Uithuizen – Appingedam
Schoon te vier ure opgestaan, moesten wij ons getroosten tot acht ure uit het raam te zien of de slagregen wilde ophouden.
Eindelijk verlieten wij de herberg, en met de blaauwe kielen bedekt, wandelden wij de fraaie plaats van den Heere Alberda van Menkema langs, waar tamelijk hooge boomen staan, als ook den huize Rensema, den broeder des voornoemden toebehoorend. Hierbij ligt het dorp de Meeden, waar een hooge en nieuwe toren de kerk versiert. Langs een' met hooge wilgen beplantten weg traden wij voort tot de regen ons in een' kroeg dreef, welke wij te half elf weder verlieten en een uur later aan het Zand aankwamen, mede vruchtbare ingedijkte landen bezittend welke tusschen 1257 en 1266 gewonnen werden.
Menkema
We verlaten Uithuizen onder een grijze lucht. Een paar minuten later staan we al voor de ‘fraaie plaats’ van Menkema, een indrukwekkende borg waar we omheen kunnen wandelen. Nu een stijlmuseum dat een beeld geeft van het leven in de 17e en 18e eeuw.
Een stukje verderop komen we langs een wat sneu ensemble van enkele op elkaar gestapelde keien. Het blijkt het monument aan het Dingvonderpad te zijn. Ter herinnering aan de plek op de grens van Uithuizen en Uithuizermeeden waar in de middeleeuwen werd rechtgesproken.
Uithuizermeden
Bij Uithuizermeeden zien we de toren van de kerk al snel boven de kruinen uitsteken, een opmerkelijk luchtige toren in blauwe tinten. Het dorpscentrum zelf is grotendeels ten prooi gevallen aan de afbraakdrift van de jaren ’70. We buigen nu af naar het zuiden en komen op lange recht wegen tussen de akkers. Het verstilde dorpje Zijldijk heeft wel wat. Misschien was het hier dat Jakob in Dirk vanwege de regen een kroeg in vluchtten. Op de hoek van de Kolkstraat staat in ieder geval nog het pand van een voormalig café, dat uit die tijd stamt. Wij vervolgen de rechte weg. De zon wordt warm, het is een beetje taai lopen. In ’t Zand stuitten we verrassend op een Rustpunt. In iemands voortuin kunnen we in de schaduw op een bankje genieten van een waterijsje en een koffie. Hierdoor opgekikkerd kunnen we door.
Voormalig café Zijldijk
Hier vonden wij een' koopman in lijwatenen (linnen) uit Appingadam, die ons wat verder onder weg inhaalde en eene plaats in zijne chais aanbood. Na lang weigeren namen wij die aan, en reden over een heerlijken weg, met fraaie boereplaatsen bezet door de dorpen Leermens, Jukwert en Garnwert naar Appingadam, waar wij te twaalf ure bij Martens in 's lands welvaren afstapten
Sjees
Jakob en Dirk krijgen hier een lift in een sjees, wij lopen gewoon maar door, eerst langs een vaart naar Leermens dat op haar wierde ligt te dommelen, daarna naar Arnwerd (het Garnwert van Jakob moet wel een vergissing zijn). In een graanveld staat een gasfakkel. Groningen in een beeld. We steken de Godlinzermaar over, een waterloop die gezellig door het landschap kronkelt. We worden nu hoofdzakelijk omringd door grasland, grote kavels. Af en toe blaft er een hond wanneer we een boerderij passeren. We richten de blik op de streep bomen aan de horizon waarachter we Appingedam weten. Het komt maar langzaam dichterbij, we zijn moe en het lichaam begint een beetje te klagen. Te veel asfalt. Mijn rechtervoet protesteert, Willems nek heeft geen zin meer in het dragen van de rugzak.
Appingedam
Wanneer we in het stadje aankomen, worden we direct van onze vermoeidheid afgeleid. Wat een prachtig stadje. We komen via de vaart die van Groningen naar Delfzijl loopt het centrum binnen, langs de voormalige herberg ’s Lands welvaren, waar ook de trekschuiten een halteplaats hadden. We zien de beroemde ‘hangende keukens’ (alle drie), het ‘unique selling point’ van Appingedam, als het aan de stadspromotie ligt.
Ons onderkomen heet Het Wapen van Leiden, nog stammend uit de tijd dat er een handelsroute per postkoets van Leiden, via diverse Hanzesteden naar de Baltische staten liep ten behoeve van de Leidse lakenhandel. We zien de naam op de gevel pas na lang turen omdat er nu een Chinees buffetrestaurant in uitgebaat wordt, waarbij de geel/rode belettering van het restaurant de overhand heeft gekregen. Mogelijk het enige Chinese restaurant met hotelfunctie? Het buffet is wegens corona gesloten, maar men helpt ons graag aan een combinatiegerecht in de traditionele Nederlandse Chin-Ind-stijl. Daar nemen we met liefde genoegen mee.
De jongens liepen vanuit Appingedam nog door naar Delfzijl, maar dat bewaren wij voor morgen.
Praktische informatie
Startpunt: Uithuizen (station)
Eindpunt: Appingedam (station)
Appingedam – Nieuwolda
Een mooi ochtend met gulle scheuten zonlicht. We lopen langs het water naar Delfzijl, nog steeds een aantrekkelijke wandeling, met veel bochten en veel om naar te kijken (oude fabrieken, doorkijkjes, mooie huizen en huisjes). De villawijk voor het centrum van Delfzijl vinden we erg mooi met veel art deco-architectuur. Ook het stoere stationsgebouw ligt er mooi bij. Ons beeld van Delfzijl is dat van een leeglopend stadje waar niets echt wil lukken qua ontwikkeling. We zijn verrast. Tot het moment dat we het centrum betreden: lelijkheid uit de jaren ’70, leegstand, achterstallig onderhoud, liefdeloze parkeerplaatsen. Ja, het beeld klopt weer met de werkelijkheid.
Te half vijf waren wij reeds op weg en kwamen ras aan het dorp Farmsum, tot hetwelk zes gehuchten behooren. De kerk en toren zijn hoog, en deze laatste scheef gebouwd. Twee steen- en pannebakkerijen, eene kalkbranderij, eene scheepstimmerwerf, een zaag- olie- rogge- en pelmolen vindt men in hetzelve. (…) - Twee ure van daar ligt Wageborgen, waar wij als in alle boereherbergen bij een blakend vuur werden opgewacht en ontbeten. Dit dorp is niet groot en ligt op een min vruchtbaren zandgrond.
Weiwerd
Delfzijl uit, lopen we langs veel oud en nieuw havengeweld. Op een bepaalde manier is dat mooi. Het water, de lucht, de kranen en de industriële gebouwen. Het brengt ons naar Farmsum, een dorp dat ligt ingeklemd tussen bedrijventerreinen en havenactiviteiten. Daar voorbij is een soort niemandsland met wegen, braakliggende terreinen en borden waarop nieuwe bouwprojecten worden aangekondigd.
Een wierde met klinkerpaadjes en heggetjes trekt onze aandacht en wandelknooppunten leiden ons eroverheen. Bovenop ligt een oud kerkhof. We blijken in het voormalige dorp Weiwerd te staan. Een typisch zogenaamd radiair wierdedorp, waarbij straten als spaken in een wiel naar de buitenste ring lopen. Het dorp is langzaam afgebroken. Al vanaf de jaren ’60 werd het bedreigd door de uitbreidingsplannen van de havens van Delfzijl. Jonge mensen vertrokken, winkels en scholen sloten. Toen in de jaren ’80 bleek dat het met de ontwikkeling van de havenprojecten zo’n vaart niet liep was het al te laat. Het aantal inwoners bleef dalen, de afbraak ging verder. Halverwege de jaren ’90 kwam men in actie om de landschappelijk restanten van Weiwerd te beschermen. Ondertussen lezen we op borden dat het hier een ‘brainwierde’ moet worden met jonge bedrijfjes in de ‘chemische en metallurgische sector’. Daar hebben wij dan weer en hard hoofd in. Eeuwig zonde, zo’n voortijdige afbraak voor het grote geld, dat niet komt. Het doet me sterk denken aan Ruigoord, een dorpje tussen Amsterdam en Haarlem dat plaats moest maken voor de uitbreiding van het Amsterdamse havens. Ook dat liep na decennia uit op een geldverkwistende mislukking, met dat verschil dat het ontruimde Ruigoord in de jaren ’70 werd gekraakt door stadsnomaden, kunstenaars en alternatievelingen. En in die hoedanigheid bestaat het nog steeds.
We gaan in de schaduw onderaan de wierde in het gras zitten om te pauzeren en ons op te maken voor het rechte boomloze traject naar Wagenborgen dat voor ons ligt.
Stratemakeropzeeshow
Dit is het Oost-Groningen van de befaamde leegte. Eindeloze akkers en windmolens. We lopen langs akkers waar het graan wordt geoogst, het stro wordt in gigantische balen geperst. In de leegte hoor ik Joost Prinsen in mijn hoofd, als meester in de Stratemakeropzeeshow met zijn befaamde woorden: "de bodemgesteldheid van Zuidoost Groningen". Willem zegt af en toe “strokarton”. Ik antwoord hem met “aardappelmeelfabrieken”. Dat is wat we hebben overgehouden aan de aardrijkskundelessen over Groningen op de lagere school. Het is warm en taai op de rechte weg. We passeren een boerderij met hoge hekken. Inn 4 love, staat er op het gouden bordje. Proeve van een industrie die in deze grensstreek met Duitsland bepaald succesvol was vanaf de jaren ‘70, maar dat leerden we niet op school.
Wagenborgen
Gelukkig, daar is Wagenborgen. We overleggen voor het vervolg van het traject: gaan we bovenlangs via een minder aantrekkelijke route naar Nieuwolda, of ronden we het meer, met mogelijk zachte graspaden, maar met meer kilometers. Willem checkt graag of Wagenborgen een koele versnapering kan bieden dus gaan we onderlangs. Wagenborgen is een stil lintdorp zonder opvallende kraak of smaak. Er is wel een snackbar bij een vakantieparkje midden in het dorp, die over 10 minuten opengaat. We ploffen neer op de plastic stoeltjes buiten en als de uitbaatster de winkel opent, zijn we snel voorzien van een blikje fris en Italiaans ijs (met een muf hoorntje).
Om te Nijenwolde te komen, dat er een vierde uurs van daan ligt, hadden wij een uur werk wegens den omweg dien wij om een korenveld nemen moesten. Nijenwolde, een groot en zeer vruchtbaar dorp is door indijking aan den Dollert ontnomen. De gemeente is hier zoo groot dat er twee schoolen zijn.
Nieuwwolda
Jakob en Dirk moesten ook omlopen, al was het dan om korenvelden, het Hondhorstermeer was er nog niet. Het is heerlijk om zacht over het gras langs het water te lopen en een beetje te luisteren naar het geklots en de ganzen. Wanneer we eindelijk Nieuwolda binnenlopen hebben we ruim 28 km gedaan, wat ik een hele prestatie vind. We hebben een B&B bij een gloednieuw enorm groot huis in zwarte baksteen. Met klassieke witte zuilen die een timpaan dragen, een nieuwerwetse versie van de villa’s van de herenboeren. Wij mogen gelukkig in een luxe trekkershut naast het huis logeren. We worden zeer hartelijk ontvangen en voelen ons daar direct thuis. Badkamer, keuken, welkomsthapjes en -drankjes, zachte handdoeken, voor alles is gezorgd. We kunnen eten bij het eetcafé bij de brug op 3 minuten lopen. Dat redden we nog net.
Volgende deel Van Lennep
Bekijk alle delen op de Overzichtspagina Van Lennep.
Praktische informatie
startpunt: Appingedam (station)
Eindpunt: Nieuwolda (bus naar Winschoten of Delfzijl)