Amerongen – Tiel
Koningsdag! Wanneer we in de ochtend door de oude straatjes van Amerongen lopen, op zoek naar een bakker voor broodjes voor onderweg, maken de bewoners zich op voor Oranje festiviteiten in het centrum.
De kinderen rijden op met rood-wit-blauw-oranje linten versierde fietsjes. Hun ouders lopen er tevreden lachend naast.
Pont
Wij vinden de bakker, laten alle oranje gekleurde zoetwaren voor wat ze zijn en verlaten Amerongen met knapperige broodjes op zak. Langs het kasteel in de steigers naar de pont over de Nederrijn. Prachtig helder en zonnig weer. Op de pont maken we foto’s. Een fietsstel biedt aan ons samen op de foto te zetten, mits wij datzelfde voor hen willen doen. En zo geschiedde. Wanneer blijkt dat we alleen met cash de overtocht kunnen betalen moeten we even wild zoeken in de rugzakken. Maddy diept net voor we aanleggen een Euro op. Al die tijd staat het fietsstel evenwel paraat om voor ons de overtocht te betalen, ontzettend aardig. We wensen elkaar een fijne dag wanneer de slagboom omhoog zwiept.
Te half zes ure togen wij op weg naar Tiel. Het fraaie slot van Amerongen trok eerst met deszelfs breede wallen en hoog geboomte onzen aandacht. Vervolgens wandelden wij door landerijen, met wilgeboomen dicht beplant, en door appel en kerssenboomgaarden voort totdat wij te Eck de rivier overvoeren in een' gierbrug. Nu lieten wij links af het landgoed van den Heer Van Pallandt leggen en trokken door vruchtbare velden voort op een' zandigen nieuw aangelegden weg. Langs denzelven groeiden veele welriekende planten, inzonderheid kamille. Kersse- en appelboomgaarden vervongen beurtelings de weilanden
Eck en Wiel
We slaan linksaf op de dijk en krijgen onmiddellijk heerlijke vergezichten op de Utrechtse heuvelrug. Het landgoed van den Heer van Pallandt bestaat niet meer als zodanig, maar het heet hier nog wel Heerlijkheid Eck en Wiel, dat deels opengesteld is. We kunnen een stukje door een stokoude boomgaard kuieren. Van het huis is niets meer over.
Boomgaard huize Eck en Wiel
Voor onze route naar Tiel kiezen we voor een ruime bocht over Ingen en Ommeren. Het rechte pad is een N-weg tussen landerijen waar geen wandelknooppunt te vinden is. Dat vatten we op als een indicatie voor grootschalige saaiheid en dus te vermijden.
Ingen
We verlaten de dijk via een weggetje met knotwilgen en lopen langs boomgaarden naar Ingen. We komen fietsers tegen die met duidelijk met een feestelijke puzzeltocht bezig zijn. Op het plein van Ingen klitten de bewoners bierdrinkend samen rond een vrijmarktje en een muziektent waar een dj opgesteld staat. De mix van dance classics en kinderhiphop staat te hard. Niemand danst en niemand slaat acht op de dj. Dan toch liever een ouderwetse harmonie van dorpsbewoners in zo’n muziektent. Maar ja, ik denk dat je dat alleen nog maar in Limburg georganiseerd krijgt.
Zandwinning
Op de verwaaide beats lopen we het dorp weer uit, en trekken langs niet onaardige wegen naar Ommeren en verder naar een zandwinningsgebied waar aan de overkant al een nieuwbouwwijk is verrezen. We pauzeren langs de nieuwgevormde plassen en kijken hoe de meerkoeten druk in de weer zijn met nestmateriaal. Vervolgens lopen we verder tot we op de Linge stuiten. Op mijn oude kaart uit 2008 gaan de landelijke wegen door. Medel tot Tiel, met de opmerking dat er een toekomstige woonwijk gepland staat, maar op de google maps liggen er grote zwarte rechthoeken over de oude stratenpatronen en buurtschappen.
Gruwelijk Medel
Bedrijventerrein
Medel blijkt verworden tot een enorm bedrijventerrein vol enorme distributiecentra. Aanvankelijk wilden we eromheen lopen, maar nu we ervoor staan lijkt dat onbegonnen werk. Een passerend fietsstel dat we consulteren heeft ook geen oplossing. We gaan er maar dwars doorheen. Er is maar 1 brug waarover we in Tiel kunnen geraken en daar loopt ook het spoor, en de razende A15. Adem in, blik op oneindig en doorstappen maar naar het Amsterdam-Rijnkanaal. Omdat het Koningsdag is, is er geen vrachtverkeer in Medel. Het voelt er daardoor helemaal buitenaards. De menselijke maat is volkomen zoek. Het kanaal is aan het zicht onttrokken door saai robuust gemeentegroen. Brug over, nog een bedrijventerrein, dat ouder is. Ondanks de aanhoudende lelijkheid krijgt Kellen een aura van menselijkheid na het verschrikkelijke Medel.
Twee uren gewandeld hebbende, ontbeten wij aan een tolhek en namen toen een aangenaam wel belommerd voetpad dat ons langs bevallige dreven in een half uur naar het lief gelegene Tiel bracht Aldaar stapten wij de herberg den Gouden Leeuw binnen.
Wij stappen Van de Valk Tiel binnen, pal aan de A15. Niet de eerste keuze, maar er was ten tijde van het boeken gebrek aan beter. Tiel zelf bewaren we voor morgen. Heel Tiel lijkt op Koningsdag te willen eten bij Van de Valk. We kunnen om half zes terecht, of na achten. Nou dan maar half zes. Kunnen we het achtuurjournaal nog zien. WA en Maxima bezochten dit jaar Maastricht en het was weer net zo truttig en deprimerend als voor corona. Onze kamer kijkt uit over de A15 en de bedrijventerreinen. In de glossy van het hotel wordt dit uitzicht aangeprezen als een pluspunt.
Begraafplaats Tiel
Tiel – Druten
’s Ochtends gaan we eerst een rondje door het oudste stuk van Tiel maken. We lopen langs de Linge naar het centrum. Prachtig weer. We stuitten als eerste op een oude begraafplaats met machtige beuken. Het blijkt de eerste begraafplaats van Nederland die buiten de stad werd aangelegd. Verderop treffen we een oude man die achter zijn rollator schuifelt. ‘Aan de wandel?’ vraagt hij. ‘U toch ook’, antwoorden wij. ‘Ja, ik moet wel’, zegt hij. We nemen maar aan dat hij het op doktersadvies doet, want verder licht hij het moeten niet toe. ‘We zijn Tiel aan het bekijken’, zegt Maddy. ‘daar zijn we nog nooit geweest’. ‘Tiel is best leuk’, zegt de oude man. ‘De mensen zeggen, Tiel is niks aan, maar dat is niet zo. Tiel is best leuk, maar wel zwaar verwoest in de oorlog’, besluit hij op een toon die impliceert dat Tiel het zelf ook niet kan helpen. Hij schuifelt langzaam maar beslist verder op zijn doktersrondje.
Te vijf uren opgestaan zijnde, verlieten wij te half zeven het aangename Tiel 't welk, schoon met goede en groote huizen voorzien onregelmatig gebouwd en aangenamer van buiten dan van binnen is. De cingels zijn fraai beplant en het gezicht des havens is verrukkelijk schoon.
Flipje
Wij lopen tussen de naoorlogse gebouwen langs de historische restanten die ons best bevallen: een park van Zocher met een indrukwekkend ambtsmanhuis (waar recht gesproken werd), de St, Maartenskerk, het gotische huis uit de 16e eeuw en wederopgebouwde waterpoort. Verder willen we natuurlijk het standbeeld van Flipje zien. Flipje zit nog onder de oranje vlaggetjes van gisteren en maakt sowieso een beetje verweesde indruk. Flipje is natuurlijk alleen nog maar bekend bij de oude en zeer oude generaties. We drinken koffie op een fijn terras tegenover Flipje en zien dat niemand het fruitmannetje uit de Betuwe een blik waardig keurt.
Geen pont
Via de Waterpoort begeven wij ons naar de haven en het veer naar Wamel. Maar tot onze ontzetting is er geen pont te zien. Met andere dagjesmensen staan we vertwijfeld aan de kade. Navraag bij een koffietentje leert dat het veer zonder opgaaf van reden vandaag niet is komen opdagen. Wat een tegenvaller. De enige manier om aan de overkant te komen is via de verderop gelegen brug, nog een stukje voorbij Medel waar we gisteren al met lange tanden liepen. De gestrande fietsers gaan vol goede moed op weg naar de brug, wij besluiten een bus naar de overkant te nemen. Daarvoor moeten we wel terug naar het station dat we eerder op weg naar het centrum passeerden.
De veerman laat zich van zijn symbolische donkere kant zien. Toch een figuur waar je aan overgeleverd bent. Vaart hij niet dan kun jij ook niet verder. In oude pelgrimsverslagen wordt voor bepaalde veermannen gewaarschuwd. Of ze vragen te veel geld, of ze beroven je en gooien je overboord. Zo erg is het vandaag allemaal niet, maar een flinke domper is het wel. We stappen uit de bus in Beneden-Leeuwen. De uiterwaarden bij Wamel waar we hoge verwachtingen van hadden moeten we overslaan, te veel tijd verloren. We zoeken een route door het dorp naar de dijk en vervolgen onze weg. De zon schijnt gul.
Het weder was betrokken doch voor wandelen des te aangenamer, wijl de sterke zon niet hinderde. Wij voeren den Waal over om naar Nymwegen te gaan, daar de overzijde korter is en veel fraaier gezichten oplevert. Na een' voorspoedigen overtocht bevonden wij ons bij het dorp Whamel, dat groot en dicht bebouwd is. Ons pad liep nu door een buitendijksch weiland, dat ons op den dijk bracht, dien wij volgden tot aan Druthen, terwijl de aangename en afwisselende rivier- en landgezichten ons verrukten, zoo als ook de boomgaarden van nooten- peeren- appel kerssen- en andere vruchtboomen, de haver, boekweit, koren, hennip, tabak, aardappelen en andere veldvruchten, binnendijks elkander vervangend eene zeer vrolijke vertooning opleverden. Tusschen de Waal en den dijk strekten zich soms zeer groote en vette landerijen uit, waarop schoon rundvee weidde, en waar over het oog zich verlustigde in het beschouwen van een uitgestrekt gedeelte der Betuwe, met ontelbare torens pralend. Te Druthen, een groot en welvarend dorp met nette en nieuwe huizen rusteden wij uit.
Geen thermos
De Waal aan deze kant staat vol industriële bouwsels. Soms nog in bedrijf, maar vaker zien we roestige loodsen, resten van werven, fabriekjes en wat dies meer zij. De riviergezichten worden grotendeels aan ons oog onttrokken. Bij een obeliskachtige naald (ter herinnering aan een watersnoodramp uit 1861 en een piëteitsbezoek van koning Willem III) zijgen we neer in het talud vol fluitekruid en boterbloemen voor een welverdiende lunchpauze. Maddy’s thermos blijkt verdwenen. Moet wel in de bus zijn achtergebleven. Er rust geen zegen op deze dag.
Druten
We wandelen door over de dijk. We zien woonboten aan hoge meerpalen liggen. Het duurt even voor we beseffen dat die boten natuurlijk meebewegen met de sterk veranderende waterstanden. Het industriële neemt wat af, al ligt er verderop in de Waal een grote overslaghaven. We passeren een lief klein achtkantig protestants kerkje (uit de vaart genomen) en komen dan aan in Druten. We overnachten op een omgebouwd schip, dat twee restaurants en een B&B herbergt. Pal aan de waal. We gooien de rugzakken af, maar voor we gaan ontspannen lopen we eerst nog Druten in. Bij de Hema kunnen we exact dezelfde thermos kopen, waardoor het verlies geneutraliseerd is. Druten blijkt nog steeds een prachtig dorp vol voorname huizen en een gigantisch ambtsmanhuis.
We eten heerlijk op de boot en laten ons later op de deining van passerende schepen in slaap wiegen.
Druten – Lent
De zon is weer vertrokken, we vertrekken onder een laag bewolking. We kunnen direct de Afferdense en Deestse Waarden in lopen. Een nog niet zo lang afgerond natuurproject in het kader van Ruimte voor het water. In de afgelopen jaren is de langste meestromende nevengeul van Nederland gegraven. Het water uit de Waal stroomt de 4,5 kilometer lange geul in bij Deest en komt er weer uit bij Druten. Zo worden overstromingen bij extreem hoogwater voorkomen.
Afferdense en Deestse Waarden
Het gebied is nog volop in ontwikkeling. Op een mooie voetbrug na, zijn er nog geen duidelijke wandelpaden. We struinen maar zo’n beetje in de goede richting, wat prima gaat. Hier en daar staan oude wilgen en bosjes, maar verder wordt er nog flink gepionierd door de begroeiing. Uiteindelijk komen we weer uit op de Waalbandijk. Even voorbij een grote werf bij Deest gaan we de dijk weer af en lopen we over een kaarsrecht fietspad met hoge bomen erlangs door oude uiterwaarden, waar boterbloemen en paardebloemen een gele zweem aan de weilanden geven.
Ewijk
Wanneer we bij Ewijk de A50 onderdoor gaan verandert het karakter. De dijk wordt smal, en ligt aan beide zijden tussen het groen. Het industriële geweld stopt en de kerk toren van Beuningen staat als een baken boven de velden. Terwijl bij ons een zwak zonnetje door het wolkendek probeert te breken, scheurt bij Jacob en Dirk de hemel open. Ze trekken dan een blauwe kiel aan, waarschijnlijk een boerenkiel, die ze over hun goeie goed aantrokken. Vermoedelijk niet om echt droog te blijven, maar om de kleding tegen vervormen te beschermen.
Reeds waren wij een fraai eind weegs gevorderd. Het heerlijk gelegen Nymwegen deed zich reeds schitterend tegen de zwarte wolken voor, en wij hoopten het binnen drie vierde uurs te bereiken, toen wij onverhoeds door een' wolkbreuk overvallen werden. Van Hogendorp, van verre eene wooning ziende, wilde zich derwaarts begeven, doch ik deed hem eerst op mijn voorbeeld de blaauwe kiel aantrekken, en met reuzentred stapten wij voorwaarts. Treffend was het gezicht der rivier: prachtig ook dat der stad, die door eenige stralen verlicht tegen het aaklig wolkgespan uitblonk. Intusschen drong, ondanks ons loopen de regen door alles heen, zoodat wij verscheidene ponden zwaarder werden, vooral aan de voeten. Aan de hut gekomen, die midden in de weide stond, en waar zoo 't scheen een veldwachter woonde, die met een zeilmaker was, werden wij met gulheid binnengelaten en schuilden een half uur zonder drooger te worden. Een oude boer die er mede neerzat, klaagde bitter over het slechte jaar, daar volgens zijn zeggen, alles even slecht stond. Naauw weder uitgetreden zijnde, viel ik in de slijk en zag er dus bij mijne aankomst te Nymwegen deerlijk uit.
Nijmegen
Wij zagen er verder prima uit toen we de stad binnenliepen, maar Nijmegen zelf betraden we niet van haar mooiste kant. Het onderhoud van de brug over het kanaal is in volle gang met een ongelooflijke teringherrie van drilboren. Eenmaal aan de overkant de lelijkheid van bedrijventerreinen en rommelgroen. We kunnen gelukkig snel de nagelnieuwe brug op om naar Lent te lopen. Prachtige brug overigens. Halverwege stappen we af om over het nieuw gevormde parkeiland te lopen. Ik raak een beetje in de war, want ik herken niets van een eerder bezoek. Dit hele eiland kan ik me niet herinneren, wel een pastoraal stukje Lent recht tegenover Nijmegen. We zien een enorme Vinex vormkrijgen bezijden het dorp en registeren een nieuwe voetgangersbrug en een rijtje huizen op het eiland. We zitten even op een Waalstrandje tegenover het silhouet van Nijmegen en proberen bij elkaar te puzzelen hoe het dan was toen we hier ruim 20 jaar geleden het Lingepad liepen. We komen er niet uit.
Lent
Op de gierbrug aldaar hadden wij nog eene frissche bui en kwamen te half drie te Lent in de herberg aan, waar wij zeer verheugd waren ons te kunnen verschoonen en met een goed middagmaal en lekkeren wijn het krimpend lichaam te verwarmen. Na den eten werd het fraai weder. Daar ik mijne vochtige schoenen niet aan konde doen, liet ik Van Hogendorp alleen stadwaarts trekken en bleef voor de deur eene pijp rooken en thee drinken, mij verlustigende in het heerlijk gezicht over de rivier op de stad en bijliggende heuvelen.
We keren Nijmegen de rug toe en lopen over een voetgangersbrug Lent in, het dorp wordt doorsneden door een razende autoweg. Bepaald geen genoegen. We vinden het nieuwe station Nijmegen-Lent en treinen in de avondspits naar Amsterdam. Wat onderweg opvalt is dat veel uitzichten worden verpest door nieuwe distributiedozen. Vooral bij Veenendaal en Ede. Maddy merkt op dat de bestuurlijke aanmoedigingen om tegels te wippen, korter te douchen en afval te scheiden, lachwekkend zijn in het licht van de klimaat- en landschapsschade die met die dozen en bijkomende vervoer wordt aangericht.
Thuis zie ik in het oude routeboekje van het Lingepad dat het stadseiland in 2000 nog vastzat aan Lent. In het kader van Ruimte voor de rivieren is er een hele geul gegraven waardoor het pastorale stukje Lent op het eiland is komen te liggen, net voorbij de voetgangersbrug die wij namen. En daar zat Jacob voor ‘de deur eene pijp te rooken’. De deur van herenlogement Wildenbeest, dat al lang en breed afgebroken is.
Nijmegen – Beek 10 km
Augustus 2021
Vanuit Lent maken Jacob en Dirk een uitstapje naar Nijmegen. Ze worden opgehaald door kennissen en lopen over het bevallig Ubbergen naar het heerlijke Beek. Ook kijken ze even bij het Valkhof (beroemd vanwege de Romeinse en middeleeuwse overblijfselen), dat Jacob maar niet mooi kan vinden.
Tijdens een meerdaagse groepswandeling in de Ooijpolder lopen we (niet geheel toevallig), ook het traject Valkhof, Ubbergen, Beek. We wandelen van het station langs het Kronenburgpark (als een Pavlov-reactie beginnen sommigen van ons flarden van de hit van Frank Boeijen te fluisterzingen, want wie kan die tekst eigenlijk integraal verstaan?), en vervolgens door het oude centrum en langs de stokoude Stevenskerk naar het Valkhofpark.
Valkhof
Het Valkhof is een historische plek. Aan deze strategische heuvel, die hoog uittorent boven de Waal, trok een groot deel van de geschiedenis van West-Europa voorbij. Romeinen scharrelden hier zo’n 400 jaar rond. Karel de Grote bouwde er een burcht, Vikingen kozen de locatie voor het overwinterden en staken de burcht in de brand. Tal van keizers van het Heilige Roomse Rijk resideerden op de berg. In 1155 liet keizer Frederik I Barbarossa de burcht opknappen met een enorme donjon (versterkte woontoren).
Alle landschapsschilders uit de 17e eeuw werden aangetrokken door dit on-Hollandse beeld van een stad aan de rivier met een stoer kasteel op een heuvel. Maar de gloriedagen van het Valkhof waren toen allang voorbij. Rond 1795 waren de nieuwe ideeën van de Franse Revolutie waren overgewaaid naar Nederland. De Valkhofburcht werd gezien als symbool van middeleeuws feodalisme en werd gesloopt. Twee stukken werden gespaard: de St.-Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne. Op de heuvel werd een park door Zocher aangelegd in Romantische stijl. Het uitzicht over de Waal is fenomenaal.
N70
We vervolgen langs de rand van de stad en stappen op de N70, een van de geliefdste wandelroutes van Nederland. Uitgezet in het natuurbeschermingsjaar 1970. Een rondje van zo’n 16 km dat de wandelaar langs alle toppen en dalen van de stuwwal brengt. Want de stuwwal (gevormd door de gletsjers die in de laatste ijstijd de aarde voor zich uit duwden) maakt dit gebied zo aantrekkelijk. De mooie bossen met grote hoogteverschillen, de glooiende weilanden en het uitzicht over de platte Ooijpolder waar de Waal omheen meandert.
Hoewel de stad in de afgelopen 200 jaar als een gletsjer in de richting van Ubbergen en Beek is gegleden, loop je nog steeds als Jacob en Dirk heerlijk in de natuur. Net als zij waren wij ‘opgetogen over de gezichten en het bekoorlijke der plaats’. Indertijd was het dorpje Beek vol wasserijen die de was van de rijke burgers van Nijmegen deden. Dit vanwege het vele heldere water dat er stroomde. Daarnaast was er de Heerlijkheid Beek waar de jongens ongetwijfeld rondwandelden. De Heerlijkheid wordt tegenwoordig onderhouden door Het Geldersch Landschap, waardoor ook eenvoudige stervelingen als wij door de Elyzeese velden (de glooiende weilanden) kunnen wandelen.
Postkoets
Wij overnachten in de buurt van Beek om de volgende dag door de Ooijpolder te gaan lopen, Jacob en Dirk keren terug naar Lent en stappen de volgende dag op de postkoets naar Den Bosch om niet met ‘betrokken weer over de elendige heide te hoeven lopen’. Smoesjes van Jacob en Dirk. Ze willen gewoon zo voortmaken, de rek is eruit, ze hebben genoeg van elkaar.
Volgende deel Van Lennep
Bekijk alle delen op de Overzichtspagina Van Lennep.
Praktische informatie
Tiel - Druten
19 km
Druten - Lent
22 km
Nijmegen - Beek
10 km