Vianen – Asperen
Onder grijze bewolking lopen we naar de Lekdijk en kijken uit over de uiterwaarden en de lome meanders van de rivier.
Fruitbomen achter de dijk geven aan dat we ons in de Betuwe bevinden. De sluizen van Hagestein met z’n drie enorme stalen bogen zien we al van ver liggen. Dichterbij werpen we goedkeurende blikken op de vispassage, die de trekkende vissen, op weg naar hun paaigronden doorgang biedt.
Deel van de nagelopen wandeltocht die Jakob van Lennep en Dirk van Hogendorp maakten in de zomer van 1823. Bekijk alle delen op de Overzichtspagina Van Lennep.
Everdingen
Everdingen, nog zo’n plaatsnaam die uitsluitend aan knooppunten in snelwegen doet denken, blijkt een kalm dorpje dat rustiek achter de dijk ligt. We pauzeren even met koffie op een bankje en kijken uit over de rivier. Verderop ligt fort Everdingen, we zijn in waterliniegebied, maar dat hebben we onlangs nog gezien en stamt uit 1842, dus steken we een hoekje af via een rommelig paadje met tuintjes, schuurtjes, oude caravans en een paar huizen. Maddy begroet vrolijk de langharige merkpoes met de staalblauwe ogen die ze op die eerdere wandeling ook al eens ontmoette. De kat komt toesnellen alsof zij/hij Maddy herkent en laat zich uitgebreid aaien.
Even voorbij Everdinge sloegen wij rechts af den Diefsdijk op, welke reeds in 1200 bestaan moet hebben doch juist aanmerkelijke veranderingen heeft ondergaan. Moeilijk was hier de weg door dat deze dijk geen voetpad heeft en met keizelaard belegd is. - Ook waren de gezichten alles behalve fraai.
Diefdijk
Ook wij draaien de Diefdijk op, de stokoude dijk waar het omringende land vele meters dieper ligt. De aanmerkelijke veranderingen waar Jakob het over heeft werden in 1809 (onder Jan Blanken) uitgevoerd. Sindsdien is de dijk niet meer verhoogd of verzwaard. De kaarsrechte dijk is een zogenaamde dwarsdijk die Zuid-Holland tegen overstromingen uit de Betuwe moest beschermen. Vanwege de restanten van een fossiele rivier was het een moeilijke plek. De dijk is dan ook op meerdere plekken doorgebroken. Nog steeds speelt de dijk een rol in het voorkomen van watersnood.
Hoog boven de wereld lopen we de dijk af. Op de grens van Utrecht (vroeger Zuid- Holland) en Gelderland. Wij vinden de gezichten fraai. Rechts achter de dijk liggen boerderijen onder ons. Links kijken we over groene velden richting Culemborg. Tegen de tijd dat we de A2 naderen begint het zodanig te regenen dat we ons in de regenpakken hullen. Het is geen moment te vroeg, een pittige bui barst los. In een regenwaas steken we de snelweg over, waar schuiven in zijn aangebracht, waarmee de weg bij hoogwater kan worden afgesloten. Onder de paraplu’s lopen we zo’n uurtje verder, ons best vermakend met wielen, boerderijen en hoogstam fruitbomen, en dan wordt het weer droog. We pauzeren even onder aan de dijk en vervolgen in de stralende zon.
Wiel van Bassa
We komen bij het wiel van Bassa, het grootste en mooiste wiel van Nederland, volgens Jac P. Thijsse. Het is inderdaad een prachtig meer, omzoomd door bomen en struiken waar het ongetwijfeld ritstelt van het leven. Het is het gevolg van een dijkdoorbraak in 1573. Aan de zuidkant komen we langs de boerderij Kruithof en aanpalende Dordtse huis.
In het Dordtse huis kwamen vijf grootgrondbezitters uit Arkel, Ter Leede, Hagestein, Everdingen en Vianen samen om te steggelen over maatregelen tegen de wateroverlast, de financiering daarvan en de persoonlijke belangen. Aan de Gelderse kant kwam sinds de bouw van de dijk het land veel eerder onder water te staan. Soms staken de Gelderse boeren de dijken zelfs door om het overtollige water weg te laten vloeien. De vijf heren (Vijfheerenlanden!) vormden sinds 1284 een heemraadschap, waterschap zouden we nu zeggen.
Het Dordtse huis stamt uit de 17 eeuw, prachtig gelegen achter een rij bomen, met de wapens van Holland en de Alblasserwaard in gekleurd steen boven de voordeur. De naastgelegen boerderij Kruithof is ook uit de 17e eeuw. Het gebouw in gelige bakstenen ligt organisch tegen de dijk geleund. Dit hoekje aan het wiel voelt bijna aan alsof je uit een tijdmachine bent gestapt, ware het niet dat er paar zwarte dure auto’s bij geparkeerd staan.
We lopen de Diefdijk verder af en komen bij het spoor. Leerdam ligt rechts van ons, wij gaan nog even door langs Fort Asperen en de waterwerken waar Jakob over bericht.
Toen wij eindelijk Asperen voor ons hadden, moesten wij links den dijk volgen. Eerst kwamen wij over de Culemburgsche vliet- en Maalsluis, die geheel vervallen en in duigen ligt; daarna aan een nieuwe hulpsluizen van 1809, twee ingetale en eindelijk aan de twee defensive inundatie waijersluizen waar een tol stond. - Het was twee uren toen wij Asperen binnentraden, dus hadden wij 31⁄2 uur zonder rusten geloopen, zijnde deze onze zwaarste marsch op reis. - Asperen ziet er elendig vervallen uit.
Asperen
Asperen ligt er vandaag, het zal niemand nog verbazen, gerestaureerd en pittoresk bij, met stadsmuren en alles. We lopen door de Voorstraat, vol prachtige huizen met aan het eind een naar verhouding enorme kerk.
In de herberg de Toelast aten wij koeken en begaven ons voorts weer naar de koeijensluis waar wij den sluiswachter, door ons besteld vonden, die ons gereedelijk de heerlijke werking dier sluizen zien liet, welke ik liever voorbijga dan ze onduidelijk te beschrijven: genoeg is het dat aldaar het water zich zelv' bedwingt.
Ze laten zich door de sluiswachter rondleiden langs dijken, sluizen en duikers, lopen naar Heukelum, varen gedrieën de Linge over en lopen via Oosterwijk naar Leerdam (recht tegenover Asperen aan de overkant van de Linge), waar de jongens overnachten.
In eene bilardkamer dronken wij thee, wandelden vervolgens de plaats rond en vonden terugkeerend zekeren Heer Musquetier met den kastelein (in cits gestreept beddejak en dito broek) en een derde heer in 't zwart aan een hombertje, terwijl een molenaar in zijn meelkostuum (allen leden van de Leerdamsche Societeit) achter hen zat en drok over 't spel sprak. Ik plaatste mij bij dien groep, terwijl V. H. van den zoon des kasteleins eene les in de oeconomie en Politiek. Te acht ure hadden wij een zeer goed soupé in een elegant vertrek en sliepen in goede bedden.
Wij houden halt in Asperen en logeren in een heel prettig en heel blauw hotel aan de zuidkant van een wiel. Onder het eten klettert de regen op het serredak als ware het de natte zomer van 1823.
Praktische informatie
Beginpunt: Vianen (voor OV busstation Lekdijk)
Eindpunt: Asperen (Voor OV station Leerdam)
Asperen – Gorinchem
De jongens lopen de volgende dag van Leerdam weer terug over de dijk tot de hoogte van Heukelum. Die extra kilometers willen wij ons besparen, dus nemen wij de volgende ochtend eerst een kijkje in Leerdam, mede mogelijk gemaakt door de brug die er nu ligt.
Dit stadje heeft een niet onaartig uitzien, is met ruime straten en treflijk gebouwde, nette huizen voorzien. Poorten en wallen bestaan nog. Een breede, doch zeer modderige gracht loopt om de stad heen. Aan het Groote Logement bij Henry waar wij onzen intrek namen, nam de sluiswachter afscheid van ons.
Leerdam
Geheel volgens de wet van Van Lennep vinden wij Leerdam niet zo fraai meer wanneer wij er eenmaal zijn. Het silhouet met wallen en torens had nog belofte, maar van dichtbij blijkt het mooiste er toch vanaf. We lopen nog een klein rondje, maar keren dan snel terug naar de ander oever en lopen richting Heukelum. Over een mooie oude lage dijk, slingerend langs akkers en bomenrijen. De zon piept tussen de wolken door en giet helder licht over het landschap, waardoor de kleuren knallen. We passeren een statig gelegen kasteel en vervolgen over een heerlijk grasdijkje naar Heukelum, weer zo’n lief Lingedorpje met een monumentaal straatje, een ooievaarsnest op een schoorsteen, een kerk, een kroeg. Er wordt druk gerenoveerd. Voorgevels blijven bewaard, de rest wordt prijsgegeven aan het moderne comfort.
Voetveer
We gaan de Linge oversteken. Met een bel wijzen we de veerman aan de overkant dat we overgezet willen worden. De veerman, druk in gesprek, hoort de bel niet. Omdat we niet als een stel ongeduldige patsers nog eens harder willen bellen, nemen we plaats op een bankje en zien het maar even aan. Dan ziet de veerman ons, hij zwaait en tuft niet veel later naar ons toe. Aardige joviale veerman. Op mijn vraag of het nog uit kan, zo’n voetveer, zegt hij het niet voor het geld te doen, maar voor de gezelligheid.
Kedichem
We vervolgen aan de ‘drukke’ kant van de Linge. We vermaken ons met de dijkhuizen en uitzichten over de lage polders. Net voor Kedichem nemen we een kleine omweg over een graspad in de bocht van de rivier, een leuk pastoraal stukje. De bramen worden rijp en al lopend steken we er af en toe een in de mond. Soms heerlijk zoet, soms akelig zuur.
Bij een terras aan het water leggen we aan voor koffie. Maddy haalt herinneringen op aan de vele fietstochtjes die ze met haar vader vanuit Dordrecht in deze omgeving maakte. Het zou zo maar kunnen dat ze hier met hem al eens gezeten heeft.
Arkel
Verderop steekt het torentje van Spijk ouderwets boven de brede rietkragen uit en niet veel later zijn we bij Arkel, op een kruispunt van vaarten, gemalen en sluizen. We pikken nog een graspaadje langs het water mee en lopen dan via een oude toegangsweg onder aan de dijk Gorinchem binnen. Voor het eindpuntgevoel lopen we door het oude stadje naar de haven en werpen een blik op de Merwede. Terug het centrum in stuiten we op het gebouw waar logement de Doelen in zat.
Gorinchem
Hier kwamen wij op den straatweg, namen dien over het oude Arkel en traden met klokslag 8 ure Gorkum binnen. In het logement den Doelen moesten wij ons goed vinden: ook was er alles, dan o schrik! ik bespeurde dat een koffer aldaar geplaatst de mijne niet was, en deze dus waarschijnlijk op reis naar Antwerpen of misschien naar Parijs was.
De Doelen
Jakobs hutkoffer was ‘lost in transit’, niet veel anders dan koffers heden ten dage kwijtraken op luchthavens. Jakob schrijft niet in paniek te raken en vindt dat Dirk zich te veel opwindt over het voorval. Hij kijkt eerst nog of zijn sleutel op de vreemde koffer past (niet), gaat dan alleen naar de diligence om de verwisseling te melden en belt aan bij de relatie die ze wilden bezoeken, maar die is in Scheveningen om zeebaden te nemen. ’s Middags laten ze zich langs de waterwerken rondleiden door een opzichter en ’s avonds is de koffer (die in Utrecht was achtergebleven) weer terecht en nabezorgd. Na een karig maal in logement de Doelen gaan ze maar weer eens vroeg naar bed. Om maar niet meer op elkaars gezelschap aangewezen te zijn, zo lijkt het.
Wij sluiten ons bezoek aan Gorinchem af met bier en borrelgarnituur op het terras van het voormalige stadhuis. Een stortbui drijft ons en de rest van de bezoekers, jonglerend met glazen en borden, naar binnen. Wanneer het weer droog is treinen we met drie keer overstappen in 2 uur tijd naar huis. Voor de hemelsbrede afstand best een ommelandse reis.
Praktische informatie
Beginpunt: Asperen (voor OV Station Leerdam)
Eindpunt: Station Gorinchem