valdal4 3150Vakkerstøylen – Lorkverna

Vakkerstøylen – Bjorli 29 km

Maar het is prima weer, wanneer we, nadat we onze karige voedselvoorraad hebben aangevuld met een pak knäckebröd, de comfortabele hut verlaten. We hebben onze lange dag opgedeeld in stukken, zodat we de vaart erin houden en ons niet te vroeg laten verleiden tot een pauze. We hopen 2,5 uur nodig te hebben om bij een bepaalde brug te komen.

In vergelijking met gisteren is het terrein wat sneller begaanbaar. Een bospad, weliswaar vol stenen en ongelijkmatigheden, in relatief vlak terrein. Aanvankelijk in drassig gebied vlak langs de rivier, later wat drogere grond in laag bos. We gaan als de bliksem en zijn binnen de ons gestelde tijd bij de brug, waar we pauzeren. We vragen ons ondertussen wel af in hoeverre je deze route kunt aanbevelen als een pelgrimsroute. Het is allemaal best pittig terrein. Van lekker doorlopen is nog steeds geen sprake. En, wanneer je alleen loopt, hoogtevrees hebt, of als het weer tegen zit, is het niet zonder risico. Bovendien wordt er best wat van je uithoudingsvermogen gevraagd. De eerdere opmerking dat de Valldalsleden voor sportieve pelgrims is, snappen we ondertussen wel.

valdal3 24f5b6

Boothuis bij Vakkerstøylen

Na de pauze verbetert het pad tot een lekker karrespoor en bij een volgende brug steken we de woeste rivier over. We komen op een gravelweg. Potverdorie 5 kilometers waar je zomaar, zonder aandacht de ene voet voor de andere kunt zetten. Bovendien daalt de weg comfortabel. Heerlijk is dat. Voor het eerst sinds we begonnen delen we de weg weer af en toe met een auto.

Daarna gaan we het bos weer in. Aanvankelijk over een karrespoor, maar dat gaat spoedig over in een eenmanspaadje. En het eenmanspaadje verdwijnt in een veenmoeras. Ondertussen hangen de wolken tussen de bomen. We zijn flink gedaald al met al. Het is druilerig en mistig. We zien aan de tekens dat we het veenmoeras in dienen te gaan. Er is geen pad meer, maar een goed gemarkeerde route over het rendiermos en de bosbessenstruikjes. Het moeras wordt doorsneden door kleine kreekjes en stroompjes. Meer dan eens zak je diep weg in de drassige, venige grond. Het lopen is vermoeiend. Soms beneemt een dikkere sliert mist het zicht op het volgende teken. We verlangen al vrij snel naar het einde van dit nu enigszins spookachtige en eenzame veenmoeras, maar dat laat 6,5 langzame kilometers op zich wachten.

valdal4 996bc074

Wanneer we aan het eind van de middag op asfalt staan, wint de vermoeidheid het van de euforie. Het regent ondertussen en we hebben nog zo maar eens 7 kilometer te verhapstukken. Dalend weliswaar, dat is de enige troost. Van de markante losliggende berg Rånåkollen zien we niets, die ligt in dichte mist.

Uiteindelijk komen we puur op karakter aan bij de receptie van hotel Bjorli, gelegen aan de autoweg die door de rest van het Valldal loopt, helemaal tot Dombås. Het enige wat we willen is de sleutel van onze hut op het hotelterrein (het hotel zelf was volgeboekt), en de belofte dat we na een hete douche een bord warm eten kunnen bestellen in het restaurant. De zeer oude, zeer aardige, maar zeer traag handelende hotelmanager, overhandigd ons ten langen leste de sleutel, maar als we nog warm willen eten, moeten we voor het douchen nog naar het buffet komen, want ze hebben alleen maar buffet en dat gaat al bijna sluiten.

Dus smijten we de rugzakken de hut in en strompelen we nog klamvochtig van de regen, terug naar het hotel. We kunnen nog een goed gevuld bord met de laatste aardappelen, gehaktballetjes en diverse groentes uit de schalen schrapen en een plaatsje zoeken tussen de grote groep ouderen voor wie dit buffet eigenlijk is bedoeld.

Ondertussen begint ons iets te dagen: we zitten in een christelijk hotel en deze gonzende groep Lutheranen schuift straks na de koffie aan bij een bijbellezing. Wij kunnen helaas geen bier bestellen, daar doen ze hier niet aan. Het bord eten smaakt uitstekend en er is ook nog koffie toe voor ons. Van het dessert hebben de christenen helaas niets meer overgelaten.

Terug in onze hut (met badkamer en keuken) wentelen we ons ’s avonds in alle comfort. Wanneer we fris gedoucht plannen voor de volgende dagen gaan maken, stuiten we op logistieke problemen. Een overnachting die nog niet bevestigd was, blijkt niet in bedrijf te zijn dit jaar en ons alternatieve adres lijkt ergens anders te liggen dan we dachten. We besluiten een dagje hier te blijven. Even op adem komen, rustig boodschappen doen, klein stukje route lopen, en ons zondag door de taxi (geen bussen op zondag) een slinger laten geven zodat we weer op schema komen. Kunnen we nu, aan het einde van de avond, eindelijk echt ontspannen.

Bjorli

 valdal5 3221

Rånåkollen

We schuiven de volgende dag eerst aan bij het ontbijtbuffet. Aan tafel komen we in gesprek met een echtpaar van de christelijke groep. De groep blijkt van een afdeling van Nor Mission te zijn, een wat conservatievere evangeliserende bloedgroep van de Lutheranen. Ze zijn hier een lang weekend. Naast het bijwonen van lezingen en bijbelstudies, gaan ze ook iedere dag naar buiten voor een wandeling. Op mijn vraag of ze het betreuren dat het Lutherse geloof geen staatsgodsdienst meer is, volgt een diplomatiek zwijgen. Wij beginnen dan maar over onze pelgrimstocht om terug te keren op veilige conversatiegrond, maar ook daar vinden we weinig weerklank. Zouden ze dat een te katholieke kermis vinden? We vragen daar maar niet meer naar.

Deze groep maakt op mij een wat vermolmde indruk. Allemaal minstens 70 jaar en velen schuifelen krakkemikkig en gelaten van buffet naar lezingenzaal. Is het toevallig zo in deze groep, of is het een illustratie van de snelle vergrijzing en uitsterving van de gelovigen in Noorwegen?

Wij gaan maar eens boodschappen doen. Kwartiertje wandelen in een zacht zonnetje. Heerlijk om weer redelijk ongebreideld lekkere dingen in te kopen. Ook weer voor een paar dagen eten voor onderweg. We komen pas in Lesjaverk weer een supermarkt binnen de openingstijden tegen.

Na de middag lopen we nog een stukje Valldalsleden. Dat hadden we misschien niet gedaan als ik er geen Nederlands gidsje van had willen maken, maar nu roept de plicht om alle kilometers zelf te verkennen. Heen lopen we, wegens gebrek aan bussen in het weekend, maar langs de autoweg, dan hebben we dat maar gehad. Terug gaan we over de officiële route. Die valt dan hier wel een beetje tegen. Het is een brede gravelweg langs saaie bosschages, stukken kaalslag en een klein vliegveld. Nou, daar mis je dus niets aan. Wel krijgen we fraai zicht op de Rånåkollen die vandaag in helder, zonnig licht is gezet.

We besluiten deze verder weinig opzienbarende dag met lekker koken en keutelen. Kunnen we morgen weer op volle kracht vooruit.

Einbu – Kvennbekkhytta 18 km 

De hoteleigenaar matst ons bij het afrekenen omdat we de pelgrimsroute lopen. Van de route had hij wel gehoord, maar dat het al klaar was en dat zijn hotel in het Noorse gidsje stond, dat wist hij niet. Datzelfde hoorden we ook al in Alstad. Blijkbaar is deze Valldalsleden nog vrij maagdelijk. Jammer is wel dat geen van de accommodaties over stempels voor het pelgrimspaspoort lijkt te beschikken. We zijn echt aan het pionieren.

De taxi komt op tijd voorrijden en zet ons 10 km verderop weer af bij Einbu. De chauffeuse had ook wel over de route gehoord, maar is verrast dat een paar buitenlanders er ook van weten. Bij Einbu staat een gedenksteen voor Olav. Volgens de legende zou hij ook hier overnacht hebben.

De legende van Olav komt uit Heimskringla, een verzameling van Noorse koningssaga’s van de 9e tot de 12e eeuw, die rond 1225 door Snorre Sturluson zijn opgeschreven. Het is een mengeling van mythe (Odin en Freya zijn gewone mensen) en geschiedschrijving. Het verhaal van Olav is met 1/3 deel van de complete tekst verreweg het omvangrijkste. Hoe dan ook, de Olavsfeiten moeten vooral literair geïnterpreteerd worden.

De route loopt nu langs de doorgaande weg. Voor het eerst, en hoewel het fijn is lekker door te kunnen lopen, is het fietspad langs de doorgaande weg wel weer het andere uiterste. We komen in Lesjaskog, een klein dorp. De kerk staat open, de voorbereidingen voor de zondagse dienst zijn in gang. Een fijn houten en kleurrijk versierd interieur. De priester en de organiste zijn er al. De organiste speelt zich warm op een elektrische piano, vooraan in de kerk.  “Voor het gemak vertelt ze, en zoveel mensen komen er toch niet meer”. Wanneer we vertellen dat we de pelgrimsroute lopen, is ze erg enthousiast: ‘Echte pelgrims!’ Die kom je niet vaak tegen!

valdal6 3223

Van de priester krijgen we een krabbel in onze paspoorten en een uitnodiging om de dienst bij te wonen. Daar drukken we ons van, zo beleefd mogelijk. Weer buiten, kijken we nog even bij de opgerichte herdenkingsstenen. Platte menhirs, daar lijken ze nog het meeste op. Een is er hen die vielen in de Tweede Wereldoorlog, een is er voor de grootscheepse migratie naar de VS. Een aanwijzing dat er in de 19e eeuw hier bittere armoede geheerst moet hebben.

We vervolgen onze route en mogen snel van de doorgaande weg af, naar boven. Een rustige landweg die ons langs oude boerderijen leidt. We kunnen fantastisch uitkijken over het dal. Het asfalt gaat over in een graspad. Langs een monumentale boerderij komen we op een prachtig romantisch karrespoor door het bos. Zacht lopen en fraaie doorkijkjes. Dan gaat het bergaf. Allerhande infopanelen geven aan dat hier vroeger een ijzerertsgroeve was. Plaatjes tonen de harde werkomstandigheden van weleer en de teksten wijzen op de oude kleine groeves die ondertussen vol zijn gelopen met water.

valdal6 3234

Beneden steken we de doorgaande weg weer over en komen op een stukje oude koningsweg. Nu ziet het eruit als een bospad maar in vroeger tijden was dit dus de doorgaande weg. We kronkelen langs een smal uitgestrekt meer en zien dat er veel vakantiehuisjes zijn gebouwd. Een stuk verderop worden er allemaal nieuwe grote, dure hutten gebouwd, met als gevolg dat er veel bomen zijn gekapt. Vooral Mieke vindt dit een nare ontwikkeling. Al die rijke Noren die de natuur aan het  opofferen zijn voor een luxe vrijetijdsbesteding. Al foeterend over de kaalslag lopen we door, langs het spoor naar het station van Lesjaverk, waar onze overnachting in de buurt zou moeten zijn (volgens de website pilegrimsleden).

Maar we vinden het adres niet. We voeren het opgegeven adres in Google maps in en dan blijkt het 3 km terug aan de doorgaande weg te staan! Balend lopen we terug over het fietspad langs de autoweg. Niemand thuis. Mieke gaat bellen. Blijken we voor het woonhuis te staan van de eigenaar die een hut aan de oude koningsweg verhuurt. En daar moeten we zijn. We zijn er dus al langs gelopen, anderhalfuur geleden!

De eigenaar duidt ons een sluipweggetje uit, dat we goed kunnen vinden. 20 minuten later staan we weer op de kaalslag met de nieuwe grote dure hutten. Maar de juiste nieuwe dure hut laat zich niet makkelijk vinden. We lopen nog een 20 minuten zoekend rond. Het frustratieniveau begint bij mij hoog op te lopen. Mieke waagt er nog een telefoontje aan en dan zijn we er: Kvennbekkhytta.

valdal6 3250

We moeten toegeven, het is heerlijk toeven in de nieuwe dure hut. Het is eigenlijk gewoon een heel huis, van alle luxe gemakken voorzien. Heel eigentijds Scandinavisch interieur dat zo uit de VT-wonen lijkt te zijn weggelopen. We kijken uit over het meer. De andere kant van de kaalslagmedaille is een avondje baden in luxe. We hadden 18 kilometer hoeven doen, we hebben er 24 van gemaakt.

We flansen een soort chili in elkaar met pakjes uit de rugzak, nemen een lange douche en chillen de avond weg op de zachte banken, kijkend naar het meer.

Kvennbekkhytta – Lorkverna 17 km

De weergoden blijven ons maar goedgezind, wederom heerlijk zonnig weer. Het eerste stukje van vandaag kennen we dus al, langs het spoor naar Lesjaverk. De supermarkt is open en we nemen de gelegenheid te baat om even een zoet broodje en een paar biertjes te scoren, voor later. We lopen langs de  kerk van Lesjaverk het bos in.

valdal7 3253

Een fijn bospad met hier en daar een huis. We pauzeren in een weiland in de volle zon en genieten. En we speculeren over de overnachting van vanavond. We weten dat we in een klein openluchtmuseumpje overnachten, in een hut zonder elektriciteit, zonder beddengoed, zonder keuken, zo is Mieke telefonisch verteld door de beheerder. Maar hoe spartaans het nou precies wordt, daar hebben we geen idee van. In Bjorli heb ik drie waxinelichtjes weten los te praten van de kokkin, dus helemaal in het donker zullen we niet zitten, maar hoe gaan we koken boven open vuur wanneer we geen pannen hebben, en is de flanellen lakenzak van Mieke genoeg om niet te sterven van de kou vannacht?

valdal7

Skåpårtjønna

We trekken al speculerend verder en komen op een lange gravelweg door een licht bos. Aanvankelijk hobbelen we lekker met de lichte heuvels mee. We komen langs een intrigerend meertje, Skåpårtjønna genaamd. Er ligt grasachtige vegetatie plat op het donkere, bijna zwarte water, waarvan de wortels in de bodem van het meertje moeten steken. Het infopaneel vertelt dat dit meertje in het voorjaar droog komt te staan, juist als alle andere meren vollopen van het smeltwater. Maar in de zomer als de waterstanden doorgaans lager zijn, loopt dit meertje juist vol. Het water van dit meertje welt waarschijnlijk op uit de grond, het wordt immers niet gevoed door stroompjes. We concluderen dat we zoiets in Nederland een vennetje noemen.

valdal7 3263

Daarna wordt het toch een beetje saai zo op het gravel. Gebrek aan horizon. Wel kunnen we af en toe wanneer de bomen wijken in de verte de hoogvlakte Dovre zien. Daar zullen we over een paar dagen lopen en daar verheugen we ons nu al op. We hebben samen immers in 2013 voor het eerst het Olavspad van Oslo naar Trondheim gelopen en Dovre was het absolute hoogtepunt.

Maar nu moeten we verder met de bosweg. Een klein openbaar trekkershutje langs de weg vormt een uitstekende pauzeplek. In noodgevallen zou je er kunnen overnachten. Een stapelbed met matrassen, een tafeltje en een stoel. En een hoop vliegenlijken en spinnenwebben.

valdal7algemeen 3256

Na nog een paar kilometer mogen we de weg verlaten. Het landschap verandert dramatisch. Over een smal bospad slalommen we naar beneden, langs wanden vol rendiermos, tot aan een woest stromende rivier. Nog een brug over en dan zijn we in Lorkverna, het openluchtmuseum.

valdal7 3267

Watermolen

Een watermolen, een paar hutjes en dat is het. Er is geen levende ziel te bekennen. Maar wat een mooie plek.

Aan de hand van de bordjes op de hutjes kunnen we ons onderkomen voor de nacht identificeren. Het is het huisje van de molenaar. Bij binnentreden zijn we blij verrast. Een slaapkamer met bedden en dekens, een woonkamer met een kachel en verder ook nog enig servies, een tafel een paar banken en stoelen. En ook nog sfeervol traditioneel ingericht. Hier gaan we het fijn hebben!

First things first: de kachel aan, want het is behoorlijk koud binnen. Er is zoveel haardhout aanwezig dat we een jaar zouden kunnen stoken als het moest. We vinden zwartgeblakerde ketels bij de diverse picknickplaatsen. Daar vinden we ook melkbussen om een watervoorraadje mee in de hut te nemen. We kunnen ondertussen concluderen dat hier allerhande samenkomsten met koffie en hapjes rond het open vuur worden georganiseerd. We sprokkelen verder nog wat spulletjes bij elkaar en maken ons de molenaarshut eigen. Mieke heeft in een wip de kachel aan en dan is het wachten tot het water in de ketel kookt. We maken de bedden op en trekken ons biertje open.

valdal7 3279

Dan vereert de beheerder ons met een bezoekje. Doet hij wel vaker wanneer er pelgrims blijven overnachten. Een hele aardige man, dierenarts in ruste. Hij vertelt over de molen. Dat in 1938 de laatste molenaar vertrok. Het was een hard bestaan. De molen stond hier vanwege de waterkracht, maar het was een moeilijk transport voor het graan dat met paarden hier diep in het dal naar toe moest worden gebracht. Omdat er een uitgekiend systeem was waarbij bronwater en rivierwater werden vermengd, kon er ook in de strenge winter doorgemaald worden. En dat was dan weer noodzakelijk omdat het graan na de oogst eerst goed moest drogen voordat het gemaald kon worden. Hij vertelt ook hoe de oude gebouwen weer zijn opgekalefaterd en hoeveel tijd en vakmanschap daarbij nodig was. Hij vraagt ons, hoe we het in de bergen rond Tjønnebu vonden en vertelt van een alleen lopende vrouw die het Illstigvatnet, het enge paadje langs het meer, niet durfde te passeren en weer terug is gegaan. We kunnen het ons voorstellen.

En dan gaat hij weer eens op huis aan. Wij voelen ons door zijn bezoek nu helemaal op ons gemak hier, alsof we nu geautoriseerd alle spulletjes kunnen gebruiken.

valdal7 3271

Molenaarshut

We maken een maaltje met de hooikistmethode: water koken, pastamaaltijd uit een zakje toevoegen en dan warm houden onder dekens. De pasta wordt gaar, maar de inferieure alles-in-een-maaltijd wordt een beetje krijtachtig qua structuur. We doen het er maar mee. Mieke neemt de afwas ter hand die in deze omstandigheden, een hoog improvisatorisch en innovatief karakter krijgt.

Ondertussen is het donker. We brengen nog een uurtje door in het kaarslicht waar nauwelijks bij te lezen valt. Hoe deden die mensen dat vroeger.

Valldalsleden 2 Kijk voor inzoombare kaart op pilegrimsleden.no

valldalsleden 2