Hoorn – Enkhuizen 22 km
Onontgonnen gebied vandaag, de oude weg tussen Hoorn en Enkhuizen. We zijn hier geen van beiden ooit eerder geweest. Op een zonnige zondag na een totaal verregende zaterdag treinen we, met mondkopjes op naar Hoorn.
Zevende deel van de nagelopen wandeltocht die Jakob van Lennep en Dirk van Hogendorp maakten in de zomer van 1823. Bekijk alle delen op de Overzichtspagina Van Lennep.
Hoorn – Bovenkarspel 18 km
Op de kaart had er niet veel aan geleken, aan het traject van vandaag: een rechte weg met veel bebouwing. Ook waren we niet gehinderd door substantiële kennis van de rij dorpen die er aan lagen: Blokker, Westwoud, Lutjebroek, Bovenkarspel, het zei ons allemaal niet zo veel. Maar wat werden we verrast. Het blijkt een historisch stukje West-Friesland waar de monumenten schouder aan schouder in een lang lint opgesteld staan.
Koepoort
Het station van Hoorn ligt op een steenworp afstand van de plek waar de Koepoort stond, de poort waardoor Jakob en Dirk de stad verlieten. Ondanks het gebrek aan Koepoort, is de sfeer van de oude toegangsweg nog goed te herkennen aan de loop van de singel en de stokoude huizen aan de Koepoortseweg.
Verderop volgen we de loop van de weg, maar is die onherkenbaar geworden door de uitbreiding van Hoorn met de passages onder een N-weg, een fietspad door recreatiegroen en enkele rotondes. Maar dan staan we toch op de oorspronkelijke oude weg waar van Lennep al een aantekening over maakte.
Te 6 ure opgestaan zijnde en ons ontbijt, uit een glas melk bestaande, gebruikt hebbende, traden wij te 7 ure de koepoort uit, en vervolgden door de optrekjens en breede iepenlaan onzen tocht over den straatweg, die in 1660 aangelegd, sints dien tijd slecht onderhouden is door de schuld der boeren welke hem gedurig schrobden. Bijna onmogelijk is het hem te berijden, zoo ongelijk en gebroken zijn de klinkers. Noch is er geen voetpad en geen zand over den weg, 't geen voor den voetganger lastig is. Voor drie jaren werd door keuren van den schout de weg over al geboend; 't geen een zonderling gezicht moet opgeleverd hebben.
Geschrobde weg
Slecht onderhoud door langdurig schrobben? Dat vraagt om opheldering. Wat blijkt: De weg tussen Hoorn en Enkhuizen was de tweede straatweg van Nederland. De weg werd opgeleverd in 1671. Hoorn en Enkhuizen waren in de Gouden Eeuw immers belangrijke handelsstadjes aan de Zuiderzee. Een trekvaart, de toen gebruikelijke snelle infrastructuur, was in deze contreien onhaalbaar duur gebleken. De eerste weg die werd bestraat was trouwens de weg tussen Den Haag en Scheveningen.
De weg met bomen aan weerszijden was hypermodern en zeer comfortabel om te bereizen. Mijn vermoeden is dat men de weg trots boende om hem schoon van vuilnis en paardendrollen te houden, maar dat men nog niet wist dat zand tussen de klinkers en puin in de eventuele gaten nodig waren voor behoud. In plaats van het onderhoud van de weg, leidde het geschrob juist tot een snel verval.
De fraaie en zeer bezochte herberg de Nadorst voorbijgegaan zijnde kwamen wij door het dorp Westerblokkel, en daarna aan Oosterblokkel, waar wij ons verfrischten: het derde dorp is Westwoud, waar de kerk zeer vervallen is.
oude Nadorst
Nadorst
Wij komen al snel bij de herberg de Nadorst, gesitueerd in stolpboerderij. We gaan er wel koffie drinken, in tegenstelling tot Jakob en Dirk die er aan voorbij liepen. Ze waren immers net op weg voor hun doen. Het huidige Nadorst is helaas niet de originele uitspanning die er zeker al in het derde kwart van 18e eeuw was. Die stond 150 meter verderop en werd na de oorlog gesloopt vanwege de aanleg van de provinciale weg.
Nu staan we op de lange weg naar Enkhuizen. We worden verrast door de vele prachtige stolpboederijen die de eeuwen overleefd hebben. Sommigen gedecoreerd met een mooi beschilderde rouw- en trouwdeur. Dat waren pronkdeuren in West-Friese boerderijen die alleen gebruikt werden bij huwelijken en het uitdragen van de doden. Dat geeft nog eens symbolische kracht aan de rituelen waarbij je ook figuurlijk over een drempel gaat!
Een boerderij trekt de aandacht met haar trapgeveltje. Hij blijkt in 1659 gebouwd te zijn en heet De barmhartige Samaritaan. Waarschijnlijk gebouwd in opdracht van een rijke Amsterdammer. Nu onder de monumentenzorg van de Vereniging Hendrick de Keyser, maar Jakob en Dirk zullen er langs gelopen zijn toen hij nog vol in bedrijf was.
Beuken
Daarnaast vallen de vele oude rode beuken ons op. Een ervan is uitgeroepen tot de oudste van West-Friesland. Minstens 200 jaar oud. Bomen dus, die als jonge aanplant Jakob en Dirk langs hebben zien langs lopen over die verbrokkelde straatweg. Verder vallen ons de vele fruitbomen in kleine boomgaardjes op die in de tuinen staan. De fruithandel, lees ik later, is hier groot geweest. De verse waren werden ingeslagen voor de lange reizen van de VOC en andere scheepvaart.
We vervolgen de tocht langs de aaneengeschakelde dorpen langs de weg. Ieder dorp lijkt twee kerken te hebben: een oude protestantse en een nieuwere katholieke kerk. Lang niet alle kerken zijn nog als zodanig in bedrijf. Ze zijn een beetje aan het weg dutten als stokoude mensen die hun actieve leven achter zich weten en de moderne tijd laten voor wat het is.
Aan het tolhek naar Medemblik rusteden wij een half uur uit, en traden vervolgens Hoogkarspel en Lutjebroek door. Te Groote Broek rusteden wij weder een kwartier uit en kwamen vervolgens door Bovenkarspel te Enkhuizen. Al de bovengenoemde dorpen zijn aaneengeschakeld en zeer aartig aan den weg gebouwd: de boerenwooningen zijn groot en schoon, meest met zestig à honderd morgen lands voorzien (bij de stad f 300 à f 400 verder wel f 600 à f 1000 waard) doch veel al door de groote weelde der boeren met hypotheken bezwaard.-
Tolhek
Van het tolhek naar Medemblik is niets meer te zien, behalve in naam: de weg heet de Tolweg. Verderop, we zijn ondertussen in Grootebroek komen we langs een voormalig weeshuis met houten beeldjes van twee wezen boven de ingang. Sinds de 16e eeuw werden hier de wezen opgevangen en aan het werk gehouden. Er struinden ook in 1823 nog veel kinderen zonder ouders langs de weg, op zoek naar eten en onderdak. Toen Jakob en Dirk hier langs kwamen had het weeshuis een monopolie op de verhuur van rouwkleding en andere rouwgoederen voor de regio. De wezen bezorgen de spullen aan huis.
We lopen nu over de Zesstedenweg. De naam herinnert aan een traject van trekvaarten en wegen die sinds de 1671 de steden Amsterdam, Purmerend, Monnickendam, Edam, Hoorn en Enkhuizen met elkaar verbond. Voor de weg tussen Hoorn en Enkhuizen verhard werd, heette het traject de Vijfstedenweg.
Bovenkarspel
Ter hoogte van Bovenkarspel op kilometer 18 op onze wandeling, houden we het voor gezien voor vandaag. Deze oude weg is gezegend met meer stations dan je zou verwachten op een traject van 20 kilometer. Vanwege alle bezienswaardigheden hebben we veel stil gestaan en is de tijd ongemerkt voorbij gevlogen. Volgende keer dus het laatste stukje naar Enkhuizen zodat er genoeg tijd over is om dat historische stadje te bekijken. Jakob en Dirk waren rond de middag al klaar en konden in Enkhuizen hun middagmaal van karbonades bestellen.
Bovenkarspel – Enkhuizen 4 km
Verderop in de zomer zijn we toe aan het vervolg. We maken er een dagje van door ook het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum te gaan bezoeken. Dat heeft niet alleen met het thema Van Lennep te maken, maar ook met de podcast van het hoorspel van Het Bureau van Voskuil, dat ik en later Maddy in tijden van corona helemaal hebben afgeluisterd, alle 487 afleveringen. Maarten Koning vergaderde om de haverklap in het Zeemuseum, een weinig verhullend pseudoniem voor het Zuiderzeemusem.
Bovenkarspel
Met Wilma treinen Maddy en ik terug naar Bovenkarspel en vervolgen we de oude weg naar Enkhuizen. Het eerste wat we zien is het spuuglelijke winkelcentrum dat pal over de weg is gebouwd. Eeuwig zonde natuurlijk om zo’n historische weg te onderbreken.
Flora
Na deze harde onderbreking krijgt de weg haar oude look weer terug met onder meer een herberg uit de 16e eeuw! De monumentale panden maken echter wel steeds meer plaats voor meer moderne bedrijvigheid. Bijvoorbeeld voor de veilinghallen van de Westfriese Flora, een bloembollententoonstelling die vanaf de jaren ‘ 30 jaarlijks werd georganiseerd. Tot het evenement in 1999 in het nieuws kwam vanwege een legionello-besmetting door een Whirlpool, die aan 32 mensen het leven kostten. Daarna was de bloeitijd voorbij. Onder een nieuwe naam en op diverse locaties werd de tentoonstelling nog tot 2016 georganiseerd.
Nog een Koepoort
Langs sporen van tuinbouw en distributie lopen we op Enkhuizen aan. De harde grens van het oude stadje loopt aan deze kant nog gelijk met de oude vesting met als gevolg dat we via een heuse stadspoort onze entree kunnen maken. De Koepoort, biedt toegang tot het waterkeringpad, de oude toegangsweg naar het centrum. Een prachtige straat met veel monumentale panden en sfeerverhogende bomen.
Appeltaart
Net voor het centrum stoppen we voor koffie met appeltaart op een terras. De taart laat nogal lang op zich wachten. Moet die misschien nog helemaal bij de bakker gehaald worden? Inderdaad. Er komt een jongen met taartdoos uit het centrum aanlopen die onze punten blijkt te bevatten. De kwaliteit was het wachten waard, maar ze werden wel te koud geserveerd. Beste horeca-ondernemers: serveer appeltaart svp op kamertemperatuur, zo heeft God dat bedoeld!
We lopen verder door Enkhuizen en zijn prettig verrast door het oude centrum en de havens waar nog zoveel historische gebouwen staan. De grandeur die dit rijke handelsstadje in de 16e en 17e eeuw kenmerkte is nog overal (in gerestaureerde vorm) te zien.
Drommedaris
De jongens namen hun intrek in herberg de Oost-Indische toren. Een toren uit het einde van de 14e eeuw die als verdedigingswerk was gebouwd stond naast de Drommedaris aan de Oosthaven. In 1830 werd de toren afgebroken. Hun bagage hadden ze uit Amsterdam naar deze herberg gezonden. Hun beleving van het Zuiderzeestadje is totaal anders dan de onze:
Na het gebruik van karbenaden, ons gewoon middagmaal, bezochten wij den Heer Duyvensz adv. en notaris, aan wien wij evenals aan den heer Pan door den Hoogleeraar Tydemanuit Leyden aanbevolen waren. Het onthaal was zeer vriendelijk. Mev. Duyvensz die van haar spraakvermogen beroofd is schonk ons thee. Na een zeer leerrijk gesprek bezichtigden wij onder geleide van gem. Heer het stadhuis, dat buitengemeen fraai is. Al de vertrekken lopen op een groot en prachtig gebeeldhouwd bovenportaal uit. Van den toren leverde ons de zee welke de uitgestrekte stad bespoelen komt, en de Friessche kust die aan de overzijde uit de wateren zich verhief een trotsch en bekoorljk schouwspel op. De stad rondwandelende, vonden wij dezelve in een bedroevend en diep verval. Overal waren de schoonste huizen gesloopt, en die nog bestonden dreigden intestorten of stonden alleen, als treurden zij eenzaam op een kerkhof. Groote grasweiden waar runddieren, paarden of schapen liepen vertoonden zich daar; waar voorheen trotsche gebouwen stonden: de magazijnen der eens zoo bloeiende Oost Indische Compagnie bestaan niet meer: slechts een huisgezin, dat nog meest te Leyden woont houdt nog koets en paarden, terwijl er in 1800 achttien waren, die zulks doen konden: de kleine visscherij levert weinig meer op; en de groote (haring) visscherij is bijna geheel vervallen.
Het afbreken van al die voorbije glorie werd gedaan om het bouwmateriaal te verkopen. Een treurigstemmende noodzaak om nog enig geld te verdienen.
Na eene wandeling langs de zeekant, zagen wij een lief en stil meer aan de stad gelegen: hier vermaken zich de Enkhuizenaars met zeiljachten, welke wij wat verder in gereedheid zagen brengen; sommige waren zeer net beschilderd. - Als eene bijzonderheid merkte ik op dat men aan de huizen waar een sterfgeval plaats had gehad, een zwarten lanfer [rouwsluier] voor de deur hing.
Zuiderzeemuseum
Wij lopen naar het Buitenmuseum langs de kade en gaan naar binnen met onze van te voren gereserveerde tickets (corona). We vinden het er alle drie prachtig. Zoveel geredde historische vissershuisjes, voorname woningen, winkelpanden, boerderijtjes, schepen, een hele kerk zelfs, en wat dies meer zij, herbouwd tot een authentiek uitziend dorp aan de Zuiderzee. Echt een aanrader.
Zuiderzeemuseum
Wanneer we er door de medewerkers tegen sluitingstijd langzaam maar beslist uitgeveegd worden, lopen we nog een rondje door het centrum, komen langs het indrukwekkende gemeentehuis en sluiten af met een biertje en bitterballen
Na een goede nachtrust te hebben genoten, bracht ons de heer Duyvensz naar de kerk in de regeeringsbank. Ds. Van Tricht predikte zeer stichtelijk en in fraaie taal over Num. XIV 1.4 en doopte een onecht kind, (hetgeen altijd 's morgens in die omstreken geschiedt) waarop hij ook den vader, die afwezig was, bestrafte, en de tegenwoordig zijnde moeder vermaande. Na de kerk deden wij eene wandeling naar de societeit in den Doelen, waar wij koffi dronken en volgden den heer Duyvenszs bij zijnen schoonvader bij wien wij eenige bittertjens gebruikten en met den heer Stuart, zoon van den Predikant te Amsterdam, partij maakten om den dag daaraan naar Medemblik te wandelen. Na den eten bezochten wij den heer Abegg en Ds. van Tricht, doch vergeefs, waarop wij ons aan het schrijven gingen zetten en te half tien naar bed ons begaven.
Praktische informatie
Van Lennep, op de voet gevolgd 7
Hoorn - Enkhuizen
22 km
Startpunt: Hoorn station
Eindpunt: Enkhuizen centrum