Wageningen – Doorwerth 18 km
Ondanks de horeca-sluiting op het hoogtepunt van de tweede coronagolf, trekken we er in de herfst nog een paar dagen op uit, om de Oudste ANWB-wandeling te voltooien.
Er is wisselvallig weer voorspeld voor de komende dagen, maar we wagen het er maar op, met de paraplu in de aanslag. Het was nog speuren naar een hotelletje dat ook avondeten serveerde, want dat moest wel, omdat de horeca verder nog potdicht zit.
Wageningen
We pikken de draad op in Wageningen. We waren al tot het randje van de stad gekomen en nu kunnen we direct de herfstkleuren van het arboretum op de Wageningse berg in. Bijzondere bomen geven bijzondere kleuren. Knalgeel, dieprood en fel oranje. Al snel kunnen we uitkijken over de Neder-Rijn en krijgen we een vakantiegevoel, ondanks de sombere bewolking.
We zwaaien van de rivier weg, dalen de Wageningse berg af en steken de N-weg over. We komen in een prachtig herfstbos. Ondanks de grijze bewolking is het relatief licht in het bos nu er al heel wat gele blaadjes op de grond liggen. Het is een bladschopdag, een dag met droog blad op de grond waar je lekker doorheen kan schoppen. Er zijn nog wat paddenstoelen.
Nol in ’t bosch
Verder is het rustig in het bos. We lopen door mooie lanen en komen bij het iconische hotel-restaurant Nol in ’t bosch. Daar kun je nu wel dingetjes afhalen, maar dat is voor ons nog te vroeg.
Oostereng
We trekken verder noordwaarts en komen bij Oostereng waar nog een arboretum is. Dat wil zeggen, dat het een verwaarloosde plek is, die zo veel mogelijk onder de wildgroei vandaan hersteld wordt. Er is een beeldentuintje bij en het ligt bij een wonderschoon beekdal. Vroeger stond de beek in dienst van de papierindustrie, nu is het nieuwe natuur die een verbinding tussen de Veluwe en de uiterwaarden vormt. We mogen een stukje over een prachtig pad op slag van bos en natte graslanden lopen.
Daarna is het even gedaan met de pret als we langs een drukke weg door Renkum moeten lopen. Ook hier zien we dat verder door het beekdal en de uiterwaarden een stuk leuker zou lopen, maar dat we nu eenmaal een route uit 1914 volgen, met de dichtgebouwde consequenties van dien.
Heelsum
Eenmaal Renkum uit stuiten we op een schilderachtig kerkje op een heuvel, het kerkje van Heelsum. Het ligt er heel aantrekkelijk solitair bij met blauwe/okergele luikjes voor de ramen.
Kasteel Doorwerth
Na het passeren van een paar eigentijdse autowegen komen we op de fonteinallee, een oude weg die de grens tussen de stuwwal en de uiterwaarden markeert. Deze brengt ons bij Kasteel Doorwerth, dat er als een illustratie uit een sprookjesboek uitziet. Anno 1914 werd het nog gerestaureerd en was er een militair museum in gehuisvest. Later, zou het zwaar beschadigd uit de Tweede Wereldoorlog komen en ging er nog een restauratieronde overheen, waarbij het tot de staat van 1650 werd teruggebracht. Die werkzaamheden werden in 1983 pas afgerond.
We kijken even op de binnenplaats waar een stokoude acacia overeind wordt gehouden met stutten en steunen. Men vermoedt dat de boom rond 1680 is geplant. We pauzeren op een bankje met thee uit de thermos en mijmeren over de eeuwen die deze boom aan zich voorbij heeft zien trekken.
Holle weg
Dan volgen we de route om het kasteel heen en klimmen we over de holle weg de stuwwal op. Een mooie smalle weg die het gevolg is van het smeltwater dat hier in de laatste ijstijd naar de rivier stroomde. Op de top van de heuvel verlaten we de route om naar het hotel te lopen. Het daglicht loopt al hard weg, de wintertijd is net een paar dagen oud.
Hotel
Een doordeweeks standaard hotel van de keten Fletcher. De tuin is echter buitengewoon groot, het neemt bijna de vormen van een park aan. Oude foto’s in de gangen duiden op het roemruchte verleden waarin sprake was van een voor die tijd hypermodern golfslagbad. Er zijn nog best wat gasten. We dineren coronaproof tussen schotjes in het restaurant. We kunnen maar 1 alcoholische consumptie bestellen. De regels dicteren dat er na 20.00 uur niet meer geschonken mag worden. Die coronamaatregelen: je kunt er best mee leven, maar het blijft surrealistisch.
Doorwerth – Arnhem 17 km
Het laatste stuk van de oudste ANWB-wandeling. We hopen op een net zo afwisselend traject als gisteren en we worden niet teleurgesteld.
Italiaanse weg
Nadat we ons weer in de bossen op de stuwwal hebben begeven komen we op de zogenaamde Italiaanse weg. Een klinkerweg met haarspeldbochten midden in het bos. De weg is 1848 aangelegd om kasteel Doorwerth te verbinden met een route naar Wolfheze waar toen een net een station was geopend. Het is inderdaad een on-Nederlandse weg met al die bochten de berg op, midden door een prachtig eikenbos.
In de 19e eeuw, toen er veel schilders rond Oosterbeek verbleven zou deze omgeving veel figureren op de romantische landschapsschilderijen. Op internet vind ik niet zo snel een sprekend voorbeeld waar de weg in te herkennen valt, maar ik neem het zo aan. De grillige eikentakken, de romantische sfeer, je ziet er zo een schilderij van Koekkoek in.
Heveadorp
Boven gekomen slaan we rechts af en pikken we een buurtje met mooie riet gedekte huizen van het bijzondere Heveadorp mee. Heveadorp begon als woonwijk voor de werknemers van de Heveafabriek, waar producten als banden, regenlaarzen, gasmaskers en tennisballen van natuurlijk rubber werden gemaakt. Gebouwd in de geest van het idee dat goede woningen, loyale en gezonde werknemers zouden voortbrengen. De Latijnse naam van de rubberboom is Hevea brasiliensis. Na de Tweede Wereldoorlog werd synthetisch rubber uitgevonden en was het gedaan met Hevea. Zelfs in de motregen die nu valt ziet de wijk er idyllisch uit. We lopen verder over de rand van de stuwwal en krijgen weer mooi uitzicht over de Neder-Rijn. Bij Westerbouwing dalen we de wal weer af en buigen we naar Oosterbeek via fijne paden langs de bosranden.
Oosterbeek
Bij het Airborne-museum willen we de museumkaart laten scannen om even droog van het toilet gebruik te kunnen maken. De mevrouw achter de kassa stemt met tegenzin in onder het mom dat het ‘hier geen openbaar toilet’ is. Wij begrijpen de weerstand niet. Wordt het museum niet afgerekend op het aantal bezoekers en hebben we daar op deze wijze niet leuk aan bijgedragen dan?
Vanaf hier is het voorlopig allemaal slag om Arnhem, marketgarden, airborne en ‘a bridge too far’ wat de klok slaat. Daar was in 1914 natuurlijk nog geen sprake van, maar nu loop je van monument naar gedenknaald en van infopaneel naar oorlogsbegraafplaats. Dat is allemaal best indrukwekkend. Je weet wel dat het rond Arnhem een enorme strijd is geweest en met veel slachtoffers, maar wanneer je langs al die witte grafstenen loopt wordt het wel heel aanschouwelijk.
Bakker
We lopen de lommerrijke Van Limburg Stirumweg af, steken de Amsterdamse weg over en komen in de bossen rond Groot Warnsborn. De zon valt bevallig door het restant van het bladerdak. Het heuvelt gezellig. Dan rechtsaf langs een rustig Bakenberg over een weg waar niet veel aan te beleven valt. Maar dat vergeven we de route van 1914, je kunt niet alles hebben. Bovendien dient zich hier plotseling een eenzame bakkerswinkel aan. Zo maar op z’n eentje tussen de fraaie villa’s. Er is koffie te koop. We drinken die buiten op een bankje op, en eten er een lekker vers broodje bij. De ene na de andere klant komt aanrijden en parkeert voorzichtig in het grind voor de zaak. Het zijn allemaal senioren die een beetje stram uit de auto komen klimmen en onhandig met een mondkapje frunniken voordat ze de winkel betreden. Blijkbaar heeft deze bakker Reijnen van oudsher een kwaliteitsnaam hoog te houden.
Arnhem
Na deze oppepper vervolgen we onze weg en komen we al snel bij Zypendaal, het begin van het uitgestrekte parkengebied in het noorden van Arnhem. Er staan een heel fraai groot huis in het park in Engelse landschapsstijl. Het heuvelt ook hier allemaal prachtig en de omgeving is gestoffeerd met waterpartijen, hoge bomen en gebeeldhouwde ornamenten. Ze geven je het gevoel dat je op bezoek bent bij een Engels country house rond 1914.
We zeilen naadloos over in Sonsbeek waar een cascade, een paviljoen, een witte villa en het watermuseum, de parkvreugde doen aanhouden. Geheel ontspannen lopen we de stad in, steken over het spoor door naar de centrumzijde en vinden de weg naar het Rijnhotel.
Upgrade
Het Rijnhotel is een kast van een hotel, pal aan de rivier. Bij het inchecken blijkt dat we de enige nieuwe gasten van deze dag zijn en daardoor automatisch winnen in de ‘VIP van de dag-loterij’. Dit houdt in dat we een prachtig ruime kamer krijgen met uitzicht over het water. We kunnen de brug en de Eusebiuskerk van Arnhem zien liggen. De luxe kamer heeft zoveel ruimte dat onze schaarse bagage er scharrig bij afsteekt.
Wanneer we gaan eten blijken we de enigen in het restaurant te zijn. Niettemin staat het personeel in slagorde klaar om ons te bedienen, nadat we hebben verzekerd dat we om deze tijd een tafel hebben gereserveerd. Het menu is wegens de coronamaatregelen uitgekleed tot een cafékaart, met wat snacks en eenvoudige gerechten. En zo gebeurt het dat we vanuit de luxe kamer afdalen naar een soort diepvriespizza. Wel uitgeserveerd door personeel met een mooie sloof voor. Wijs geworden door de gebeurtenissen in het vorige hotel, letten we op de tijd met de alcoholbestellingen.
Gelukkig druppelen er nog enkele zakengasten het restaurant binnen, die trouwens ook de pizza kiezen. Al met al krijgt het hele verblijf een nogal surrealistisch aura. Het zouden zo maar de openingsscènes uit een horrorfilm kunnen zijn. We luisteren scherp of het geluid van dreigend klinkende cello’s uit de boxjes komt, maar nee, het blijft bij bubbeljazzversies van popklassiekers (die overigens ook de rillingen over je rug doen lopen).
Praktische informatie
Oudste ANWB-wandeling etappe 5b & 6
18 + 17 km
Startpunt: Wageningen Arboretum
Eindpunt Station Arnhem
ANWB routebeschrijving van de hele route
te-voet-van-amsterdam-naar-arnhem-1914.pdf