16 augustus
Vooralsnog kom ik weinig in de kerk. Halldis wil graag met mij kijken hoe het pad erbij ligt tussen Budsjord en Fokstugu (Etappe 22) en Gea vindt het prima om nog een middagje in de kerk gastvrouw te zijn terwijl ze lekker aan haar fietsgids werkt.
Omdat Gea ook nog wil shoppen in Dombås, vlakbij Budsjord, kan er weer met een strategische plaatsing van auto’s gewerkt worden. Het weer is een stuk beter vandaag. Tegen de tijd dat we in Budsjord zijn is de zon al doorgebroken.
Budsjord van buiten
Budsjord is zo’n eeuwenoude boerderij waar alle bouwtradities in ere worden gehouden. We lopen er nog even rond voor we met de wandeling beginnen. Dit is de etappe waar de pelgrims aan hun passage over Dovre beginnen. Het hele stuk duurt ongeveer vijf dagen. Vijf dagen hoog tussen de heuvels met 360 graden uitzichten en natuurbeleving.
Budsjord van binnen
We stijgen nog even verder over een gravelweg, gaan een hek door en beginnen dan aan de klim naar Hardbakken. Eerst steil, verderop minder steil. Het hoogste punt van dit traject wordt gemarkeerd met de Allmansrøysa, een enorme steenman. Hier, vertelt Halldis, werden pelgrimsinsignes uit de middeleeuwen gevonden. Wij vinden er een Duits stel met volle bepakking. Ze zijn verrast wanneer blijkt dat Halldis degene is die in een Facebookgroep de berichten plaatst met de laatste updates over de begaanbaarheid van de paden na Hans. Ze hebben het verder prima naar hun zin, ondanks de drijfnatte paden.
We trekken verder over het prachtige pad. Ik laat de foto’s hier maar even voor zich spreken.
Ondertussen praten we veel en kom ik meer te weten over het spanningsveld tussen de boeren, die het liefst geen toeristen over hun land dulden, en de beheerders van het Olavspad, die juist meer mensen willen trekken.
De twee riviertjes die overgestoken moeten worden zijn tegenwoordig voorzien van bruggen. Door het vele water zijn ze nu even te kort, maar je kunt evenzogoed de oversteek veilig maken.
Na de riviertjes verlaten we het officiële pad en slaan we links af, en de berg af. Het laatste stukje naar Fokstugu is altijd drassig en Halldis weet dat het nu zeer nat, maar begaanbaar is. Het natte voetenstuk slaan we daarom over. Over het fietspad naast de E6 lopen we naar Fokstugu.
Daar is men druk in de weer met de voorbereidingen voor de komst van de kroonprins ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het eerste natuurmonument van Noorwegen. Dat is het veengebied achter Fokstugu. Wij kijken nog even in de pelgrimsaccommodatie waar tegenwoordig ook kleine porties boodschappen worden verkocht. Dat gebeurt de laatste jaren op meer plekken waardoor je niet langer veel eten hoeft mee te nemen in het supermarktloze stuk tussen Dovre en Oppdal.
Mini-winkel Fokstugu
Bij ons avondeten ontvangen een gast. Gisteren ontmoette Gea, Luca in de kerk. Een jonge Duitse vrouw die de Valldalsleden had gelopen en tijdens Hans in het alpiene deel van het pad in een berghut zonder bereik zat. Ze is de volgende dag (met twee andere vrouwen) toch maar doorgelopen en heeft het allemaal gehaald. Ze heeft er grotendeels zelfs van genoten. We hebben haar uitgenodigd om mee te eten zodat we over haar ervaringen kunnen horen. Dat was leerzaam en gezellig. Morgen ga ik dan mijn eerste zelfstandige kerkdienst doen!
17 augustus
Maar voor het 15.00 uur is, ligt er nog een hele ochtend open. De onvermoeibare Halldis heeft al iets leuks bedacht: een klein tochtje bij Ryphusan, de eenzaam en hooggelegen hut op het laatste stuk Dovre van het Olavspad. Willem gaat mee. Wij kunnen dan samen op tijd terugrijden voor de kerkdienst en bovendien is het een hele leuke gravelweg voor de avontuurlijke motorrijder. Vanaf Hjerkinn is het ruim een uur rijden, waarvan de helft sportief over het stijgende gravel (dat in omgekeerde richting het laatste dalende deel van Olavspad door Dovre is).
Het is niet alleen een prachtig ritje, we hebber er ook nog eens een heerlijk zonnetje bij. We treffen elkaar bij de hut Ryphusan waar we koffie drinken en noteren dat ook hier een kleine maar efficiënte selectie etenswaren te koop is.
Ryphusan
We lopen gezamenlijk een stukje verder de berg op. Het is maar een kort heen en weertje, maar het is zo ontzettend mooi vandaag, met het heerlijke zonnetje tussen de groene melancholieke bergflanken.
Op de terugweg stoppen we nog even bij het pittoresk gelegen St. Michaelskapelletje, waar wederom een pelgrim wordt opgeschrokken door de fysieke verschijning van degene die al die nuttige berichten op Facebook plaatst. Wanneer ze van de verbazing is bekomen, volgt een waterval aan belevenissen.
St. Michaelskapel
Willem en ik knorren dan terug naar Hjerkinn. Gea en Halldis gaan in een meertje bij Oppdal zwemmen en overnachten bij Halldis thuis.
Toch een beetje zenuwachtig voor mijn eerste solo-dienst begeef ik me naar het Eystein-kerkje. De eerste wandelaar zit al op me te wachten. En voor ik goed en wel de lichten aan heb zijn het er al twee. Het eerste uurtje vliegt voorbij met informatie over de route verschaffen, ervaringen delen en koffie schenken. Op het religieuze deel van dit plekje wordt vooralsnog geen beroep gedaan.
Later op de middag druppelen er nog wat wandelaars binnen. Verder nog een camperstel dat evenveel kaarsjes opsteekt als er kleinkinderen zijn, en een motorrijder die een pelgrimspaspoort komt kopen voor zijn tocht die volgende week haar aanvang neemt. Om zes uur precies luid ik de klok. Het klinkt een beetje aarzelend, alsof de klok zelf niet overtuigd is, van zijn klok-zijn. Maar goed, er volgen nog meer kansen in de komende week.
Thuis zit Willem klaar met zelfgemaakte pizza!
18 augustus
Vandaag rijden Willem en ik naar Valldal, het beginpunt van de Valldalsleden. Halldis heeft een ontmoeting geregeld met de regiopromotor aldaar, die ook de Valldalsleden in haar pakket heeft. Mogelijk is er een samenwerking vorm te geven met betrekking tot mijn volgende project: een wandelgids van de Valldalsleden (die aansluit op het Olavspad). Gea doet nog 1 keer met liefde de kerkdienst. Vandaag is haar laatste dag in Hjerkinn. Morgen vertrekt ze voor een persreis ter promotie van de kustroute naar Trondheim. Deze relatief nieuwe route langs de fjordenkust heeft ze afgelopen weken verkend voor de officiële fietsgids die ze gaat maken.
Naar Valldal rijden duurt ca. 3 uur. Maar het is zonnig en de route belooft prachtig te worden dus we hebben er zin in. Willem al helemaal, want de spectaculaire Trollstigen maakt deel uit van de route. Het eerste stuk is ondertussen bekend terrein: over de E6 naar Dombås en dan rechtsaf het Valldal in. Dit keer rijden we dat helemaal uit. En na Bjorli is het voor mij onbekend terrein. Het is ongelooflijk prachtig. De grijze bergen torenen hoog boven ons uit. Kaal en ongenaakbaar, vol littekens van de gletsjers die in de laatste ijstijd langzaam de oceaan in schuurden. Als een nietige bromvlieg, slingeren we aan de voet van al die indrukwekkende geologie door het dal.
Het hoogtepunt moet dan nog komen, de smalle bergweg tussen Åndalsness en Valldal waar de wereldberoemde Trollstigen deel van uitmaakt. Trollstigen bestaat uit een serie haarspeldbochten die tegen een steile bergwand op slingert. De weg is smal en gestoffeerd met watervallen en bruggetjes. Het is ook druk, want het is een van de bekendste toeristische routes. Willem had Trollstigen vorig jaar al met zijn groep motormannen willen berijden, maar toen was de weg niet toegankelijk. En nu mag hij het naar boven én naar beneden doen.
clementp.fr
Trollstigenfoto van wikipedia
De weg zelf is niet eng om te rijden, maar het toeristisch verkeer maakt wel dat het oppassen geblazen is. Campers, bussen, personenauto’s en sliertjes motorrijders slingeren in beide richtingen langs elkaar heen. Sommige auto’s parkeren doodleuk even op een passageplaats om selfies te maken. Een brede camper en een lijnbus schuren bijna langs elkaar tijdens het passeren bij een haarspeldbocht. De betonnen vangrail draagt vele schuur- en botssporen.
Aan de voet van Trollstigen
Veilig bij Willem achterop, die voor geen kleintje vervaard is qua motorrijden, slalommen we gestaag om alle kruipende voertuigen heen. Eenmaal boven en voorbij de parkeerplaatsen bij het uitzichtpunt volgt een nieuw prachtig bergtraject naar Valldal. Ondertussen, na ruim 2,5 uur rijden, krijg ik wel last van mijn achterwerk. En dat is de voornaamste reden dat ik blij ben wanneer we aan het fjord in Valldal kunnen afstappen. Terese doet voor ons open, nog voor we kunnen aanbellen.
Terese leidt ons rond in het petieterige Valldal. Ze vertelt over de sporen van de heilige Olav, die hier in 1029 aan land kwam op zijn vlucht richting Novgorod, toen zijn positie als koning niet lang houdbaar was. Ze laat het serpent (Sylteormen) in de bergwand zien. Toen Olav aan land wilde komen werd hij bedreigd door een enorme waterslang. Hij smeet de slang tegen de bergwand en daar is de afdruk van het slangenkadaver nog steeds te zien.
Afdruk Sylteormen in de bergwand
Vervolgens lopen we rondje door het dorp en horen over alle initiatieven die ontwikkeld worden voor het kroonjaar 2029. Het is dan 1000 jaar geleden dat Olav hier was en daar is veel budget voor vrijgemaakt. Dat wil zeggen voor de komst van de toeristen die de lokale economie in dit moeilijk bereikbare dorpje een boost moeten geven. De koffie-to-go-bekers zijn er al klaar voor.
We bespreken de pluspunten en de uitdagingen van de Valldalsleden, de mogelijkheden tot samenwerking en een mogelijke subsidie. Een geslaagd contact! Met folders en visitekaartje op zak, kunnen we de terugreis aanvangen.
Met Terese aan het fjord
Aan het eind van de middag is de Trollstigen iets rustiger en daarom net iets aangenamer. Tot aan Lesja rijden we hetzelfde stuk, daarna duiken we het dal in voor een alternatieve route naar Dombås, mogelijk geschikt voor de wandelaars van Valldalsleden, die de laatste 11 km niet over het fietspad langs de doorgaande weg willen wandelen. Die route is wel aangenamer, maar ook van puur asfalt, een paar kilometer langer en veel geaccidenteerder, dus ideaal is dat ook niet.
Terugweg tussen Valldal en Trollstigen
Weer thuis met behoorlijk zere achterwerken, vinden we Halldis achter het fornuis. Gea komt terug uit de kerk. We hebben een feestelijke en gezellige afscheidsmaaltijd met biologisch rendiervlees en vossenbessensaus. Halldis is de komende week overal en nergens. Gea gaat op persreis, ik doe de kerkdiensten.
19 augustus
Op de eerste oningevulde ochtend sinds we hier zijn, ruim ik onze kamer een beetje op. Die zag er verschrikkelijk uit na een week, alsof al onze bagage was ontploft en fallout op alle beschikbare oppervlaktes was neergekomen. Daarna doe ik een wasje en maak ik met Willem een boodschappenlijstje. Bevredigende werkjes.
Wanneer ik om kwart voor drie bij de kerk ben, zit er al een jonge man te wachten. Hyppolite heet hij, en hij komt uit Parijs. Hij is in Oslo begonnen en wildkampeert zich langs het Olavspad naar Trondheim. Alleen tijdens Hans was hij even indoor begrijp ik, en dat kun je ook wel een beetje ruiken. Hij is net klaar met zijn master ‘special effects voor de filmindustrie' en doet deze tocht, voor hij zich in de hectische wereld van zijn startende carrière gaat begeven. Hij vind het zwaar én mooi, voelt zich soms eenzaam en is soms enorm ontroerd door de ontmoetingen onderweg. Een ware pelgrim dus. Hij deelt drie koffies lang zijn ervaringen en was duidelijk toe aan een gesprek. Ook kan ik zijn zorgen wegnemen over het drassigheidsgehalte van de volgende trajecten omdat ik daar net geweest ben. Het is dan erg fijn om dan die toevallige persoon op de juiste plek te zijn.
8 neven en nichten
Verder komt er een groep van 8 neven en nichten die hier in de jaren zestig als kinderen op de nabijgelegen camping jarenlang hun vakanties doorbracht. Ze hebben de kerk gebouwd zien worden, maar hebben het eindresultaat tot vandaag nooit gezien. Ook met hen heb ik leuke gesprekken.
Later op de middag komt er nog een Nederlandse vader met stiefzoon langs uit wiens rugzak de vorige druk van mijn wandelgids tevoorschijn komt. Ook met hen was het contact onderhoudend.
De lucht boven ons logeeradres (aangewezen door de pijl).
Al met al 20 mensen langs geweest en daarmee is de middag voorbij gevolgen. Vanaf het kerkje zie ik dat er zich rare luchten boven onze accommodatie (het rendiercentrum) vormen, maar wanneer ik naar huis loop, lossen die zich weer op. Het licht en de luchten veranderen zo snel hier in Dovre, je raakt er niet op uitgekeken.
20 augustus
De plicht roept al vroeg in de ochtend. Er komt rond 9.00 uur een speciale groep naar het kerkje. Het zijn jongeren met een drugsverleden, die nu onder begeleiding proberen het leven weer op te pakken, via yoga en wandelen langs het Olavspad. Vandaag lopen ze van Hjerkinn naar Ryphusan, een tocht van zo’n 33 km. Erg lang, zeker omdat er behoorlijk uitdagende stukken in zitten, zoals het stuk na Kongsvold en de Vårstigen. En het weer zit ook niet mee: het plenst. Maar het is juist de bedoeling dat het zwaar wordt, dat ze tegen hun grenzen aanlopen, doorzetten en dan beloond worden met het gevoel dat ze echt iets bereikt hebben.
Ik zit op tijd klaar, er is heet water voor koffie en thee en de kaarsen branden. Ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten. Maar wanneer ze arriveren heb ik gelijk een beeld. Het is zo’n groep jongeren als in het tv-programma Dreamschool. Ongeremd, snel afgeleid en moeilijk om als groep bij elkaar te houden. Als een zwerm sprinkhanen gaan ze over de koffietafel en de mand biscuitjes. Maar stuk voor stuk zijn ze vrolijk, hartelijk, verlegen of nieuwsgierig. Een paar stellen veel vragen. Ze willen vooral weten waar ik vandaan kom en waarom ik hier op deze plek ben. Wanneer ik zeg dat ik uit Amsterdam kom, is de connectie met ‘the weed en the mushrooms’ snel gelegd.
De opperbegeleider/yogi kan het allemaal in goede banen leiden, prima orde houden, en ze wat vertellen over het thema van de dag: nederigheid. Mij wordt gevraagd om iets over kerk en de connectie met de pelgrimsroute te vertellen. Ik haak aan bij het thema door iets over de ervaringen van Hyppolite te vertellen, in de hoop dat zoiets straks herkenbaar is. Een jongen vraagt wat die nummers op de muurborden zijn: ‘a playlist for church songs’ flap ik eruit, in een poging aan te sluiten bij hun belevingswereld.
Ze steken allemaal een kaarsje op en dan is het in principe tijd om te gaan, maar dan wil een deel naar de wc, een ander deel moet nog even roken, en iemand is zijn draadloze oortjes kwijt. Wanneer ik een vergeten rugzak en een pet heb nagedragen, zijn ze zo ongeveer klaar om te vertrekken. Ze zeggen gedag en lijken oprecht zin in de dag te hebben, ondanks het verschrikkelijke weer. Ik sluit de kerk en hoop dat het ze goed vergaat vandaag.
In de stromende regen, onder een parapluutje met een paar lamme baleinen loop ik terug naar huis. De wolken hangen laag. Alle toppen van Dovre zijn aan het zicht onttrokken. Willem had het plan om een grote tocht te gaan rijden, maar door het weer ziet hij er vanaf. Hij gaat nu lekker een ei voor me bakken en later naar finale van het WK vrouwenvoetbal kijken.
Wanneer ik aan mijn middagdienst begin, is het opgehouden met regenen, maar nog erg somber buiten. Ik heb het gevoel dat er niemand zal komen, maar dat blijkt niet terecht. Er komt weliswaar niemand te voet, maar krijg toch nog bezoek van 9 passanten. Ik zie de lucht langzaam opklaren.
De tiende bezoeker is Willem die even langs komt zeilen op de motor. Hij is er vanmiddag toch nog op uitgegaan is nog eens naar de omgeving van Ryphusan getrokken. Vervolgens is hij doorgereden, waar wij ophielden met wandelen eerder deze week. Kwam hij toevallig ook nog de groep tegen die vanmorgen in de kerk was. Ze zagen er monter uit, vertelde Willem. En dat doet mij dan weer deugd. Wanneer ik om 19.00 de kerk sluit zit er weer blauw in de lucht.
We eten pasta met restjes groente in blauwekaassaus en plannen uitjes voor de komende dagen. De volgorde laten we van het weer afhangen. Morgenochtend gaat totaal verregenen volgens de voorspelling, maar voor Willem zit er ’s middags nog een Tour de Dovre per motor in.