ow1Het kwam zo uit, koud terug van de Hærvejen in Denemarken, of ik bevind me weer op het Olavspad in Noorwegen. Dit keer om de westroute te gaan verkennen. Jos Oegema, die een paar jaar geleden mee was op het St Olavspad door Zweden loopt met me mee.

Spoiler (voor mij), spoiler alert (voor jullie): op de laatste dag in Denemarken heb ik een ontsteking aan de Achillespees opgelopen, die mij, in de week thuis, het lopen bijna onmogelijk maakte. Met hulp en adviezen van fysio, maar vooral van serieuze pijnstillers, ga ik het toch maar wagen. Vandaag was de voet in ieder geval voldoende verdoofd om te functioneren, wat me alles meeviel. Maar het was een korte eerste etappe en ik durf daar nog geen al te definitieve conclusies uit trekken. One day at the time.

Oslo 11 km

Vanmorgen van Amsterdam naar Oslo gevlogen en rond de middag het beginpunt van het Olavspad bereikt. De mijlpaal 643 km till Nidaros. De zon schijnt, 24 graden, prima weertje.

Ook hier (net als bij Hærvejen) mag er van mij wel wat meer ceremonieel bij het startpunt. Een infopaneel of tenminste een berichtje dat vertelt dat je de eerste stempel kunt halen in het gele gebouw (aanbellen nodig), want dat moet je ook maar weten (of in mijn gidsje gelezen hebben).

Maar goed, wij halen een stempel, eten een broodje in het parkje rond de ruïne van de Hallvard kathedraal en gaan op stap. Ik nog enigszins gespannen over de voet: doet-ie-t of doet-ie-t-niet. We lopen door de heuvelende straten tot het eerste terras pal aan de route zich aandient: vol hippe zonnebrillen, jonge ouders en trendy hapjes. Hier kan dat nog, zal straks wel anders zijn.

Verderop worden we door een Osloos echtpaar staande gehouden, ze herkennen ons als wandelaars van het Olavspad en we maken een gezellig praatje. Een geslaagd contact waardoor je opeens niet meer als anonieme toerist door de stad sjokt. De voet houdt zich goed en ik word voorzichtig optimistisch, wat mijn stemming verhoogt. Voor we er erg in hebben staan we voor de Gamle Aker kirke, waar een pelgrimscentrum aan verbonden is. We treffen gelukkigerwijs Roger Jensen, de priester en Olavspadpromotor ( die ik al vaker ontmoette), aan op zijn post en we worden hartelijk onthaald op koffie, croissants en updates over de route.

We vervolgen het pad en komen in het Frognerpark met de beelden van Vigeland. Ook al ben ik niet echt dol op de beelden, het is een prachtig park met monumentale zichtlijnen en een goede sfeer. We lopen nog een klein stukje verder en belanden in een wijk met prachtige, enorme, houten villa’s. De van Eeghenstraat van Oslo, voor wie dat iets zegt. Dan zwaaien we af naar ons standaard hotel in een prozaïsche wijk naast een doorgaande verkeersader. Morgen de andere helft van de eerste etappe, rustig aan, lijntje niet breken.

Niet ver willen lopen voor het eten, buiten het bruisende centrum, komt neer op eten in een vestiging van Peppes Pizza, Jos en ik en mijn voet zijn er helemaal gelukkig mee.

ow0

Oslo- Sæteren gård 15 km

De meeste van de 5 miljoen Noren wonen in en om Oslo. Ik geloof dat we vandaag de meeste huizen van de meeste Noren hebben gezien. De route de stad uit, slingerde door de uitgestrekte buitenwijken. Mooie houten huizen hoor, aan deze kant van de stad, niet zelden met een elektrische auto erbij.

Al weer heel veel Tesla’s gezien ook de afgelopen dagen en, en dat is voor mij nieuw, een hele hoop elektrische huursteps in de stad. Ziet er ideaal uit. De eerste uren die wij langzaam de stad uit klimmen is het nog droog, we houden een heerlijke koffiestop op het terras van een moderne brood- en banketbakker om onze uitgekiende voorraad proviand voor vandaag en morgen overdag niet aan te hoeven spreken. Survival-gebak dus bij de koffie. Wanneer we weer verder gaan begint het te regenen en dat houdt niet meer op.

Bij een enorme hoosbui, schuilen we onder een carport van een van de meeste Noren, het water stroomt als een beekje van de heuvel af. Verderop zegt Jos, dat bij beter weer we waarschijnlijk prachtige doorkijkjes zouden hebben naar het Oslofjord, want we zitten ondertussen al aardig hoog. Ik denk dat ze gelijk heeft.

De buitenwijken zijn gelardeerd met stukjes groen, waar het Olavspad dankbaar gebruik van maakt en dan zijn we opeens aan de rand van de stad bij het kerkje van Halsum (dicht helaas). Het is nog maar een klein stukje naar het DNT-terrein Sæteren gård, waar we een allerliefst hutje voor onszelf hebben gereserveerd. Omdat het café net gaat sluiten krijgen we gratis koffie en 4 overgeschoten kaneelbollen mee, zo aardig en een goede aanvulling op het uitgekiende rantsoen 😉.

Ons hutje heeft geen stroom noch kraan, maar wel kaarsen, een houtkachel en 2 gaspitjes. In no time is het hier ontzettend knus en kunnen we aan de Alles-in-1-Knorr-pasta-maaltijd. Om de zoveel tijd klettert een stortbui op het dak, maar wij zitten er droog en warmpjes bij. Het medeleven gaat uit naar een groep jongeren in tenten die een stukje verderop zitten.

ow3

Sæteren gård - Sundvollen 25 km

Maar die hebben we niet allemaal gelopen. Ten eerste voor het ontzien der achillis, ten tweede omdat het veel regende en ten derde omdat ik al een groot deel van dit traject ken van de pelgrimsreizen met Fru Amundsen.

Net toen we vertrekklaar waren begon het weer hard te regenen en wachtten we de bui even af met koffie en een stukje Kvikk lunsj, de Noorse Kitkat. Dat het Noors is, kun je niet alleen zien aan de spelling, maar ook aan de gouden regels bij het maken bergtochten die op de binnenzijde van de verpakking zijn afgedrukt. Zo mainstream is het outdoor leven hier. Als het min of meer droog is lopen we naar Lommedalen, aanvankelijk over een gravelweg en later over een bospad. De nevel hangt tussen de boomtoppen en het bospad is kletsnat. Eigenlijk lopen we door een ondiep beekje, eerst stroomopwaarts en na een topje, stroomafwaarts. Ondertussen is het een mooi bostraject en het is heerlijk om al dat Noorse hout weer te ruiken en af een toe een wilde framboos te plukken.

In Lommedalen pakken we de bus en reizen we naar Sundsvallen. Aan het stuur zit een heel jong en heel klein Somalisch meisje met een hoofddoek. Ze chauffeurt de grote bus met verve, wat een prachtig beeld oplevert. In Sundvallen logeren we in een fijn gelijknamig hotel ( sinds 1648) aan het Steinsfjord. We gooien de bullen in de kamer en lopen dan een stuk van de etappe in omgekeerde richting, de berg op. Dat gaat via een stokoude koningsweg (een middeleeuwse doorgaande weg) die nu trouwens wordt gerenoveerd en in een oude staat wordt teruggebracht qua breedte, wegdek en algeheel uiterlijk.

Eenmaal op hoogte krijg je prachtige doorkijkjes naar het fjord. Wanneer we deze stevige klim (en voor de Olavspadwandelaars dus stevige afdaling), hebben verkend, dalen we weer af en koersen we aan op de douche en een lekker bord hoteleten. Dat is zo leuk, vind ik van dit reizen, de ene nacht zonder stroom, in je slaapzak met een instantmaaltijd, en de volgende dag weer baden in luxe met een panna cotta toe.

ow9

Sundvollen - Bjørke gård 20 km

Wat een prachtige dag. Het regende niet, dat was 1. Het ontbijtbuffet van Sundvallen behoort tot de meest uitgebreide die ik ooit heb mogen smaken, dat was 2 (en had ik al gezegd dat Olavspadwandelaars daar behoorlijke korting op de kamer krijgen?). En last but not least: een afwisselende fijne wandeling met veel uitzicht onder een beweeglijke wolkenhemel waar de zon veel ruimte kreeg.

De brug naar de landtong waarover we vandaag lopen is apart. De nieuwe brug, waar de auto’s rijden is op de oude brug gebouwd, waar de wandelaars en fietsers naar de overkant gaan. Eenmaal op de landtong krijgen we zicht op het eilandje Utøya, waar Breivik het land met nationaal trauma opzadelde. Verderop mooie boerderijen, graanvelden, heerlijke graspaden en panoramisch ver kijken over de fjorden.

Ergens onderweg stuitten we op een onverwacht schattig pelgrimsherbergje, zo aan de straat. Het is dat we al iets gereserveerd hebben, want je zou er zo willen blijven. In de verte dreigen de donkere wolken, maar wij houden het droog en zonnig. Ook wanneer het vervaarlijk begint te donderen. We komen droog over. Wij overnachten in de stabbur (van 1750) van Bjørke gård. In deze voorraadschuur werd vroeger het graan en de worst bewaard, vertelt de boer die ons ontvangt. De bedden zijn in de graankisten gemaakt. Een fantastisch plekje. Voor het eten, bij gebrek aan kookplaatje weer eens de hooikistmethode gebruikt. Werkte prima. Soms kun je zo gelukkig worden van die ouderwetse handigheidjes.

ow1

Bjørke gård - Almstua 16 km

En weer een heerlijke dag op de westroute. We beginnen met het halen van een paar natte schoenen op een mooi graspad langs de akkers, waar de maaier al enige tijd niet is geweest en de neerslag van vannacht niet kan wachten om door onze broekspijpen te worden opgezogen. Maar het heerlijke zonnetje verdampt die weer snel.

We komen langs het streekmuseum van Ringerike en nemen daar een kijkje. Een samenraapsel van collecties: accordeons en trekzakken van de plaatselijke accordeonvereniging, ski’s uit Telemarken door de eeuwen heen, de iconenverzameling van een verder terecht onbekend gebleven schilder, een runensteen en de lokale WO II-vehalen. Maar een en ander is gevestigd in de oude pastorie en die heeft ook nog wat aantrekkelijke stijlkamers. Bovendien wordt er koffie geserveerd, worden we allerhartelijkst ontvangen en van een stempel voor het pelgrimspaspoort voorzien.

Na dit geslaagde bezoek lopen we verder door het golvende boerenland onder wederom spectaculaire luchten. Vandaag moeten we relatief vroeg boodschappen doen en die dus lang meedragen. We maken daarom van de gelegenheid gebruik door zwaar te lunchen bij de kerk tegenover de supermarkt. En met zwaar bedoel ik gewichtig eten als bakjes yoghurt en fruit naast de verse broodjes kaas. In het laatste stuk lopen we hoog en hebben we prachtige vista’s naar de bergen in de verte in sferisch perspectief. in een gapahuk (shelter) kunnen we even zitten bij het genieten.

We verblijven vanavond in iemands tot herberg voor 2 personen verbouwde schuur achter in de tuin, Voorzien van privé-gazon en tuinsetje. Tussen de bomen door kunnen we de bergen zien, we zitten weer heerlijk.

ow7

Almstua - Slovika camping 15 km

Wegens niet beschikbare accommodatie ietsje verderop, hebben we een wat kortere etappe, die we dan eigenhandig weer wat verlengen omdat we boodschappen in Jevnaker moeten doen. Verrast door het zonnetje s morgens, want vannacht was er nog een grauw en een snauw van de weergoden met zware wolken en buien. Het is knisperfris buiten. Het ideale wandelweer, als je het mij vraagt.

We lopen verder over de hooggelegen weg met uitzicht en later door het bos naar Jevnaker, dat aan het Randsfjord ligt. We nemen een kijkje bij Hadelands glassverk, ooit een grote glasblazerij, nu een ‘glasmuseum’, maar in wezen een kluster toeristenwinkels waar je veel glas, aardewerk en moderne glaskunst kunt kopen, gelardeerd met horeca. Er is zelf een tentoonstelling van op glas geprojecteerde schilderijen van Van Gogh, zo kun je hier van alles glazigs krijgen. Wij houden het bij de horeca en eten onze eerste Noorse wafel.

Terug op de route moeten we een paar km langs een drukke weg wat minder fraai is, maar we kunnen we lekker naar het Randsfjord kijken. De kerk van Jevnaker ligt ver buiten het dorp, hoog op een heuvel. Tot onze verrassing is-ie open en ligt er een stempel klaar. Er is een repetitie voor een huwelijk bezig, maar de pastor wenkt ons binnen. Wat later komt hij een praatje maken omdat hij het leuk vindt pelgrims te ontmoeten. Bij de kerk staat een mijlpaal (547) km till Nidaros), altijd een fijn fotomomentje.

Afsluitend een prachtig breed graspad dat ons tot op camping Slovika brengt, het Olavspad gaat er recht overheen. Hier was nog een hutje beschikbaar. Bier en chips op het verandaatje. Met uitzicht op het fjord, waar we het langzaam donkerder zien worden.

ow10

Slovika - Granavollen 15 km

Mooiste weer van de wereld voor waarschijnlijk het mooiste stuk van de westroute. We verlaten de camping over een stenen brug uit 1823, deel van de oude infrastructuur, die je direct in vroegere sferen brengt. Even later treffen we onze eerste collega-wandelaar, een jonge Italiaanse vrouw die alleen een volledige kampeeruitrusting torst. Ze had slecht geslapen vannacht vanwege de kou en zou het vandaag rustig aan doen. Dat heeft ze ook gedaan, want wij zijn geen snelle Jelles en hebben haar niet meer getroffen.

We zijn vandaag uitgenodigd op de koffie bij Jane Dahl Sogn, die het pelgrimscentrum in Granavollen runt. We hadden eigenlijk gisteren in haar stabbur bij haar huis op de route willen overnachten, maar ze had zelf logees vanwege de zesde verjaardag van haar dochter. Of we dan vandaag de restjes van het feestje wilden komen opeten. Nou best! We treffen het dochtertje nog stijf van de verjaardagsadrenaline springend aan in haar prinsessenjurk rond haar bergje van roze cadeaus.

Jane ontvangt ons allerhartelijkst met worstjes, lomper, koffie en taart en we praten een gezellig uurtje over het pad, de wandelaars en de organisatie die komt kijken bij het onderhoud van zo’n route. Daarna nemen we een kijkje in de stabbur: een geweldig sfeervolle herberg van alle gemakken voorzien. Aan ieder die deze route gaat lopen: zorg dat je hier terecht komt! En hier is Sogns gården in Sognbygda. Hierna is het nog even door klimmen maar dan ben je ook in ‘het Toscane van het noorden’ aangekomen. Prachtige vergezichten over rollende heuvels. Akkers, boerderijen en bomen en bergen in een oogstrelende compositie tot zover het oog rijkt.

Granavollen, de bijzonder sfeervolle plek van aankomst toept daar nog eens overheen met haar 2 zusterkerken naast elkaar met daaromheen mooie oude houten gebouwen. Op het hoogste punt in de omgeving met een geschiedenis die terug gaat tot de eerste eeuwen na chr. We overnachten in bijpassende stijl: in een luxe pelgrimsherberg, verbonden aan een hotel, alwaar diner en morgenochtend ontbijt.

ow14

Granavollen - Høgkorsplassen 21 km

Wederom terecht gekomen in een knus hutje, zonder elektriciteit of stromend water (we scheppen het uit een bron), op een wonderschone plek. We kijken uit op verre bergketens waarvan we de namen niet kennen. Eerst groen, dan blauw, dan grijs tot ze samensmelten met de hemel.

De dag begon zwaar bewolkt en zo fris, dat we de jekkertjes dichtritsten. We lopen Granavollen uit over een oude kongevei en meanderen over de smalle gravelweg naar Tingelstad, waar een charmant kerkje op een ‘terp’ staat uit te kijken over de wijde omgeving.

We vervolgen de kongevei die na verloop van tijd overgaat in dagelijks asfalt en dalen helemaal af naar het onaanzienlijke dorp Brandbu. Daar moeten we al boodschappen doen voor vanavond en morgen overdag, want we gaan de ‘rimboe’ in. Ik neem de gelegenheid te baat voor het volledig opladen van de telefoon in het cafétaria van de supermarkt. En daar nemen we dan gelijk iets te eten bij. Het is een senioren hangout in het interieur van een woonkamer in een verpleeghuis. Mijn smørrebrød met garnalen lijkt ook uit de jaren ‘70 te zijn overgestraald.

Maar daarna is het genieten voorlopig gedaan. We moeten de komende 12 km klimmen, waarvan de eerste 9 vrij steil. Eerst over een suffe asfaltweg, later over een gravelweg door een dicht dennenbos, een van mijn minst favoriete wegen, omdat er niets te kijken valt en ik me snel opgesloten voel. Gelukkig begint er voorzichtig een zonnetje door te breken, de jassen hebben we al veel eerder uitgetrokken.

Eenmaal boven krijgen we weer uitzicht en wat een uitzicht! De laatste km’s is het minder steil en ondanks de vermoeidheid kunnen we weer genieten. Ons eenzame hutje op het hoogste punt is het naar boven schleppen van de boodschappen waard. Het entertainment bestaat uit het kijken naar de wolkenluchten die steeds ander licht doorlaten, een avondvullend programma.

ow16

Høgkorsplassen - Holthe gård 18 km

De dag die wist dat zou komen is eindelijk hier. Het veranderlijke weer van de afgelopen week maakte van de weermannen ook maar een stelletje gokkers, maar over een ding waren ze het allemaal eens: vandaag zou het de hele dag keihard regenen (mijn minst favoriete weer). En zo geschiedde.

We dralen met het verlaten van ons hutje boven op de berg. De enige droge vierkante meters in de wijde omgeving. Maar op een gegeven moment stappen we in volledige regenoutfit de wereld in. De kleine, eenzame wereld. De uitzichten worden ons ontnomen door de laaghangende bewolking, de mensen wagen zich niet buiten, de vogels houden zich stil.

We lopen een traject, dat met goed weer erg mooi moet zijn. Weinig asfalt, prachtige graspaden, die deel uitmaken van middeleeuwse doorgaande wegen, en zelfs in deze omstandigheden zie je hoe ver je zou kunnen kijken en hoe mooi het meer en de boerderijen erbij kunnen liggen. Voor de eerste pauze kraken we tijdelijk een veranda van mensen die niet thuis zijn, voor de tweede pauze vonden we een stoffige schuur met kierende naden in de wanden vol oude tractorbanden. Daarna nam de regen een half uurtje zodanig af, dat we het droog noemden en voor het eerst (en het laatst) de plu’s even konden inklappen en om ons heen kijken.

De omweg naar de supermarkt slaan we over, we lopen rechtstreeks maar de herberg bij een boerderij en hopen op de voorzienigheid. Die komt in de vorm van de boerendochter die toch even boodschappen gaat doen en ons avondeten er graag even bij shopt. Wij zetten de verwarming aan in onze funky retrokamer, drogen de schoenen, gaan douchen en zien het buiten opklaren. En zo komt alles weer goed.

ow18

Holthe gård - Hoff 18 km

We zijn al opgetogen bij het opstaan. Het is prachtig weer en de boer komt nog even langs met een schoenendroger die de laatste restjes regen nog voor vetrek weet te verdampen.

Knisperfris en zonnig is het buiten, en wat is het mooi wandelen in dit licht met deze uitzichten door de akkers. Jos wijst opeens strak naar een heuveltje in de verte. Er schrijden 6 kraanvogels statig over het gras. Ze houden het midden tussen een ooievaar en een reiger, maar dan een stuk groter. Ze vliegen op en cirkelen op de thermiek recht naar de zon, zo lijkt het. Als 6 Icarussen, maar dan zonder de hoogmoed en met passende eigen vleugels. Hun luide geluid houdt het midden tussen dat van ganzen en meeuwen. Werkelijk magistraal.

We lopen verder over een lief kerkepad naar het kerkje van Kolbe, alwaar pauze. Het is er paradijselijk stil. We horen alleen ruisend gebladerte, het geklonk van schapenbellen en het ijzeren geknars van de windvaan op de kerktoren.

Weer verderop lopen we tussen zoveel opfladderende vlinders op een graspad, dat het lijkt alsof we in een tekening van Marjolein Bastin rondlopen. En dan wanneer we haaks linksaf slaan staan we opeens bij een uitzicht waar je onwillekeurig de openingsmaten van Also sprach Zarathustra van Strauss bij hoort: TaDa!

We zien enorm weids uit over het gebied rond Mjøsa (het grootste meer van Noorwegen) en zien Hamar aan de horizon aan de overkant liggen. Een aardige jongen die net pauze houdt van zijn grasmaai-werkzaamheden, wijst ons de plekken: Daar zie je stukken meer, daar begint het Gudbrandsdal en daar ligt Kapp. Het is prachtig! Met dit uitzicht dalen we af naar het kerkje van Hoff dat we al vanaf 8 km kunnen zien liggen. Daarnaast staat ons fijne hotel van vanavond. Alles oud en van hout en tot de nok gevuld met gezelligheid en gastvrijheid. We mogen direct aanschuiven aan het zondags buffet: een hoorn des overvloeds aan lekkere hapjes, wat een weelde, wat een dag.

ow20

Hoff - Gjøvik 23,5 km

Laatste wandeldag op de westroute en dat stemt blij en weemoedig. Blij dat de pees zich er manmoedig doorheen heeft genezen en dat het allemaal prima is verlopen, maar weemoedig omdat ik niet verder kan. Het Gudbrandsdal en Dovrefjell hoor ik zachtjes roepen: “Kom Ria, kom ook nog even van onze uitzichten genieten!”

We liepen vandaag al afdalend over fijne weggetjes op Mjøsa aan en na ca. 6 km stonden we aan de oever. Vervolgens liepen we ruim 10 km al slingerend langs het meer. Soms vlak aan het water, dan weer ietsje hoger door een perceeltje bos, langs wat akkers of door de voor- of achtertuin van de lucky bastards die over een zomerhuis aan Mjøsa kunnen beschikken. Onderwijl kijken we uit over die machtige plas water.

De laatste 6 km gaan wat teleurstellend over het fietspad langs een drukke weg en zo eindigt deze toch voornamelijk wonderschone tocht wat prozaïsch in het centrum van Gjøvik, een klein stadje, dat zonder inmenging van welstandscommissie bij elkaar is geplempt.

We overnachten in een centraal gelegen hotel en droppen de rugzakken om ons daarna over de terugreis te buigen. We hadden graag met de raderstoomboot Skibladner Mjøsa overgestoken, maar die ging gisteren (!) helaas uit de seizoensvaart, dat wisten we al. Maar Jane Dahl Sogn vertelde dat de kapitein wel te vermurwen was om bij zijn andere tochtjes (je kunt die boot ook huren) wandelaars van het Olavspad mee te nemen, omdat hij dat zulke leuke lui vindt. Dus wij lopen naar de steiger voor het geval van je weet maar nooit, met weinig hoop de kapitein aan te treffen, net zo min als je tegenwoordig kans hebt op het treffen van de priester bij de kerk.

Maar hij is er wel! De naam Jane doet wonderen en hij is bereid ons mee te nemen, ware het niet dat hij niet naar Hamar, noch naar Lillehammer gaat morgen. Tant pis. Dus nu gaan we met de bus naar Hamar. Daar ga ik nog even herinneringen opsnuiven van de eerste tocht in 2013 met Mieke van Heijster en dan nemen we de trein naar het vliegveld.

En dan kwamen we de Italiaanse wandelaar met tent nog tegen. Ze was nog steeds moe en was hier naartoe gehinkt-stap-sprongt met behulp van het OV. Ze omhelsde ons als oude vrienden, die je lang niet hebt gezien. Dat zijn van die typische pelgrimsontmoetingen die dit soort tochten zo leuk maken. Wij heffen ‘s avonds het glas op een geslaagde tocht. De regen zijn we alweer vergeten, het mooie landschap niet.

ow23

Epiloog Gjøvik - Hamar

De chauffeur van de bus naar Hamar heeft ruzie met zijn kaartjescomputertje. Terwijl de vertraging oploopt en andere passagiers steeds langere gezichten trekken, belt hij een hulplijn. Ook dat biedt geen soelaas. Tenslotte slaakt hij een diepe zucht en mogen we gratis meerijden.

In Hamar lopen we 3 km over het oostelijke Olavsad, naar de mooiste plek van de stad. Pal langs Mjøsa, naar de ruïne van de dom en de mijlpaal 488. ‘Wat een passend slot’, zegt Jos, ‘ zijn we van kerkruïne, naar kerkruïne getrokken.’ En zo is het maar net.

We nemen nog een kijkje in het aanpalende pelgrimscentrum en daar word ik warempel herkend als de schrijver van de Nederlandse wandelgids, door Tone Kristin Stræte , die het centrum hier runt. We krijgen koffie en we praten over het pad en de mensen.

En dan is het echt afgelopen. We keren zuidwaarts.

ow25