21 augustus
De weersvoorspelling kwam uit. Het regent de hele ochtend hard. Ik gebruik de tijd om aan mijn gidsjes te werken en alle info die ik in de afgelopen week heb verzameld enigszins te ordenen. (afb: ons verblijf, het rendiercentrum)
Rond de middag wordt het zo goed als droog en vertrekt Willem voor lekker nieuw rondje over de gravelwegen, dat we gisteren op de kaart hebben uitgezocht.
Wanneer ik tegen drieën klaar zit in de kerk, denk ik weer dat er vandaag niemand zal komen. Uit de sombere lucht valt motregen. Maar ook vandaag druppelen er bezoekers binnen, waaronder twee wandelaars. Een jonge Duitse vrouw die stukje loopt en stukjes per bus doet. Zo hinkt-stapt-springt ze langs de afgesloten en de te lange etappes. Ze heeft daar verder geen morele bezwaren bij en lijkt het goed naar zin te hebben. De andere wandelaar is een wat oudere Noor die nogal afgepeigerd binnen treedt. Het is pas zijn tweede dag en hij is nog niet aan zijn rugzak gewend. Omdat het morgen mooi weer wordt, en hij ten volle wil benutten, vraagt hij naar de bijzonderheden van de komende dagen. En daarbij kan ik hem goed van dienst zijn.
De verrassendste bezoeker is een Zwitserse architect, die helemaal weg is van het kerkje. Dol op het beton, enthousiast over de schuin weglopende vloerdelen (parallel aan de schuin lopende muren) en onder de indruk van het lijnenspel in de intieme ruimte. Hij laat mij de ondertussen bekende ruimte met andere ogen bekijken en wijst de stukjes pyriet in het beton aan. Ik wist dat er pyriet gebruikt was, maar niet hoe dat er uit zag, en daar word ik dan weer blij van. Hij is erg sympathiek en we hebben een leuk uurtje samen, dat hij afsluit met een gift in de vorm van een reep Zwitserse chocolade.
Maar de leukste bezoeker is Willem die na zijn toertje langs komt met lekkere zoete broodjes. Hij heeft een leuke rit gehad en treffende foto’s gemaakt, die ik de lezer niet wil onthouden!
Tussen Grymdalshytta en het dorpje Dovre
Tussen Vegaskilet en Haverdalsseter
Tussen Vegaskilet en Haverdalsseter
22 augustus
Het is mooi weer! De kans om nog een wandeltochtje in de ochtend te maken. Ik wil kijken of er een leukere verbindingsroute tussen de Valldalsleden en het Olavspad is, dan de officiële. Daarvoor rijden Willem en ik naar een plekje net voor Dombås. Het idee is om bij de grote steenman Allmansrøysa op het Olavspad te komen. Dan begin je niet alleen op een iconisch plekje, maar krijg je er ook 8 van de mooiste kilometers over Dovre er gratis bij. Het is alleen een behoorlijke klim en Willem en ik gaan kijken of het pad dat op de kaart staat toegankelijk en te doen is.
Omdat ik om 15.00 weer in de kerk moet zijn, staan we voor tienen klaar aan de voet van de berg. Aanvankelijk gaat het makkelijk via een gravelweg licht omhoog, daarna stijgen we over een kletsnat weinig gebuikt, maar wel gemarkeerd pad door het veen. Het lijkt een winterroute voor skiërs. het is best steil maar toch wel te doen. Wat hoger op de berg wordt het droger en minder steil. En zo staan we na anderhalf uur boven bij de iconische steenman langs de oude koningsweg/Olavspad.
Erg leuk om Willem, na al zijn werk aan de gidsen en zijn papieren kennis van dit gebied, nu hier te kunnen fotograferen. Vindt hij zelf ook wel. We lopen een paar heerlijke kilometers over de koningsweg en snijden dan via een ander smal paadje terug naar beneden waar de motor staat.
Al met al een 8.5 km gelopen en ruim op tijd terug in Hjerkinn.
Het eerste uur van de kerkdienst kan ik de bevindingen van vanmorgen in alle stilte verwerken, en du moment dat ik toch weer vermoed dat er niemand zal komen, treden er toch wat verdwaalde toeristen binnen. Niet veel later zit het halletje opeens vol met vier pelgrims! Drie Duitsers en 1 Pool. De Duitsers komen echt gezellig op de koffie en vertellen over hun kletsnatte dagen en warme ontmoetingen. De Pool komt voor een stempel in zijn paspoort en die van zijn vader.
Zijn vader ligt met een dikke enkel te rusten in Hjerkinn Fjellstue. Of ik weet wat Noors voor ontstekingsremmende creme is. Ik vraag het Halldis per whatsapp, want met omschrijvende medicinale termen durf ik niet op Google translate te vertrouwen. Bettennelses dempende krem, is wat hij nodig heeft, en wat ik voor toekomstige malaise zal proberen te onthouden. Een van de Duitsers biedt hem een stuk gember aan, met de mededeling dat gember goed is tegen ontstekingen, maar de Pool ziet duidelijk niets in natuurlijke geneeswijzen en lacht de lieve jongen nog net niet uit.
Halldis appte ook dat er voor morgenmiddag en de hele donderdag weer een weeralarm van kracht is. Er gaat nogmaals een heleboel regen vallen. Ik geef de boodschap door aan de pelgrims die ondertussen nadenken over hun plannen voor morgen met de routeinfo die ik hen kan geven. De Pool is ook niet onder de indruk van het weeralarm en hij en zijn vader zullen morgen de 33 km naar Ryphusan gaan lopen. Ook al heb ik hem niet ontmoet, ik krijg een beetje medelijden met de vader van deze hardliner van een zoon. In mijn beleving komen dit soort dikke enkels vooral van overbelasting. Zou de zoon niet wat meer consideratie met zijn vader moeten hebben?
Wanneer de mannen huns weegs zijn gegaan kijk ik eens hoe laat het is. 17.59! Ik vlieg naar boven om de klok te luiden en kan dan het laatste uurtje rustig laten verglijden. Er komt nog een oudere vrouw uit de Lofoten die graag bergwandelingen maakt, en warme herinneringen heeft aan deze plek, en dan is het al weer tijd om huiswaarts te keren.
Morgen zal Willem zijn thuisreis gaan aanvaarden, tussen de depressies door laverend over een ‘spannende route’ van zijn TomTom. Ik blijf nog een paar dagen het fort bewaken!
23 augustus
Willem heeft gisteravond nog een appeltaart gebakken. Hij had de spullen er nog voor en daarom ontbijten we, ter afscheid, met koffie en een punt. Die taart komt wel op, er lopen genoeg lekkerbekken rond in het pand.
Tegen 11 uur zwaai ik hem uit. Nu voel ik mij opeens een beetje verweesd. Het is als ‘de tien kleine negertjes’ en nu is er nog maar één. Omdat het nog lang geen 15.00 uur is, en om het verweesde gevoel te verdrijven, maak ik een klein wandeltochtje in de buurt. Tip van een van de natuurgidsen hier: naar de top van de Geitberget, 220 m boven ons.
Op Geitberget met Snøhetta in de achtergrond
De weg erheen is makkelijk: volg de gravelweg naar boven en sla linksaf bij de parkeerplaats van het uitzichtpunt Snøhetta (nu gesloten voor de rust van de rendieren). Het is een prettig tochtje, maar vooral het uitzicht is fenomenaal. Het Eysteinkerkje ligt nu onder me, en ik kan het hele dal vanaf de Snøhetta tot een heel eind richting Dombås overzien.
Het kerkje van boven gezien
Ik begin de kerkdienst nu eens niet met het gevoel dat er niemand zal komen, maar juist vandaag is het erg rustig. Een paar korte kijkjes van passanten en dat is het wel. Het weeralarm voor deze regio is ondertussen afgezwakt. De regen die ‘s middags valt, mag geen naam hebben en af en toe probeert de zon zelfs vanachter de wolken door te breken, maar dat lukt steeds net niet helemaal. Wanneer ik vertrek is de lucht weer dichtgetrokken tot 50 tinten grijs.
Top Geitberget
Wanneer ik thuis kom wordt ik verrast door Halldis die net een groentegratin uit de oven trekt. Ze heeft de middag hier, werkend aan een voordracht over de middeleeuwse Viking koning Eystein, op kantoor doorgebracht en blijft overnachten. Wegens gebrek aan beschikbare ruimte elders in het pand, blijft het bed van Willem vannacht niet onbeslapen.
24 augustus
Wanneer ik mijn ogen open doe, is Halldis al weer weg, en aan haar ongetwijfeld drukke dag begonnen. Het is grijs buiten en ook een beetje fris. Ik besteed de stille uren met werken, lekker muziekje en koffie erbij en voor ik het weet is het alweer tijd ter kerke te gaan.
De herfst is aanstaande, het groen begint hier en daar te vergelen.
Gelijk om 15.00 komt er een ouder echtpaar een kijkje nemen, maar daarna is het lang stil.
Ik tik nog wat, fotografeer de kerk eens een vanuit een andere hoek, kijk even of ze geen bende van de biotoiletten buiten hebben gemaakt (hebben ze nooit, en het wc-papier is ook nooit verdwenen), stofzuig het halletje, plaats verse kaarsen op het altaar en maak nog maar eens een kopje thee.
Maar dan komen er twee Franse meiden binnen stiefelen. Ze willen wat weten over het komende traject, maar al snel ontspint zich een heel gesprek bij de koffie. Een van de twee, Heloïse, is al vanaf april onderweg. Ze is in Rome begonnen en naar Florence gelopen. Na een transfer over de Alpen is ze half Duitsland doorgetrokken, en na nog een transfer zo’n beetje vanaf Kiel via Denemarken en Zweden naar Oslo gewandeld, om daar dan nog eens met het Olavspad te beginnen.
Louise en Heloïse
Zijzelf loopt het hele stuk, maar onderweg haken vrienden en familie voor een periode aan. Precies zoals ik ooit van Nederland naar Santiago ben gelopen. Heloïse draagt verreweg de meeste kilo’s omdat haar wandelgezelschap niet zo topfit is als zijzelf ondertussen. Zo houdt ze haar eigen tempo een beetje in toom (een offer waarvan ik me niet kan heugen dat ik dat gebracht heb indertijd).
Onderweg maakt ze aquarellen die ze op Instagram zet (Helorando). Voor een ook heel leuk geïllustreerd overzicht van de tocht kun je op www.helorando.com kijken.
Haar gezelschap van dienst Louise (uit Parijs), gaat mee tot Oppdal. Heloïse gaat door tot de finish in Trondheim. Ze heeft dan 3000 km gelopen, waarvan vele in de regen. Ook het noodweer in Noord-Italië is haar niet bespaard gebleven. Het heeft haar allemaal niet gedeerd, heeft geen enkele akelige ervaring gehad, maar ziet er ondertussen wel naar uit om de tocht af te ronden.
Tot slot mag ik mijn naam naar zetten op de Bretonse vlag die ze met zich meedraagt. Het is zoeken naar een plekje. Net voor zessen vervolgen ze de epische reis. Ik kan ze uitluiden met de klok van het Eysteinkerkje. Erg passend.
25 augustus
De dag staat in het teken van vertrek. Ik heb vandaag mijn laatste kerkdienst. Vanaf morgen neemt Gjertrud de honneurs waar. Zij gaat dan ook in ‘mijn’ kamer bivakkeren en daarom spendeer ik de ochtend met opruimen en schoonmaken. Ook werk ik nog een uurtje. Het weer is bijzonder humeurig, een grauw en snauw van regen en kou, is wat we kunnen krijgen.
In de motregen trek ik naar de kerk. Voor de laatste keer het ritueel met de lichten, de kaarsen , de waterkoker en het klaar zitten. Omdat er niet gelijk iemand komt, pluk ik twee kleine veldboeketjes van de laatste zomerbloeiers bij elkaar uit het natte gras, bij wijze van welkom voor Gjertrud.
Net al ik mijn laptop open wil klappen om nog wat verder te werken, komt er een pelgrim aanlopen. Een lange vrouw in een hemelsblauwe poncho tot over de knieën, waar ook haar rugzak onder is verscholen. Ze blijkt een Nederlandse te zijn: Jettie uit Leeuwarden.
Ze is in Oslo begonnen met tent en al, maar heeft door de onophoudelijke regen maar weinig kunnen kamperen. Natuurlijk heeft ook Hans haar parten gespeeld, heeft ze delen moeten overslaan, maar ze is toch maar manmoedig doorgegaan. Omdat ze de tijd heeft, denkt ze erover met vrienden uit Trondheim straks eerst te gaan nazomeren bij de Noordkaap, waar het de hele zomer al prachtig weer is. Nazomeren bij de Noordkaap, als dat de totale gekte van het Europese weer deze zomer niet illustreert. Komt ze daarna terug om de laatste week naar Trondheim te gaan lopen, in de hoop dat het dan eindelijk is afgelopen met het slechte weer.
We kletsen zo een uur vol, drinken thee en maken selfies. Jettie loopt met mijn wandelgids. Zij schrijft iets aardigs in het gastenboek van de kerk, ik in haar gids. En natuurlijk wil ze ook een stempel voor haar paspoort. Ze vertrok als wandelaar en vond zo’n paspoort helemaal niet nodig, maar toen ze eenmaal onderweg was, heeft ze er toch maar snel eentje aangeschaft, en noemt ze zich ondertussen geen wandelaar meer, maar een pelgrim. Net al bij iedereen wordt het kind in je wakker gemaakt met het verzamelen van die stempels. Het is bijna altijd het beste souvenir van een tocht als deze, want achter iedere stempel schuilt een verhaal. Een verhaal met veel regen en natte voeten voor de pelgrims van deze zomer vrees ik.
Een kerkje als dit, is onder de gure luchten dan net als in vroeger tijden een baken van licht en warmte voor de pelgrim. In de afgelopen weken heb ik gemerkt dat een fijne plek met warme dranken en iemand die klaar zit om je vragen te beantwoorden of je verhaal te horen ontzettend waardevol is. Het traditionele religieuze van zo’n kerkje is minder van belang in onze geseculariseerde tijden, maar in de overdrachtelijke zin van een schuilplaats voor lichaam en geest, dat wordt onverminderd hoog gewaardeerd.
Ik luid nog een keer de klok, blaas de kaarsen uit, en trek de deur achter me dicht. Dat was het dan. Zomergids in Noorwegen. Mocht er een volgende keer komen, dan graag met iets minder neerslag.