heiligen werden er in de jaren na haar dood wonderen op Selja gerapporteerd. Volgens de legende onderzocht koning Olav Tryggvason het eiland in 996 en vond het lichaam van Sunniva geheel intact, alsof ze niet dood was maar alleen sliep. Dat alleen al is een teken van heiligheid. Het zijn namelijk de zonden die het lichaam doen vergaan. Naast het lichaam werd ook een aantal skeletten gevonden. De overblijfselen werden verzameld en in een schrijn geplaatst.
Selja werd een pelgrimsoord, en in de 11e eeuw werd een klooster op het eiland gesticht door Engelse benedictijnse monniken. Rond het schrijn van Sunniva werd een kerk gebouwd. Ook in de grot werd een kerk gebouwd. Olav Harraldson (later Olav de heilige), zou bij zijn terugkeer naar Noorwegen in 1015 op Selja geland zijn om te bidden in de kerk en grot van Sunniva voordat hij ten strijde trok en het land onder zijn koningschap kerstende.
Later verhuisde de schrijn naar Bergen, waar haar het nog een aantal keren bij stadsbranden door de stad gedragen werd, bij wijze van bezwering. Wat er daarna met Sunniva gebeurd is, is onduidelijk. De kerk op Selja verdween in de tijd van de Reformatie. En nu rest die romantische ruïne op het puntje van het eiland. Logisch dat Selja een van de sleutelplaatsen is. We lopen er allemaal verlekkerd rond, ‘schieten vele rolletjes vol’ en beklimmen de steile trap naar de grot waar het allemaal om begonnen is.
En dan neemt de Schipper ons weer mee terug naar Selje. Per automobiel gaat het verder naar Leikanger waar we worden ondergebracht in een wederom heerlijk hotel (met een sfeervol ingerichte kamer met goede douche en een heerlijk bed). Het is eenvoudige luxe, mijn favoriete vorm van luxe.
Herøy
Het is een glorieuze ochtend. De zon schijnt en er ligt een prachtige houten boot op het spiegelgladde water op ons te wachten. Een reconstructie van een type vrachtboot die tussen de 13e en de 19e eeuw langs de kust voer. De lading bestond meestal uit haring, gedroogde vis, levertraan, viskuit en huiden. Op de terugweg werd er graan, zout, wijn hop en textiel geladen. De ‘Anna Olava’ is klaar om ons mee te nemen op een tocht van een paar uur naar het eiland Herøy. De zeilboot, compleet met een kapitein in een stoere schipperstrui, vaart helaas wel op de motor, wat het nodige lawaai met zich meebrengt, maar het is een heerlijke vaart slalommend tussen de eilanden.
Langzaamaan betrekt het weer wat en daalt de temperatuur, maar we komen tevreden en ontspannen aan op het eiland Herøy, waar we afmeren voor het Kystmuseum, het kustmuseum, waar Anna Olava haar thuishaven heeft.
We worden ontvangen door onze rondleiders van dienst en meegenomen op een mooi wandelpad rond het eiland. Er staan veel lijsterbessen en het rood van de bessen kleurt mooi met de beweeglijke lucht. Ondertussen vertelt onze gids over de centrale en beschutte ligging van dit eiland wat in vroeger tijden van groot belang was en goed voor de welvaart van dit handelseiland.
. Daarna worden we ontvangen in een monumentale boerderij waar we een lunch met enorme stapels wafels krijgen aangeboden. Die wafels kun je naast jam en room ook beleggen met allerhande hartig beleg, waar ik deze keer eens flink mee experimenteer.
Na de lunch kijken we bij het betoverend mooie plekje op een heuvel waar vroeger de kerk heeft gestaan. Ook hier werden er nieuwere en grotere kerken elders gebouwd. Wat hier rest is het kerkhof dat al stamt uit de 12e eeuw. Er staat een stokoude werkelijk prachtige boom met aan de voet een paar platte grafstenen. Een A1-locatie voor de doden. In oude tijden moesten de nabestaanden van de overledenen zelf aarde meenemen om de dode te kunnen begraven, zo weinig grond was er op het eiland beschikbaar.
En dan is het tijd om het eiland te verlaten en verder te reizen naar Ålesund. Dat gaat per gewone lijnbus. Met onze koffers staan we opeens wat treurig bij een betonnen abri naast het glimmende asfalt op een bus te wachten. Het regent. Gelukkig hoeven we niet lang te wachten vanwege de uitstekende planning van deze trip.